100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Fh 1.1

Rating
-
Sold
-
Pages
17
Uploaded on
18-06-2020
Written in
2019/2020

fysiotherapeutisch Handelen van periode 1.1 fysiotherapie op fontys

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 18, 2020
Number of pages
17
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting FH periode 1.
Interactieve oefeningen.

Prime agonist: een spier die direct verantwoordelijk is voor een beweging.
Synergist: (supporter) voert een coöperatieve spierfunctie uit t.o.v de agonist.
Stabilisatoren (fixators): spieren die een deel van het lichaam stabiliseren of ondersteunen.
Neutraliseren: spieren die een ongewenste werking van een mover voorkomen.
Antagonist: een spier met het tegenovergestelde effect van een agonist.

Sagittale vlak: dit vlak, ook bekend als anteriorposterior of mediaanvlak, verdeelt het
lichaam verticaal in linker en rechterhelften van gelijke grootte.
Frontale vlak: dit vlak, ook bekend als de laterale of frontale vlak, scheidt het lichaam gelijk
aan voor- en achterkant helften.
Transversale vlak: dit vlak, ook bekend als het horizontale vlak, scheidt het lichaam
gelijkmatig in de bovenste en onderste helften.
Frontale as: deze as, ook bekend als de dwarsas, loodrecht op het sagittale vlak.
Sagittale as: deze as staat loodrecht op het frontale vlak.
Longitudinale as: deze as, ook bekend als verticale as, loodrecht op het dwarsvlak.

Bewegingsrichtingen.

Sagittale vlak: flexie en extensie.
Frontale vlak: abductie en adductie.
Transversale vlak: rotatie.

Spiercontracties.

Statische contracties.
Isometrische contractie: de lengte van een spier verandert niet.

Dynamische contracties.
Concentrische contractie: contractie waarbij de spier kracht levert en verkort.
Excentrische contractie: contractie waarbij de spier kracht levert en verlengt.
Isokinetische contractie: contractie van de spier met constante snelheid ( alleen met een
apparaat bijv. biodex mogelijk)
Isotonische contractie: contractie van de spier met een constante spanning.
Auxotonische contractie: contractie, lengte van de spier verandert en spanning neemt toe;
spier kan verkorten of verlengen.

,Massagevormen.
Klassieke en lymfe drainage zijn massagevormen voor de fysiotherapeut.

Klassieke massage.

Effleurage: strijken over de huid met alle delen van de hand.
Pétrissage: spieren oppakken, rekmoment geven en laten ontspannen  kneden.
Friction: heel intens op een klein stukje duwen bijv. een knoop.
Tapotement: slaan op de huid.
Vibratie: de eigen spanning doorgeven aan de patiënt.
Schudden: indirect of direct.
Huidtechnieken: oppakbaarheid, onderhuidse lagen activeren. Mobiliseren van littekens.

Maschesch: palpatie.
Mass: drukken.
Massein: kneden.

Massagedoelen.

Wanneer wel? Wanneer niet?
- Alleen als een massage effectief zou helpen bij een blessure.
- Alleen als een massage financieel effectief is.

Massage bij?

- Weefselschade – ontstekingen.
- Weefselschade – verklevingen, proliferatie fase.
- Verklevingen tussen facies (bindweefsel).
- Verminderen van lymfe oedeem.
- Trigger points.
- Pijnvermindering.
- Stimulatie van het parasympatische zenuwstelsel (bevordert assimilatie).

Hoe?

- Eerst handen wassen!
- Inspectie en palpatie.
- Huid.
- Bindweefsel.
- Spieren.
- Pezen.
- Gewrichten.
- Botten.
- Handen wassen!

, Raamwerk.
DTF: direct toegankelijk fysiotherapie. Zonder verwijzing naar de fysiotherapeut.
- Eerst een screening op rode vlaggen.
- Rode vlag? Direct naar de huisarts.

Met verwijzing?
- Screening is al gedaan.
 Rapport voor de therapeut van de huisarts.

Eerst structuur, dan avontuur.

Anamnese.

- Vraagstelling naar het probleem.

De volgorde van het raamwerk geeft richting.
- Het is dus geen algoritme.
- Niet alle onderdelen zijn dus van toepassing.

Doelstelling.
- Een fysiotherapeutische diagnose stellen  hypothese!
- Samenvatting van heel het onderzoek op basis van het ICF.

Screening.

- DTF, alleen hierbij een screening.
- Alles uitleggen aan de patiënt.
- Op ooghoogte instructies geven over de behandeling.
- WAT GA JE DOEN? HOE GA JE HET DOEN? WAAROM GA JE HET DOEN?

Symptomen door patiënten gegeven.
Signs door lichamelijk onderzoek.
- Deze moeten met elkaar matchen.

Er wordt altijd op rode vlaggen gescreend.
- Rode vlaggen zijn signs en symptomen die op te vatten zijn als
waarschuwingssignalen of risico’s.
- Rode vlaggen zijn indicatoren voor meer of minder ernstige pathologie.
- Plaats de bevindingen altijd in de totale context.

Specifieke rode vlaggen.
- Niet bekende aandoening of ziektescenario.
- Bij een rode vlag is het verstandig om de patiënt door te verwijzen naar de huisarts.
$6.63
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
gijsvanhooren
5.0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
gijsvanhooren Fontys Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
4
Member since
5 year
Number of followers
4
Documents
14
Last sold
2 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions