Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 WAT IS FACILITY MANAGEMENT...................................... 1
HOOFDSTUK 2 INVLOED VAN MAATSCHAPPELIJKE DYNAMIEK OP WERK
EN WERK OMGEVING........................................................................... 3
HOOFDSTUK 3 DE BELEVING VAN DE WERKOMGEVING...........................5
HOOFDSTUK 4 DE WERKING VAN DE FACILITAIRE ORGANISATIE..............9
HOOFDSTUK 5 DE MEETBAARHEID VAN FACILITY MANAGEMENT...........13
HOOFDSTUK 6 TOEKOMST VAN FACILITY MANAGEMENT....................... 14
OEFENVRAGEN.................................................................................. 16
ANTWOORDEN OEFENVRAGEN........................................................... 21
,Hoofdstuk 1 Wat is facility management
Facility management = het management van alle diensten die aan de werkomgeving-
gerelateerd zijn en die nodig zijn om mensen te ondersteunen bij hun streven naar
toegevoegde waarde aan de organisatie.
Het ondersteunt de primaire processen van het bedrijf of van
een opdrachtgever.
Organisatiestructuur:
1. Strategisch = richten, directie en raad van bestuur. Het
beleid wordt hier vastgesteld en doelstellingen worden
afgestemd op de ontwikkeling in de markt.
2. Tactisch = inrichten, het beleid wordt vertaald naar
acties.
3. Operationeel = verrichten, alle activiteiten en
handelingen die daadwerkelijk gedaan worden. Hebben te maken met interne en
externe klanten.
Fit-for-use = geschikt voor het beoogde gebruik, dit heeft betrekking op:
Omgeving Mensen
Ruimte Beleving
Techniek Middelen
Services Meerwaarde
Processen Organisatie
Om fit-for-use te realiseren moeten er aandacht komen voor:
Interne klanten Derde werkplek en virtuele omgeving
Externe klanten Vraag en aanbod
Diensten Facilitaire inkoop van middelen
Fysiek omgeving
Facilitaire rollen
Manager = geeft sturing aan facilitaire diensten en voorzieningen
Specialist = gespecialiseerd in een specifieke voorziening of in een of enkele diensten
Adviseur = adviseert bij complexe vraagstukken, die specifieke kennis vragen
1
, Ondernemer = ondernemen kan op alle drie de vlakken, maar dan ‘voor eigen rekening en
risico’.
Succes katalysator = kwaliteit en tevredenheid is vaak meer waard dan hoeveel je bespaart.
Waarde strategieën van Tracy en Wiersma:
1. Operational excellence (kosten leiderschap)
Doel: laag mogelijke kostprijs
Middel: effectief werken, productiviteit verhogen
2. Product leadership (producten leiderschap)
Doel: producten verbeteren en vernieuwen om zich te kunnen blijven onderscheiden
van de concurrent.
3. Customer intimacy (klanten partnerschap)
Doel: het bouwen van een duurzaam relatie met de klanten waarin ingespeeld wordt
op behoefte en wensen.
2