Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Literatuur materieel SR jaar 2 UU rechten

Note
-
Vendu
-
Pages
5
Publié le
11-03-2025
Écrit en
2024/2025

Literatuur materieel SR jaar 2 UU rechten. Gehaald cijfer: 8.8

Établissement
Cours









Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Publié le
11 mars 2025
Nombre de pages
5
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Literatuur strafrecht
Week 1
J.W. de Keijser, ‘Theoretische reflectie. De vergeten basis voor een bezonnen rechtspleging’, Delikt
en Delinkwent 2001, p. 390-415.
Inleiding
Over de doelstellingen en rechtvaardigbaarheid van straffen bestaan verschillende theorieën. Welke
straf is passend en wat is een rechtvaardige straf? Verschillende theorieën op deze vragen hebben
zeer uiteenlopende gevolgen voor een gestrafte. De strafrechtspraktijk heeft desalniettemin een
morele rechtvaardiging nodig voor de zin en doelen van straffen. Keijser zet in zijn artikel de
verschillende morele theorieën over straffen systematisch als volgt uiteen.

Retributivisme
De retributivistische benadering (absolute theorie) gaat ervan uit dat straffen van het gepleegde
intrinsiek goed is. Binnen deze benadering wordt onderscheid gemaakt tussen twee groepen: het
negatief en positief retributivisme. Negatief retributivisme berust op het principe dat alleen schuldigen
gestraft mogen worden en niet zwaarder (proportionaliteit) dan evenredigheid toelaat. Echter, deze
categorie is niet volledig als theorie van straf. Er wordt bij het negatief retributivisme geen algemene
rechtvaardiging gegeven waarom een straf is toegestaan, dit doet het positief retributivisme
daarentegen wel. De positieve opvatting stelt dat er een morele noodzaak is om te straffen en wel op
het maximum van wat het negatieve principe toelaat. Kant kan tot dit positief retributivisme worden
gerekend met zijn eerder aan bod gekomen Kategorisch Imperativ: een misdadiger verdient een straf
omdat hij iets moreel verwerpelijks heeft gedaan.

Maar een helder antwoord waarom er gestraft moet worden geeft Kant niet, terwijl dit nu de algemene
rechtvaardiging vormt voor de positieve retributivistische benadering: het herstellen van de balans.
Een misdadiger die een delict pleegt verstoort de balans in de samenleving. Door het uitdelen van een
straf wordt die balans min of meer hersteld. Belangrijk om daarbij te realiseren is dat de straf dus puur
en alleen op het verleden is gericht. Een andere benadering is de balans tussen baten en lasten in de
samenleving (denk aan le contrat social van de Klassieke Richting). De maatschappij heeft een soort
contract: om van de baten te kunnen genieten moeten bepaalde neigingen onderdrukt worden. Indien
iemand dit niet kan (strafbaar feit), geniet hij oneigenlijk voordeel wat moet worden ontnomen. De
terechte vraag hierbij is dan of een ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel dan niet
voldoende is? Het antwoord luidt nee. De misdadiger heeft iets moreel verwerpelijks gedaan wat een
(bijkomende) straf verdient. Of zoals de Nederlander Polak het verwoordt, ten eerste wordt het
oneigenlijke voordeel ontnomen (stap 1) en vervolgens wordt een straf uitgedeeld vanwege de
overtreding van de geldige moraliteit (stap 2). Nozick gaat voorbij aan deze baten en lasten-
benadering. Hij is van mening dat nog voordat sprake is van een straf het oneigenlijk verkregen
voordeel dient te worden afgenomen. Nadat deze balans is hersteld, moet er een morele boodschap
worden overgebracht in de vorm van een leed toevoegende straf (vergelding). Zodoende wordt de
balans van normen en waarden ook hersteld.

Utilitarisme
Utilitaristen slaan een geheel andere weg in. Een straf moet ten goede komen aan het algemeen nut;
het vergroten van het algemeen welzijn. Dit vergroten van het algemeen welzijn rechtvaardigt het
toegebrachte leed in de zin van de straf. Het nut moet dus vooral zien op de toekomst; reductie en
preventie van criminaliteit. Om deze reductie en preventie te bereiken zijn er verschillende elementen
beschikbaar. Ten eerste de individuele en algemene afschrikking. Ten
tweede rehabilitatie/resocialisatie. Dit element ziet op het beïnvloeden van de persoonlijkheid van een
pleger van een delict of van diens positie in de samenleving, zodat hij in de toekomst zal afzien van
criminele handelingen. De rehabilitatie vindt zijn oorsprong in de deterministische opvatting dat
individuen niet uit vrije wil handelen, maar daartoe worden bewogen door omstandigheden waar ze
verder geen vat op hebben. Ten derde de incapacitatie.

