Contractenrecht
Prof. Dr. Ralph De Wit
1
, ALGEMENE INLEIDING
Studiemateriaal en examen
▪ Boek: R. DE WIT en S. DE CAUWER, Bijzondere overeenkomsten in hoofdlijnen, Oud-Turnhout,
Gompel & Svacina, 2023, 836 p. (er is een aparte studenteneditie in paperback).
▪ Burgerlijk Wetboek en bijzondere wetgeving. MAG OP HET EXAMEN WORDEN GEBRUIKT.
▪ Documentatie in de loop van de colleges ter beschikking gesteld op Canvas (rechtspraak).
▪ De presentaties in Powerpoint zijn een leidraad, geen samenvatting, en volstaan NIET als
studiemateriaal.
▪ Examenvorm: mondeling met schriftelijke voorbereiding (onder voorbehoud van
epidemieën).
o Je hebt een uur om schriftelijk voor te bereiden op twee vragen
Belang van het algemeen verbintenissenrecht
Alle bijzondere overeenkomsten volgen het regime van het algemeen verbintenissenrecht (Boek 5
BW). → daarom is het van belang om de algemene regels van het verbintenissenrecht te kennen.
▪ Beginsel van wilsautonomie: contract = wet partijen (artikel 5.69 BW).
▪ Beginsel van consensualisme: loutere wilsovereenstemming.
▪ Basisvereisten voor geldigheid contract:
o Geldige toestemming, zonder wilsgebreken
o Bekwaamheid contractspartijen
o Bepaald voorwerp
o Geoorloofde oorzaak
▪ Algemene regels contractuele aansprakelijkheid.
▪ Algemene regels tenietgaan van overeenkomst.
▪ Algemene regels betreffende wederkerige contracten.
2
, 1) Benoemde of onbenoemde overeenkomsten
a) Benoemde overeenkomsten
▪ Benoemde of bijzondere overeenkomsten onderworpen aan specifieke regeling, onderscheidt
ze van een doorsnee contract (algemene regels in Boek 5 BW).
▪ De wetgever reikt een soort modelcontract aan, een sjabloon – bevordert rechtszekerheid.
▪ De hier behandelde contracten komen uit het Oud BW: koop, huur van goederen (gedeeltelijk
geregionaliseerd), aanneming van werk, lastgeving, dading, en bewaargeving. De materie is
zeer omvangrijk en dus moet er worden gekozen (bv. niet: pacht1).
Binnen de koop heb je ook de consumentenkoop en de handelskoop die besproken zullen worden.
Deze komen niet uit het BW maar zullen alsnog besproken worden in een aantal hoofdlijnen. Binnen
de huur heb je een algemeen huurrecht, regels die gelden voor elke huurovereenkomst zowel van
roerende als onroerende goederen. Dat zijn heel algemene regels die destijds geschreven zijn sterk
met het oog op onroerend goed maar die bij gebrek aan wat anders ook gebruikt worden voor
roerende goederen. Daarnaast heb je de woninghuur, die materie is volledig geregionaliseerd. Je hebt
een apart huurrecht wat betreft de woning als hoofdverblijfplaats voor Vlaanderen, Wallonië en
Brussel Hoofdstedelijk gewest. Daarnaast heb je ook de handelshuur, dat is een zeer ingewikkeld
leerstuk.
o Aanneming van werk: een divers contract waar heel veel praktische toepassingen van
zijn, elk werk dat wordt uitgevoerd tegen betaling en zelfstandig zonder gezag leiding
en toezicht van een ander kwalificeert allemaal als aanneming. De bouw van een
woning voor particuliere doeleinden kan je zowel als koop als aanneming van werk
beschouwen.
▪ Ook buiten het BW talrijke benoemde overeenkomsten; sommige zo belangrijk dat zij een
eigen rechtstak vormen (verzekeringsrecht, arbeidsrecht…).
De benoemde of bijzondere overeenkomsten is een enorme materie, oneindig zelf. De lessen worden
onderverdeelt in 3 grote delen: de koop, huur van goederen en ‘de rest’. Onder de rest vallen
aanneming van werk, lastgeving, dading en bewaarneming. Dat zijn niet eens alle contracten,
daarnaast zijn zelf nog andere overeenkomsten die niet in het BW komen maar in andere rechtstakken.
1
Pacht is een huurovereenkomst van landbouwgronden bestemd voor professionele exploitatie. De pachtwet
wordt niet behandelt.
3
, b) Onbenoemde overeenkomsten
▪ Onbenoemde overeenkomst: geen specifiek wettelijk omschreven kader.
▪ Soms toch wel “benoemd”, maar zonder eigen wettelijke regeling: leasing, factoring,
sponsoring… → hoewel er geen eigen wettelijke regeling voor bestaat kunnen ze toch
benoemd zijn
▪ “Echt” onbenoemd: eigensoortig en gemengd.
▪ Eigensoortig (sui generis): autonome inhoud, kan niet worden herleid tot één benoemd
contract of combinatie van contracten, bv. franchising.
▪ Gemengd: samenstelling van verscheidene benoemde overeenkomsten, bv. verhuiscontract.
2) Kwalificatie van de contracten
▪ Combinatie, absorptie, en zelfstandigheid
▪ Vaak hybride contracten, die kenmerken vertonen van verschillende courante
overeenkomsten. Maar: welke regels gelden dan?
▪ Drie methodes: de combinatiemethode, de absorptiemethode, en de al vermelde kwalificatie
als eigensoortige (sui generis) overeenkomst. Zie artikel 5.67 BW.
▪ Combinatiemethode: regels van de samenstellende benoemde overeenkomsten worden
toegepast op de corresponderende onderdelen van de gemengde overeenkomst (bv. koop,
huur, lastgeving). → is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld in het geval van koop en aanneming
die vaak samen voorkomen zijn de regels onverenigbaar, je kan ze niet tegelijk toepassen
omdat bijna alle fundamentele regels elkaar tegenspreken
▪ Absorptiemethode: enkel rekening houden met de regels van de benoemde overeenkomst,
die het zwaarst doorweegt in de verhouding tussen de contractanten (bv. koop en
aanneming). → daar zijn heel specifieke problemen mee, bv in de consumentenkoop wordt de
koop van een te vervaardigen consumentengoed beschouwd als een koop
▪ Indien geen van beide methodes werkt: dan kwalificatie als eigensoortige (sui generis)
overeenkomst. Eventueel toepassing van bepaalde regels naar analogie.
4
Prof. Dr. Ralph De Wit
1
, ALGEMENE INLEIDING
Studiemateriaal en examen
▪ Boek: R. DE WIT en S. DE CAUWER, Bijzondere overeenkomsten in hoofdlijnen, Oud-Turnhout,
Gompel & Svacina, 2023, 836 p. (er is een aparte studenteneditie in paperback).
▪ Burgerlijk Wetboek en bijzondere wetgeving. MAG OP HET EXAMEN WORDEN GEBRUIKT.
▪ Documentatie in de loop van de colleges ter beschikking gesteld op Canvas (rechtspraak).
▪ De presentaties in Powerpoint zijn een leidraad, geen samenvatting, en volstaan NIET als
studiemateriaal.
▪ Examenvorm: mondeling met schriftelijke voorbereiding (onder voorbehoud van
epidemieën).
o Je hebt een uur om schriftelijk voor te bereiden op twee vragen
Belang van het algemeen verbintenissenrecht
Alle bijzondere overeenkomsten volgen het regime van het algemeen verbintenissenrecht (Boek 5
BW). → daarom is het van belang om de algemene regels van het verbintenissenrecht te kennen.
▪ Beginsel van wilsautonomie: contract = wet partijen (artikel 5.69 BW).
▪ Beginsel van consensualisme: loutere wilsovereenstemming.
▪ Basisvereisten voor geldigheid contract:
o Geldige toestemming, zonder wilsgebreken
o Bekwaamheid contractspartijen
o Bepaald voorwerp
o Geoorloofde oorzaak
▪ Algemene regels contractuele aansprakelijkheid.
▪ Algemene regels tenietgaan van overeenkomst.
▪ Algemene regels betreffende wederkerige contracten.
2
, 1) Benoemde of onbenoemde overeenkomsten
a) Benoemde overeenkomsten
▪ Benoemde of bijzondere overeenkomsten onderworpen aan specifieke regeling, onderscheidt
ze van een doorsnee contract (algemene regels in Boek 5 BW).
▪ De wetgever reikt een soort modelcontract aan, een sjabloon – bevordert rechtszekerheid.
▪ De hier behandelde contracten komen uit het Oud BW: koop, huur van goederen (gedeeltelijk
geregionaliseerd), aanneming van werk, lastgeving, dading, en bewaargeving. De materie is
zeer omvangrijk en dus moet er worden gekozen (bv. niet: pacht1).
Binnen de koop heb je ook de consumentenkoop en de handelskoop die besproken zullen worden.
Deze komen niet uit het BW maar zullen alsnog besproken worden in een aantal hoofdlijnen. Binnen
de huur heb je een algemeen huurrecht, regels die gelden voor elke huurovereenkomst zowel van
roerende als onroerende goederen. Dat zijn heel algemene regels die destijds geschreven zijn sterk
met het oog op onroerend goed maar die bij gebrek aan wat anders ook gebruikt worden voor
roerende goederen. Daarnaast heb je de woninghuur, die materie is volledig geregionaliseerd. Je hebt
een apart huurrecht wat betreft de woning als hoofdverblijfplaats voor Vlaanderen, Wallonië en
Brussel Hoofdstedelijk gewest. Daarnaast heb je ook de handelshuur, dat is een zeer ingewikkeld
leerstuk.
o Aanneming van werk: een divers contract waar heel veel praktische toepassingen van
zijn, elk werk dat wordt uitgevoerd tegen betaling en zelfstandig zonder gezag leiding
en toezicht van een ander kwalificeert allemaal als aanneming. De bouw van een
woning voor particuliere doeleinden kan je zowel als koop als aanneming van werk
beschouwen.
▪ Ook buiten het BW talrijke benoemde overeenkomsten; sommige zo belangrijk dat zij een
eigen rechtstak vormen (verzekeringsrecht, arbeidsrecht…).
De benoemde of bijzondere overeenkomsten is een enorme materie, oneindig zelf. De lessen worden
onderverdeelt in 3 grote delen: de koop, huur van goederen en ‘de rest’. Onder de rest vallen
aanneming van werk, lastgeving, dading en bewaarneming. Dat zijn niet eens alle contracten,
daarnaast zijn zelf nog andere overeenkomsten die niet in het BW komen maar in andere rechtstakken.
1
Pacht is een huurovereenkomst van landbouwgronden bestemd voor professionele exploitatie. De pachtwet
wordt niet behandelt.
3
, b) Onbenoemde overeenkomsten
▪ Onbenoemde overeenkomst: geen specifiek wettelijk omschreven kader.
▪ Soms toch wel “benoemd”, maar zonder eigen wettelijke regeling: leasing, factoring,
sponsoring… → hoewel er geen eigen wettelijke regeling voor bestaat kunnen ze toch
benoemd zijn
▪ “Echt” onbenoemd: eigensoortig en gemengd.
▪ Eigensoortig (sui generis): autonome inhoud, kan niet worden herleid tot één benoemd
contract of combinatie van contracten, bv. franchising.
▪ Gemengd: samenstelling van verscheidene benoemde overeenkomsten, bv. verhuiscontract.
2) Kwalificatie van de contracten
▪ Combinatie, absorptie, en zelfstandigheid
▪ Vaak hybride contracten, die kenmerken vertonen van verschillende courante
overeenkomsten. Maar: welke regels gelden dan?
▪ Drie methodes: de combinatiemethode, de absorptiemethode, en de al vermelde kwalificatie
als eigensoortige (sui generis) overeenkomst. Zie artikel 5.67 BW.
▪ Combinatiemethode: regels van de samenstellende benoemde overeenkomsten worden
toegepast op de corresponderende onderdelen van de gemengde overeenkomst (bv. koop,
huur, lastgeving). → is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld in het geval van koop en aanneming
die vaak samen voorkomen zijn de regels onverenigbaar, je kan ze niet tegelijk toepassen
omdat bijna alle fundamentele regels elkaar tegenspreken
▪ Absorptiemethode: enkel rekening houden met de regels van de benoemde overeenkomst,
die het zwaarst doorweegt in de verhouding tussen de contractanten (bv. koop en
aanneming). → daar zijn heel specifieke problemen mee, bv in de consumentenkoop wordt de
koop van een te vervaardigen consumentengoed beschouwd als een koop
▪ Indien geen van beide methodes werkt: dan kwalificatie als eigensoortige (sui generis)
overeenkomst. Eventueel toepassing van bepaalde regels naar analogie.
4