Didactische principes
Realiteitsprincipe
Activiteitsprincipe
Herhalingsprincipe
Aanschouwelijkheidsprincipe
Beperkings- en geleidelijkheidsprincipe
Individualisatieprincipe - differentiatie
Motivatieprincipe
Integratieprincipe
Krachtige leeromgeving
= Situaties en contexten die bij lerenden de vereiste leerprocessen en motivatie uitlokken en op gang
houden om de vooropgestelde doelen te bereiken.
• Leren is een actief proces
• Leren is een constructief en cumulatief proces
• Leren is zelfregulerend en zelfsturend
• Leren is doelgericht
• Leren is contextgebonden
• Leren gebeurt deels coöperatief
Didactisch model
DOEL:
BEGINSITUATIE
- Aantal leerlingen
- Niveau van de leerlingen
1
DIDACTIEK
, Realiteitsprincipe
= Verwijst naar het belang van de link tussen je les en de huidige werkelijkheid, de hedendaagse
samenleving.
• Toepasbaarheid
• Actualiteit
Vb. Lkr EC gebruikt recente facturen van bedrijven uit de schoolregio.
Aanschouwelijkheidsprincipe
= Stelt dat de nieuwe leerinhouden zoveel mogelijk concreet en dus zintuigelijk waarneembaar
moeten worden voorgesteld.
• Multi-sensorieel
Vb. Lkr LO demonstreert een handenstand.
ASA-model
1. Aanschouwelijke fase:
a. Concrete voorbeelden
b. Voldoende in aantal
c. Voldoende verschillend
2. Schematische fase
a. Sterk vereenvoudigd
b. Niet relevante aspecten worden weggelaten
c. Verduidelijken van onderlinge relaties
i. Vb. Lkr BI stelt met de leerlingen een schema van de bloedsomloop op.
3. Abstracte fase
a. Geen voorstelling
b. Symbolen
c. Veronderstellingen
i. Vb. Lkr CH stelt een reactievergelijking op.
Herhalingsprincipe
= Impliceert dat de leerkracht bewust en gevarieerde (delen van) lessen items meermaals aan bod
laat komen.
• Reproductief = letterlijk herhalen
• Productief = toepassen
2
DIDACTIEK
Realiteitsprincipe
Activiteitsprincipe
Herhalingsprincipe
Aanschouwelijkheidsprincipe
Beperkings- en geleidelijkheidsprincipe
Individualisatieprincipe - differentiatie
Motivatieprincipe
Integratieprincipe
Krachtige leeromgeving
= Situaties en contexten die bij lerenden de vereiste leerprocessen en motivatie uitlokken en op gang
houden om de vooropgestelde doelen te bereiken.
• Leren is een actief proces
• Leren is een constructief en cumulatief proces
• Leren is zelfregulerend en zelfsturend
• Leren is doelgericht
• Leren is contextgebonden
• Leren gebeurt deels coöperatief
Didactisch model
DOEL:
BEGINSITUATIE
- Aantal leerlingen
- Niveau van de leerlingen
1
DIDACTIEK
, Realiteitsprincipe
= Verwijst naar het belang van de link tussen je les en de huidige werkelijkheid, de hedendaagse
samenleving.
• Toepasbaarheid
• Actualiteit
Vb. Lkr EC gebruikt recente facturen van bedrijven uit de schoolregio.
Aanschouwelijkheidsprincipe
= Stelt dat de nieuwe leerinhouden zoveel mogelijk concreet en dus zintuigelijk waarneembaar
moeten worden voorgesteld.
• Multi-sensorieel
Vb. Lkr LO demonstreert een handenstand.
ASA-model
1. Aanschouwelijke fase:
a. Concrete voorbeelden
b. Voldoende in aantal
c. Voldoende verschillend
2. Schematische fase
a. Sterk vereenvoudigd
b. Niet relevante aspecten worden weggelaten
c. Verduidelijken van onderlinge relaties
i. Vb. Lkr BI stelt met de leerlingen een schema van de bloedsomloop op.
3. Abstracte fase
a. Geen voorstelling
b. Symbolen
c. Veronderstellingen
i. Vb. Lkr CH stelt een reactievergelijking op.
Herhalingsprincipe
= Impliceert dat de leerkracht bewust en gevarieerde (delen van) lessen items meermaals aan bod
laat komen.
• Reproductief = letterlijk herhalen
• Productief = toepassen
2
DIDACTIEK