, Dit gaat vanzelfsprekend over de opsluiting van een persoon waardoor zijn bewegingsvrijheid wordt
ontnomen. Discussie bestaat over de effectiviteit. Het is in beginsel slechts effectief voor de duur dat
iemand in detentie zit.

Deze instrumenten dienen dus om het toekomstgerichte doel te bereiken: algemene preventie. Men
dient te onthouden dat preventie iets anders inhoudt dan afschrikking. Afschrikking dient om preventie
te bereiken. En daarbij komen we aan bij een kritiek op deze benadering: is alles geoorloofd om dit
doel te bereiken? Een erg lange gevangenisstraf voor een gering delict schrikt een persoon wel af,
maar is dit proportioneel? Bij twee invloedrijke utilitaristen, Bentham en Beccaria, behelst deze
afschrikking een centraal element in de benadering. Bentham stelt dat criminaliteit leed veroorzaakt en
het totale geluk in de samenleving vermindert. Een methode om dit te voorkomen is straffen. Uit een
straf moet blijken dat het plezierige effect van een strafbaar feit niet opweegt tegenover het leed van
de straf, oftewel afschrikking. Echter, daarbij merkt hij op dat de straf nooit meer mag zijn dan wat
nodig is om de beoogde utiliteit (nut) te dienen. Indirect zegt hij daarmee ook dat indien een straf geen
enkel nut heeft, het dus ook geen noodzaak is om te allen tijde een straf op te leggen. Een kritiekpunt
op de benadering van Bentham is dat zijn theorie het niet uitsluit om een onschuldige te straffen indien
dit toekomstig nut heeft. Beccaria daarentegen heeft daar wel ‘iets’ op. Zijn ideeën berusten
gedeeltelijk op het maatschappelijk contract ( le contrat social). Hij stelt dat de mens in essentie
egocentrisch is en dat zonder maatschappelijk contract er een toestand bestaat van chaos en oorlog.
De samenleving heeft het contract afgesloten om in vrijheid te kunnen leven en te genieten van de
vrijheid die dan voor eenieder ontstaat. Om mensen aan het contract te houden bestaan er straffen,
die de mens moet afschrikken om van het contract af te wijken. Net zoals Bentham is Beccaria van
mening dat de straf nooit zwaarder mag zijn dan nodig om het algemeen nut te bereiken. Voor het
straffen van onschuldigen wijst Beccaria op het contract dat ooit is opgesteld voor het individu en niet
voor de utiliteit. De vrijheid die een onschuldige heeft opgeofferd voor het contract, biedt de overheid
niet de macht om diegene te straffen ten behoeve van het algemeen nut.

Verenigingstheorieën
In de verenigingstheorie worden elementen uit zowel de retributivistische als uit de utilistische
benadering onttrokken en gecombineerd. Er zijn min of meer twee vormen:
1. Utilisme met daar overheen gelegd het negatief retributivistische principe: alleen schuldigen
worden gestraft in evenredigheid met de ernst van het feit en de schuld van de dader.
2. Retributivisme dat wordt afgezwakt met utilistische overwegingen. Het uitdelen van straffen
aan misdadigers tot de bovengrens van het negatieve principe is niet langer een plicht.
Daarnaast wordt toegestaan dat er minder of niet wordt gestraft. Deze tweede vorm is de
dominante benadering in Nederland.

Pompe verdedigde deze tweede vorm. Vergelding vormt volgens Pompe de rechtvaardiging van
straffen, maar het algemeen welzijn speelt wel degelijk een belangrijke rol. De straf dient wel gericht te
zijn op dat algemeen welzijn.

Herstelrecht
Herstelrecht beoogt op den duur geleidelijke vervanging van het traditionele strafrechtssysteem (vorm
2) door herstelrechtelijke aspecten. In het herstelrecht wordt niet gesproken van straffen, maar van
interventie. De rechtvaardiging voor een interventie bestaat uit de geleden schade. Criminaliteit wordt
beschouwd als sociaal conflict tussen pleger en slachtoffer. Het is de taak van de overheid om hier op
de achtergrond als bemiddelaar bij te acteren in tegenstelling tot de actieve houding in het huidige
strafrechtssysteem. De kritiek op deze benadering is dat het van een geheel andere orde is dan het
huidige systeem. Ten eerste is het huidige strafrechtssysteem non-reparatoir. Ten tweede wordt de te
herstellen schade subjectief vastgesteld door het slachtoffer en ten derde de evenredigheid tussen
enerzijds de ernst van het strafbare feit en de schuld en anderzijds de interventie.
$8.67
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
meikevanderidder

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
meikevanderidder Universiteit Utrecht
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
0
Membre depuis
9 mois
Nombre de followers
0
Documents
14
Dernière vente
-

0.0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions