Constructieve opbouw van gebouw
o Stapelbouw
o Tunnelbouw
o Montagebouw - beton/CLT/prefab
o Skeletbouw – Hout of staal- beton
Bouwen is het omhullen van een ruimte
Draagstructuur tegen sneeuw, mensen, wind
Draagstructuur = overdracht van krachten van belasting:
1. Permanente belasting = massa van gebouw
2. Veranderlijke belasting = sneeuw, meubels, mens
Scheiding = geen dragende functie, scheiden alleen ruimtes
Verschillende structuren
o Massieve structuren = dragende als scheidende functie, solide element
o Schijven structuren = dragend en scheidend, wanden of vloeren
o Kolom structuren = alleen dragend, creëert open ruimtes
Constructie moet voldoen aan:
o Genoeg sterkte, anders bezwijken → veiligheid
o Genoeg stijfheid, anders doorbuigen → functionaliteit
o Genoeg stabiliteit
Altijd zorgen voor een verticale belasting op een gebouw.
stabiliteitsvormen
Een gebouw wil uit zichzelf 3 richtingen op vervormen:
1. Links
2. Rechts
3. Torderen = schroef beweging draaien
,Vloeren/ Balken/ Plafonds
Vloertypen:
1. Dakvloer = De bovenste vloer direct onder het dak
2. Woning scheidende vloer = twee woningen scheidt
3. Verdiepingsvloer = twee verdiepingen binnen één gebouw
4. Begane grondvloer = vloer van begane grond
5. Keldervloer = vloer kelder / onder het maaiveld
Eisen aan vloeren en plafonds:
o Draagkracht
o Geluidsisolatie
o Thermische isolatie
o Brandveiligheid
o Duurzaamheid en levensduur
o Vochtwering en waterdichtheid
Type vloeren met begrippen
Vloer op houten balklagen
o De balklaag dient de vloer te dragen
o verschillende belastingen worden via de balklaag op de
muren/fundering overgebracht
Begrippen:
• Oplegging = Waar een constructieve balk rust op een dragend onderdeel
• balkdragende muur = Een muur die de belasting van een balk opvangt
• balksteunende muur = alleen plaatselijk ondersteuning biedt aan een balk
• overspanning = De afstand tussen twee steunpunten
• hart- op- hart afstand = De afstand tussen het middelpunt (het "hart") van twee naast
elkaar gelegen balken
• strijkbalk = horizontale balk die de krachten van meerdere kleinere balken verzamelt en
doorgeeft aan de hoofddraagconstructie
• onderslagbalk = loodrecht onder een andere balk ligt voor extra ondersteuning
• oplegvilt = Tussen een balk om wrijving/last te voorkomen
, a. balkoplegging - Oplegging minimaal 100 mm
b. Muren waarin de balken zijn opgelegd heten balkdragende
muren
c. De balk net naast de muur is de strijkbalk - Bij het gebruik
van plaatmateriaal met de afmetingen 2440 x 1220 x 18 mm is
de H.o.h-afstand 610 mm.
dagmaat = de lengte tussen twee dragende muren voor de balk
Raveling = sparing in balklaag, voor trap of luik
Raveelbalk = opening in een vloer te overbruggen
Staartbalk = één uiteinde steunt op een draagconstructie en met het andere uiteinde vrij in de
ruimte
, Losmaakbaarheid en vastmaken van balken
Vloer op houten balken gemaakt van Underlayment of OSB-plaat
Houten balklaag berekenen op overdimensioneren tegen brand. Formule = 10 mm voor 15
minuten brandwering!