Verbintenissenrecht
HC’s en OG’s
,HC 1: Algemene inleiding
Studentencursus: Inleiding
Art. 5.1 BW: ‘Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar,
indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.’
Rechtsband: schuldeiser = actiefzijde, gerechtigd, schuldvordering
Schuldenaar: passiefzijde, gehouden, schuld
Kan voortvloeien in beide richtingen = wederkerige verbintenis (quid pro quo), bv.
koopovereenkomst
Afdwingbaarheid: SA moet verbintenis nakomen. Zo niet, kan SE de verbintenis afdwingen
1. (Buiten)gerechtelijke sancties
2. Uitvoerbare titel, bv. vonnis
3. Met dwangmiddelen uitvoeren, bv. gerechtsdeurwaarder
= kenmerk van juridische verbintenis
<-> niet-juridische verbintenissen:
- Louter morele verbintenissen: sociale afspraken, herenakkoord...
- Natuurlijke verbintenissen: art. 5.2 BW
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
Intern vergeleken Verhouding tussen personen Verhouding tussen persoon en
zaak
Extern vergeleken Relativiteit-tegenwerpelijkheid Erga omnes
Soorten verbintenissen: art. 5.46, lid 2, BW doen, niet-doen, geven, garanderen
Art. 5.72 BW draagwijdte: resultaats-/inspanningsverbintenis
Cfr. Versterkte resultaats- en inspanningsverbintenissen
Art. 5.3 BW: verbintenissen ontstaan uit rechtshandelingen en uit de wet
Rechtshandelingen, art. 1.3 BW Wet: rechtsfeiten waaraan de wet
rechtsgevolgen koppelt
- Meerzijdige contracten - onrechtmatige daad
- eenzijdige contracten - oneigenlijke contracten
Vertrouwensleer: laat toe om in een situatie waar een schijn is opgewekt waarop een derde rechtmatig
vertrouwd heeft, de schijn voor werkelijkheid te nemen en juridische gevolgen toe te kennen aan de
schijnbare situatie bv. art. 5.17 toepassing vertrouwensleer
,OG 1: Kennismaking wettelijke bronnen &
contracten
Studentencursus: Deel 1, Titel 1, Hoofdstukken 1 & 2
Een contract is altijd een meerzijdige rechtshandeling (intern niet altijd meerzijdig)
Consensueel contract: loutere wilsovereenstemming zonder vormvereiste, art. 5.5 lid 1 BW
- Bv. huur, aanneming, lastgeving
Vormelijk contract: onderworpen aan een vormvereiste, art. 5.5, lid 2, BW
- Bv. schenking vereist notariële akte
Zakelijk contract: vereist overhandiging van een voorwerp, art. 5.5, lid 3, BW
- Bv. bruiklening, bewaargeving
Eenzijdig contract: wanneer een partij verbonden is jegens een andere, zonder enige verbintenis voor
laatstgenoemde, art. 5.6, lid 2 BW. Bv. schenking
Wederkerig contract: wanneer de contractspartijen over en weer jegens elkaar verbonden zijn, art. 5.6,
lid 1 BW. Bv. koop tegelijk schuldeiser en schuldenaar van verschillende verbintenissen
ruilkarakter = quid pro quo
Contract onder bezwarende titel: wanneer het voor elke partij een voordeel oplevert, art. 5.7 lid 1, BW.
Bv. koop
Contract ten kosteloze titel: wanneer een partij die aan de andere een voordeel verschaft, in ruil
daarvoor geen voordeel krijgt, art. 5.7, lid 2, BW. Bv. schenking
Vergeldend contract: wanneer bij zijn totstandkoming, de wederkerige prestaties als gelijkwaardig
worden beschouwd, art. 5.8, lid 1 BW. Bv. koop
Kanscontract: wanneer de gelijkwaardigheid van de wederkerige prestaties waartoe contractspartijen
zich binden, onzeker is doordat het bestaan of de omvang van één van de prestaties afhangt van een
onzekere gebeurtenis. Art. 5.8, lid 2, BW. Bv. lijfrente
Raamcontract: contract waarbij de contractspartijen de algemene principes overeenkomen waarbinnen
zij latere uitvoeringscontracten zullen sluiten, art. 5.9, BW. Bv. distributieovereenkomst
Toetredingscontract: wanneer het vooraf en eenzijdig is opgesteld door een partij en er niet
onderhandeld over kan worden, art. 5.10, lid 1 BW.
Algemene voorwaarden: bedingen die op voorhand voor een algemeen en herhaald gebruik zijn
opgesteld en die worden opgelegd zonder onderhandeling met de andere partij
Contracten met consumenten (B2C): art. 5.11 BW, art. I.1, 1° en 2° WER
Tweepartijencontract: contract tussen twee partijen of twee ‘groepen’ van partijen aangegaan
Meerpartijencontract: contract door meer dan twee contractspartijen aangegaan, art. 5.12 BW
,HC 2: Totstandkoming contract, contractsvrijheid
Studentencursus: Deel 1, Titel 1, Hoofdstukken 1, 2 & 3, afdeling 1
Casussen:
- Vissers: ouders vermist meisje in Peru: eenzijdige rechtshandeling (slechts 1 wilsuiting van ouders
verbintenis ontstaat nog vóór iemand aan de andere kant aanvaardt)
- Camping voor voetballers schadevergoeding: meerzijdig contract
- Skiër met redders: oneigenlijk contract
- Hackers cm-klanten schadevergoeding: onrechtmatige daad (geen contract gesloten, fout, schade,
oorzakelijk verband)
Basisbeginselen van verbintenissenrecht:
- Wilsautonomie: ieder heeft de bevoegdheid om eigen rechtspositie te bepalen
- Contractsvrijheid: iedereen is vrij om contracten aan te gaan, art. 5.14 BW
o Vrij om wel/niet te contracteren
o Vrij om persoon van andere partij te kiezen
o Vrij om inhoud van contract te bepalen
o Vrij om in onderling overleg contractuele rechtsverhouding te wijzigen/beëindigen
- Consensualisme: loutere wilsovereenstemming volstaat om een geldig contract tot stand te
laten komen, art. 5.28 BW
= reactie tegen dictatuur Louis XIV
Socialisme: ongelijkheid in de samenleving, niet iedereen is in staat om voor zichzelf op te komen
overheid moet toch regels/beperkingen uitvaardigen
Beperking 1: vrijheid om contracten te sluiten1
Niet verplicht om te motiveren waarom je het contract weigert, onderhandelingen vrij voeren en
afbreken art. 5.15 BW
- Beperkingen door onbillijke onrechtvaardigde resultaten:
o Contractsdwang: gedwongen om te contracteren, tegen situaties met sociale
ongelijkheden weigering niet mogelijk
Bv. levensnoodzakelijke goederen = feitelijke dwang2, verplichte
aansprakelijkheidsverzekering auto = juridische dwang 3, mogelijkheid om
bankrekening te hebben...)
o Rechtsmisbruik: art. 1.10
Beperking 2: vrijheid om contractspartij te kiezen discriminatieverbod & andere verboden
Vrijheid om partij wel/niet te kiezen vrijheid om te ‘discrimineren’, objectieve redenen kan
discriminatie verantwoorden (bv. negatief advies bij risico-analyse)
- Maar: niet op basis van arbitraire kenmerken die worden verworpen door de maatschappij,
art. 10 en 11 GW
- Antidiscriminatiewetten: geen discriminatie tussen overheid – burger laten discriminatie
toe wanneer het een legitieme doelstelling nastreeft
1
Niet onbegrensd: onrechtmatige contractweigering algemeen verbod op rechtsmisbruik
2
Feitelijke contractdwang: wanneer iemand geen andere keuze heeft dan te contracteren met een ander
3
Juridische contractdwang: wettelijke verplichting om te contracteren
, - Mededingsrecht: kartelverbod, verbod op monopolievorming...
- Derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk buitencontractuele
aansprakelijkheid
Beperking 3: vrijheid om inhoud van contracten te bepalen
Art. 1.3, lid 3 & art. 5.3, lid 2 BW: verbintenissenrecht is in de regel van aanvullende aard
vrijheid om inbenoemde contracten te maken
Contractsvrijheid is nooit absoluut geweest + belang aan beperking ter bescherming van zwakkeren is
toegenomen dwingend recht (relatieve nietigheid) en van openbare orde (absolute nietigheid, art.
5.58 BW) neemt toe in het verbintenissenrecht
,OG 2: Dynamische totstandkoming contract &
sanctionering in de precontractuele fase
Studentencursus: Deel 1, Titel 1, Hoofdstuk 3, Afdeling 2
Totstandkoming contracten:
- Statisch: op een bepaald moment komt een contract tot stand welke geldigheidsvereisten
zijn op dat moment vervuld?
- Dynamisch, art. 5.15, lid 1 BW: proces van onderhandelingen, aanbod, tegenaanbod,
aanvaarding...
o Precontractuele (onrechtmatige daad) en contractuele aansprakelijkheid: breekpunt is
aanvaarding
Informatieplichten:
- Geen algemene precontractuele informatieplicht
- Wel specifieke informatieplicht: art. 5.16 BW
o Goede trouw en gebruiken: afgemeten aan de hoedanigheid van de partijen, hun
redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract
o Relevante en correcte informatie: zo niet, aanleiding tot precontractuele
aansprakelijkheid, bv. door een wilsgebrek komt het contract niet geldig tot stand
Precontractuele aansprakelijkheid art. 5.17 BW:
- Onderhandeliingsvrijheid begrenst door goede trouw anders buitencontractuele
aansprakelijkheid
- Foutief afbreken van onderhandelingen
o Negatief contractsbelang: benadeelde partij heeft recht op schadeloosstelling & wordt
teruggeplaatst in de situatie waarin die zou zich hebben bevonden als er niet
onderhandeld zou zijn
o Positief contractsbeland: bij wekking rechtmatig vertrouwen het contract zonder twijfel
zou sluiten schadeloosstelling: verwachte netto-voordelen uit het niet-gesloten
contract
- Schending informatieplicht: schadeloosstelling of nietigheid contract bij wilsgebrek
Afspraken tijdens onderhandelingen:
- Onderhandelingscontracten tijdens onderhandelingsfase: bindende afspraken
contractuele aansprakelijkheid want bevinden zich in de contractuele fase
o Bv. schadebeding, geheimhoudingscontract...
o Herenakkoord: verbonden om in eer en geweten loyaal te onderhandelen, maar niet
juridisch gebonden
- Stand van onderhandelingen: schriftelijk vastleggen
o Intentieverklaring: voorlopige resultaat en verdere stappen opnemen
o Beginselakkoord: vaststellen over welke punten er al een akkoord bestaat en binden tot
verdere onderhandelingen die nog moeten worden uitgewerkt
,Aanbod, art. 5.19, lid 1 BW: een voorstel tot contracteren dat:
- Alle essentiële en substantiële bestanddelen4 omvat van het beoogde contract (objectieve
vereiste)
- De wil van de aanbieder impliceert om door het contract gebonden te zijn in geval van
aanvaarding (subjectieve vereiste)
geen sprake van een aanbod wanneer essentiële en substantiële bestanddelen, en de wil om
gebonden te zijn ontbreken.
= eenzijdige rechtshandeling, gebaseerd op een bindende eenzijdige wilsuiting
Aanbod mag gewijzigd of ingetrokken worden door aanbieder behalve bij kennisname van
bestemmeling, art. 5.19, lid 2 BW
Aanbod dat bestemmeling heeft bereikt, is onherroepelijk: aanbieder is gebonden gedurende de
bepaalde of redelijke termijn, art. 5.19, lid 3 & 4 BW
Aanvaarding, art. 5.20, lid 1 BW: elke verklaring of andere gedraging van de bestemmeling van het
aanbod die uitdrukt dat die ermee instemt zonder aanvullingen, beperkingen of wijzigingen van de
bestanddelen.
= eenzijdige rechtshandeling, gebaseerd op een bindende eenzijdige wilsuiting
Wanneer toch aanvullingen, beperkingen of wijzigingen tegenaanbod, art. 5.20, lid 2 BW
Aanvaarding is vormvrij, behalve bij vormelijke contracten
Stilzwijgende aanvaarding: stilzwijgen is onvoldoende, behalve bij bv. stilzwijgende betaling factuur en
bij vormelijke contracten
Aanvaarding intrekken zolang deze de aanbieder nog niet heeft bereikt (kennisname volgens art. 1.5, lid
2 BW), art. 5.20, lid 4 BW
Herroepingsrecht: contract strekt de partijen tot wet, art. 5.69 BW bindende kracht van contracten
enkel in onderling overleg beëindigen één partij mag niet zomaar herroepen
- Wet of contract kan herroepingsrecht toekennen, art. 5.22 BW
Herroeping Opzegging
onafhankelijk van enige wanprestatie eenzijdige rechtshandeling waarmee een
partij ziet af van het contract en wil het contractsparttij zonder terugwerkende
contract in zijn geheel niet wel kracht een einde maakt aan een contract
terugwerkende kracht mits kennisgeving aan de ander en buiten
restitutieverplichting enige contractuele wanprestatie om
Algemene voorwaarden deel van contractuele rechtsverhouding?
- Opname vereist effectieve/mogelijke kennis en aanvaarding door andere partij, art. 5.23, lid
1 BW.
Mogelijke kennisname: beschikbaarheid, leesbaarheid en begrijpelijkheid
4
Essentieel: in het licht van de aard of de strekking van het contract als beslissend belang beschouwd
Substantieel: elementen van bijkomstig belang verheffen tot elementen van beslissend belang
, (ondernemingen worden geacht de algemene voorwaarden die gebruikelijk zijn in een sector te
kennen)
Bij conflict over algemene voorwaarden komt voorrang toe aan de onderhandelde bedingen van het
contract, art. 5.23, lid 2 BW gemeenschappelijke bedoeling van partijen
Formulierenstrijd: wat als beide partijen algemene voorwaarden hebben?
knock out rule: art. 5.23, lid 3: algemene voorwaarden zijn geen essentieel of substantieel deel van
het contract contract kan zonder wilsovereenstemming over de algemene voorwaarden tot stand
komen
De algemene voorwaarden van iedere partij zijn deel van het contract, met uitzondering van de
bedingen die onverenigbaar worden geacht
- Uitzondering: komt niet tot stand wanneer een partij vooraf uitdrukkelijk aangeeft dat ze niet
gebonden wil zijn door een contract dat op deze manier tot stand komt, art. 5.23, lid 4 BW
Voorcontracten: bindende contracten die andere contracten voorafgaan
later contract sluiten waarvan de essentiële en substantiële elementen soms al bepaald zijn of
voldoende bepaalbaar
Voorkeurscontract: contract waarbij een contractspartij zich ertoe verbindt om voorrang te geven aan
de begunstigde ervan als zij zou beslissen te contracteren, art. 5.24 BW
Bv. voorkooprecht
Optiecontract: contract warbij een partij aan de begunstigde ervan het recht geeft te beslissen om met
haar een contract te sluiten waarvan essentiële en substantiële bestanddelen vastliggen & voor de
totstandkoming waarvan enkel nog de toestemming van de begunstigde ontbreekt, art. 5.25 BW
Bv. eenzijdige verkoopbeloften
HC’s en OG’s
,HC 1: Algemene inleiding
Studentencursus: Inleiding
Art. 5.1 BW: ‘Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een schuldenaar,
indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.’
Rechtsband: schuldeiser = actiefzijde, gerechtigd, schuldvordering
Schuldenaar: passiefzijde, gehouden, schuld
Kan voortvloeien in beide richtingen = wederkerige verbintenis (quid pro quo), bv.
koopovereenkomst
Afdwingbaarheid: SA moet verbintenis nakomen. Zo niet, kan SE de verbintenis afdwingen
1. (Buiten)gerechtelijke sancties
2. Uitvoerbare titel, bv. vonnis
3. Met dwangmiddelen uitvoeren, bv. gerechtsdeurwaarder
= kenmerk van juridische verbintenis
<-> niet-juridische verbintenissen:
- Louter morele verbintenissen: sociale afspraken, herenakkoord...
- Natuurlijke verbintenissen: art. 5.2 BW
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
Intern vergeleken Verhouding tussen personen Verhouding tussen persoon en
zaak
Extern vergeleken Relativiteit-tegenwerpelijkheid Erga omnes
Soorten verbintenissen: art. 5.46, lid 2, BW doen, niet-doen, geven, garanderen
Art. 5.72 BW draagwijdte: resultaats-/inspanningsverbintenis
Cfr. Versterkte resultaats- en inspanningsverbintenissen
Art. 5.3 BW: verbintenissen ontstaan uit rechtshandelingen en uit de wet
Rechtshandelingen, art. 1.3 BW Wet: rechtsfeiten waaraan de wet
rechtsgevolgen koppelt
- Meerzijdige contracten - onrechtmatige daad
- eenzijdige contracten - oneigenlijke contracten
Vertrouwensleer: laat toe om in een situatie waar een schijn is opgewekt waarop een derde rechtmatig
vertrouwd heeft, de schijn voor werkelijkheid te nemen en juridische gevolgen toe te kennen aan de
schijnbare situatie bv. art. 5.17 toepassing vertrouwensleer
,OG 1: Kennismaking wettelijke bronnen &
contracten
Studentencursus: Deel 1, Titel 1, Hoofdstukken 1 & 2
Een contract is altijd een meerzijdige rechtshandeling (intern niet altijd meerzijdig)
Consensueel contract: loutere wilsovereenstemming zonder vormvereiste, art. 5.5 lid 1 BW
- Bv. huur, aanneming, lastgeving
Vormelijk contract: onderworpen aan een vormvereiste, art. 5.5, lid 2, BW
- Bv. schenking vereist notariële akte
Zakelijk contract: vereist overhandiging van een voorwerp, art. 5.5, lid 3, BW
- Bv. bruiklening, bewaargeving
Eenzijdig contract: wanneer een partij verbonden is jegens een andere, zonder enige verbintenis voor
laatstgenoemde, art. 5.6, lid 2 BW. Bv. schenking
Wederkerig contract: wanneer de contractspartijen over en weer jegens elkaar verbonden zijn, art. 5.6,
lid 1 BW. Bv. koop tegelijk schuldeiser en schuldenaar van verschillende verbintenissen
ruilkarakter = quid pro quo
Contract onder bezwarende titel: wanneer het voor elke partij een voordeel oplevert, art. 5.7 lid 1, BW.
Bv. koop
Contract ten kosteloze titel: wanneer een partij die aan de andere een voordeel verschaft, in ruil
daarvoor geen voordeel krijgt, art. 5.7, lid 2, BW. Bv. schenking
Vergeldend contract: wanneer bij zijn totstandkoming, de wederkerige prestaties als gelijkwaardig
worden beschouwd, art. 5.8, lid 1 BW. Bv. koop
Kanscontract: wanneer de gelijkwaardigheid van de wederkerige prestaties waartoe contractspartijen
zich binden, onzeker is doordat het bestaan of de omvang van één van de prestaties afhangt van een
onzekere gebeurtenis. Art. 5.8, lid 2, BW. Bv. lijfrente
Raamcontract: contract waarbij de contractspartijen de algemene principes overeenkomen waarbinnen
zij latere uitvoeringscontracten zullen sluiten, art. 5.9, BW. Bv. distributieovereenkomst
Toetredingscontract: wanneer het vooraf en eenzijdig is opgesteld door een partij en er niet
onderhandeld over kan worden, art. 5.10, lid 1 BW.
Algemene voorwaarden: bedingen die op voorhand voor een algemeen en herhaald gebruik zijn
opgesteld en die worden opgelegd zonder onderhandeling met de andere partij
Contracten met consumenten (B2C): art. 5.11 BW, art. I.1, 1° en 2° WER
Tweepartijencontract: contract tussen twee partijen of twee ‘groepen’ van partijen aangegaan
Meerpartijencontract: contract door meer dan twee contractspartijen aangegaan, art. 5.12 BW
,HC 2: Totstandkoming contract, contractsvrijheid
Studentencursus: Deel 1, Titel 1, Hoofdstukken 1, 2 & 3, afdeling 1
Casussen:
- Vissers: ouders vermist meisje in Peru: eenzijdige rechtshandeling (slechts 1 wilsuiting van ouders
verbintenis ontstaat nog vóór iemand aan de andere kant aanvaardt)
- Camping voor voetballers schadevergoeding: meerzijdig contract
- Skiër met redders: oneigenlijk contract
- Hackers cm-klanten schadevergoeding: onrechtmatige daad (geen contract gesloten, fout, schade,
oorzakelijk verband)
Basisbeginselen van verbintenissenrecht:
- Wilsautonomie: ieder heeft de bevoegdheid om eigen rechtspositie te bepalen
- Contractsvrijheid: iedereen is vrij om contracten aan te gaan, art. 5.14 BW
o Vrij om wel/niet te contracteren
o Vrij om persoon van andere partij te kiezen
o Vrij om inhoud van contract te bepalen
o Vrij om in onderling overleg contractuele rechtsverhouding te wijzigen/beëindigen
- Consensualisme: loutere wilsovereenstemming volstaat om een geldig contract tot stand te
laten komen, art. 5.28 BW
= reactie tegen dictatuur Louis XIV
Socialisme: ongelijkheid in de samenleving, niet iedereen is in staat om voor zichzelf op te komen
overheid moet toch regels/beperkingen uitvaardigen
Beperking 1: vrijheid om contracten te sluiten1
Niet verplicht om te motiveren waarom je het contract weigert, onderhandelingen vrij voeren en
afbreken art. 5.15 BW
- Beperkingen door onbillijke onrechtvaardigde resultaten:
o Contractsdwang: gedwongen om te contracteren, tegen situaties met sociale
ongelijkheden weigering niet mogelijk
Bv. levensnoodzakelijke goederen = feitelijke dwang2, verplichte
aansprakelijkheidsverzekering auto = juridische dwang 3, mogelijkheid om
bankrekening te hebben...)
o Rechtsmisbruik: art. 1.10
Beperking 2: vrijheid om contractspartij te kiezen discriminatieverbod & andere verboden
Vrijheid om partij wel/niet te kiezen vrijheid om te ‘discrimineren’, objectieve redenen kan
discriminatie verantwoorden (bv. negatief advies bij risico-analyse)
- Maar: niet op basis van arbitraire kenmerken die worden verworpen door de maatschappij,
art. 10 en 11 GW
- Antidiscriminatiewetten: geen discriminatie tussen overheid – burger laten discriminatie
toe wanneer het een legitieme doelstelling nastreeft
1
Niet onbegrensd: onrechtmatige contractweigering algemeen verbod op rechtsmisbruik
2
Feitelijke contractdwang: wanneer iemand geen andere keuze heeft dan te contracteren met een ander
3
Juridische contractdwang: wettelijke verplichting om te contracteren
, - Mededingsrecht: kartelverbod, verbod op monopolievorming...
- Derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk buitencontractuele
aansprakelijkheid
Beperking 3: vrijheid om inhoud van contracten te bepalen
Art. 1.3, lid 3 & art. 5.3, lid 2 BW: verbintenissenrecht is in de regel van aanvullende aard
vrijheid om inbenoemde contracten te maken
Contractsvrijheid is nooit absoluut geweest + belang aan beperking ter bescherming van zwakkeren is
toegenomen dwingend recht (relatieve nietigheid) en van openbare orde (absolute nietigheid, art.
5.58 BW) neemt toe in het verbintenissenrecht
,OG 2: Dynamische totstandkoming contract &
sanctionering in de precontractuele fase
Studentencursus: Deel 1, Titel 1, Hoofdstuk 3, Afdeling 2
Totstandkoming contracten:
- Statisch: op een bepaald moment komt een contract tot stand welke geldigheidsvereisten
zijn op dat moment vervuld?
- Dynamisch, art. 5.15, lid 1 BW: proces van onderhandelingen, aanbod, tegenaanbod,
aanvaarding...
o Precontractuele (onrechtmatige daad) en contractuele aansprakelijkheid: breekpunt is
aanvaarding
Informatieplichten:
- Geen algemene precontractuele informatieplicht
- Wel specifieke informatieplicht: art. 5.16 BW
o Goede trouw en gebruiken: afgemeten aan de hoedanigheid van de partijen, hun
redelijke verwachtingen en het voorwerp van het contract
o Relevante en correcte informatie: zo niet, aanleiding tot precontractuele
aansprakelijkheid, bv. door een wilsgebrek komt het contract niet geldig tot stand
Precontractuele aansprakelijkheid art. 5.17 BW:
- Onderhandeliingsvrijheid begrenst door goede trouw anders buitencontractuele
aansprakelijkheid
- Foutief afbreken van onderhandelingen
o Negatief contractsbelang: benadeelde partij heeft recht op schadeloosstelling & wordt
teruggeplaatst in de situatie waarin die zou zich hebben bevonden als er niet
onderhandeld zou zijn
o Positief contractsbeland: bij wekking rechtmatig vertrouwen het contract zonder twijfel
zou sluiten schadeloosstelling: verwachte netto-voordelen uit het niet-gesloten
contract
- Schending informatieplicht: schadeloosstelling of nietigheid contract bij wilsgebrek
Afspraken tijdens onderhandelingen:
- Onderhandelingscontracten tijdens onderhandelingsfase: bindende afspraken
contractuele aansprakelijkheid want bevinden zich in de contractuele fase
o Bv. schadebeding, geheimhoudingscontract...
o Herenakkoord: verbonden om in eer en geweten loyaal te onderhandelen, maar niet
juridisch gebonden
- Stand van onderhandelingen: schriftelijk vastleggen
o Intentieverklaring: voorlopige resultaat en verdere stappen opnemen
o Beginselakkoord: vaststellen over welke punten er al een akkoord bestaat en binden tot
verdere onderhandelingen die nog moeten worden uitgewerkt
,Aanbod, art. 5.19, lid 1 BW: een voorstel tot contracteren dat:
- Alle essentiële en substantiële bestanddelen4 omvat van het beoogde contract (objectieve
vereiste)
- De wil van de aanbieder impliceert om door het contract gebonden te zijn in geval van
aanvaarding (subjectieve vereiste)
geen sprake van een aanbod wanneer essentiële en substantiële bestanddelen, en de wil om
gebonden te zijn ontbreken.
= eenzijdige rechtshandeling, gebaseerd op een bindende eenzijdige wilsuiting
Aanbod mag gewijzigd of ingetrokken worden door aanbieder behalve bij kennisname van
bestemmeling, art. 5.19, lid 2 BW
Aanbod dat bestemmeling heeft bereikt, is onherroepelijk: aanbieder is gebonden gedurende de
bepaalde of redelijke termijn, art. 5.19, lid 3 & 4 BW
Aanvaarding, art. 5.20, lid 1 BW: elke verklaring of andere gedraging van de bestemmeling van het
aanbod die uitdrukt dat die ermee instemt zonder aanvullingen, beperkingen of wijzigingen van de
bestanddelen.
= eenzijdige rechtshandeling, gebaseerd op een bindende eenzijdige wilsuiting
Wanneer toch aanvullingen, beperkingen of wijzigingen tegenaanbod, art. 5.20, lid 2 BW
Aanvaarding is vormvrij, behalve bij vormelijke contracten
Stilzwijgende aanvaarding: stilzwijgen is onvoldoende, behalve bij bv. stilzwijgende betaling factuur en
bij vormelijke contracten
Aanvaarding intrekken zolang deze de aanbieder nog niet heeft bereikt (kennisname volgens art. 1.5, lid
2 BW), art. 5.20, lid 4 BW
Herroepingsrecht: contract strekt de partijen tot wet, art. 5.69 BW bindende kracht van contracten
enkel in onderling overleg beëindigen één partij mag niet zomaar herroepen
- Wet of contract kan herroepingsrecht toekennen, art. 5.22 BW
Herroeping Opzegging
onafhankelijk van enige wanprestatie eenzijdige rechtshandeling waarmee een
partij ziet af van het contract en wil het contractsparttij zonder terugwerkende
contract in zijn geheel niet wel kracht een einde maakt aan een contract
terugwerkende kracht mits kennisgeving aan de ander en buiten
restitutieverplichting enige contractuele wanprestatie om
Algemene voorwaarden deel van contractuele rechtsverhouding?
- Opname vereist effectieve/mogelijke kennis en aanvaarding door andere partij, art. 5.23, lid
1 BW.
Mogelijke kennisname: beschikbaarheid, leesbaarheid en begrijpelijkheid
4
Essentieel: in het licht van de aard of de strekking van het contract als beslissend belang beschouwd
Substantieel: elementen van bijkomstig belang verheffen tot elementen van beslissend belang
, (ondernemingen worden geacht de algemene voorwaarden die gebruikelijk zijn in een sector te
kennen)
Bij conflict over algemene voorwaarden komt voorrang toe aan de onderhandelde bedingen van het
contract, art. 5.23, lid 2 BW gemeenschappelijke bedoeling van partijen
Formulierenstrijd: wat als beide partijen algemene voorwaarden hebben?
knock out rule: art. 5.23, lid 3: algemene voorwaarden zijn geen essentieel of substantieel deel van
het contract contract kan zonder wilsovereenstemming over de algemene voorwaarden tot stand
komen
De algemene voorwaarden van iedere partij zijn deel van het contract, met uitzondering van de
bedingen die onverenigbaar worden geacht
- Uitzondering: komt niet tot stand wanneer een partij vooraf uitdrukkelijk aangeeft dat ze niet
gebonden wil zijn door een contract dat op deze manier tot stand komt, art. 5.23, lid 4 BW
Voorcontracten: bindende contracten die andere contracten voorafgaan
later contract sluiten waarvan de essentiële en substantiële elementen soms al bepaald zijn of
voldoende bepaalbaar
Voorkeurscontract: contract waarbij een contractspartij zich ertoe verbindt om voorrang te geven aan
de begunstigde ervan als zij zou beslissen te contracteren, art. 5.24 BW
Bv. voorkooprecht
Optiecontract: contract warbij een partij aan de begunstigde ervan het recht geeft te beslissen om met
haar een contract te sluiten waarvan essentiële en substantiële bestanddelen vastliggen & voor de
totstandkoming waarvan enkel nog de toestemming van de begunstigde ontbreekt, art. 5.25 BW
Bv. eenzijdige verkoopbeloften