Kwantitatieve methoden in pedagogisch onderzoek
Hoofdstuk 1: het onderzoeksproces
1.2 fasen in het onderzoeksproces
1. Probleemstelling: hierbij stelt men een probleem vast dat men wil onderzoeken
2. Theoretisch kader: men zoekt wetenschappelijke informatie op over ons probleem
3. Onderzoeksvragen en hypothesen: men stelt een hypothese op -> een veronderstelling
op basis van voorkennis
4. Onderzoeksontwerp: hierbij bepaalt men de steekproef, de instrumenten, de opzet, …
5. Gegevensverzameling: men gaat gegevens verzamelen
6. Gegevensanayse: men gaat aan e hand van statistiek de gegevens analyseren. De
statistiek zal ons vertellen of het verschil een toeval is of niet
7. Interpretatie: men gaat de gegevens interpreteren en kijken of die toepasbaar zijn op de
populatie etc.
8. Rapportering: Men maakt een artikel, onderzoeksrapport, boek … over het onderzoek
Toegepast op onderzoek Rilatine:
Stap:
1 Er is een toename aan rilatinegebruik bij studenten. Helpt rilatine?
2 Men zoekt gegevens op rond rilatine: het is een neurotransmitter, werkt bij ADHD.
3 Zorgt de inname van rilatine voor verbeterd geheugen en aandacht?
De steekproef is 20 studenten, als instrumenten gebruiken we tests voor het
4 geheugen/ aandacht, bloeddruk- en hartslagmeter en als opzet gebruiken we een
experimenteel ontwerp: 2 groepen met 1tje placebo en 1tje rilatine.
5 /
Men heeft vastgesteld dat de aandacht met 348 ms duurt en zonder 345 ms. De
6
capaciteit van het geheugen blijft hetzelfde: elk gemiddeld 85 woorden.
Rilatine heeft dus geen invloed op het studeergedrag. Men vraagt zich af hoe het komt,
7 of de test representatief was, of het idee dat men rilatine heeft ingenomen geen
invloed heeft gehad etc.
8 /
De empirische cyclus (De Groot):
,De empirische cyclus (De Groot) beschrijft de stappen die we moeten ondernemen om op een
empiristische manier kennis op te doen. Hiervoor gebruiken we oftewel het hypothetisch-
deductief model of het inductief model.
hypothetisch-deductief model:
Hypothetisch deductief model
-> inductie: van het bijzondere
naar het algemene
-> operationaliseren
-> iets specifieks afleiden uit een
algemene regels
-> cyclisch
1. observatie: men observeert iets en stelt een probleem vast
2. inductie: men gaat het probleem plaatsen in een theoretisch kader
3. deductie: men gaat, als de theorie klopt, een voorspelling/ hypothese maken die onze
stappen nog concreter maken
4. toetsing: men gaat de gegevens toetsen om de hypothese te bevestigen/ verwerpen
5. evaluatie: men gaat het onderzoek evalueren
Het hypothetisch-deductief model is een cyclusproces omdat het eindpunt (de evaluatie) altijd
zorgt voor een nieuw probleem die zorgt voor een nieuw onderzoek. Het beschrijft ook een
gevolg vertrekkende vanuit een theorie.
Stap: toegepast op onderzoek naar agressie bij kleuters
1 Men stelt vast dat er een toename is in gebruik van rilatine bij studenten.
2 De theorie is dat rilatine een invloed heeft op aandacht en geheugen.
Studenten die rilatine nemen, behalen een hogere score op de geheugen- en
3
aandachttest.
Men doet een test waarbij men de ene helft een placebo geeft en de andere helft een
4
rilatinepil.
5 De hypothese wordt niet bevestigd.
, Inductief model:
Een hypothetisch-deductief onderzoek gaat ervan uit dat men een duidelijke theorie heeft.
Daarom kan men ook het inductief model gebruiken dat aansluit bij exploratief onderzoek.
Hierbij gaat men een theorie vormen op basis van waarnemingen.
1. observatie
2. onderzoeksstrategie
3. dataverzameling en -analyse
4. theorie
hoofdstuk 2: probleem, theorie en conceptueel model
2.1 probleem
Elk onderzoek begint met een probleem en het doel van elk onderzoek is inzicht krijgen in het
probleem.
Een probleemstelling is het gevolg van een observatie. Het probleem moet uitvoerbaar en
onderzoekbaar zijn volgens de ethische commissie. Er moet ook een zekere doelstelling aan
verbonden zijn: de relevantie en of het een inductief/ deductief onderzoek zal zijn is belangrijk.
Verder moet men ook rekening houden met de vraagstelling. Dit bepaalt namelijk het
onderzoeksdesign.
Soort vragenlijst/ onderzoeksvraag uitleg
Beschrijvend kijken hoeveel iets voorkomt
Relationeel kijken naar de samenhang tussen
fenomenen
Causaal kijken naar oorzaak-gevolg-relatie
Hoofdstuk 1: het onderzoeksproces
1.2 fasen in het onderzoeksproces
1. Probleemstelling: hierbij stelt men een probleem vast dat men wil onderzoeken
2. Theoretisch kader: men zoekt wetenschappelijke informatie op over ons probleem
3. Onderzoeksvragen en hypothesen: men stelt een hypothese op -> een veronderstelling
op basis van voorkennis
4. Onderzoeksontwerp: hierbij bepaalt men de steekproef, de instrumenten, de opzet, …
5. Gegevensverzameling: men gaat gegevens verzamelen
6. Gegevensanayse: men gaat aan e hand van statistiek de gegevens analyseren. De
statistiek zal ons vertellen of het verschil een toeval is of niet
7. Interpretatie: men gaat de gegevens interpreteren en kijken of die toepasbaar zijn op de
populatie etc.
8. Rapportering: Men maakt een artikel, onderzoeksrapport, boek … over het onderzoek
Toegepast op onderzoek Rilatine:
Stap:
1 Er is een toename aan rilatinegebruik bij studenten. Helpt rilatine?
2 Men zoekt gegevens op rond rilatine: het is een neurotransmitter, werkt bij ADHD.
3 Zorgt de inname van rilatine voor verbeterd geheugen en aandacht?
De steekproef is 20 studenten, als instrumenten gebruiken we tests voor het
4 geheugen/ aandacht, bloeddruk- en hartslagmeter en als opzet gebruiken we een
experimenteel ontwerp: 2 groepen met 1tje placebo en 1tje rilatine.
5 /
Men heeft vastgesteld dat de aandacht met 348 ms duurt en zonder 345 ms. De
6
capaciteit van het geheugen blijft hetzelfde: elk gemiddeld 85 woorden.
Rilatine heeft dus geen invloed op het studeergedrag. Men vraagt zich af hoe het komt,
7 of de test representatief was, of het idee dat men rilatine heeft ingenomen geen
invloed heeft gehad etc.
8 /
De empirische cyclus (De Groot):
,De empirische cyclus (De Groot) beschrijft de stappen die we moeten ondernemen om op een
empiristische manier kennis op te doen. Hiervoor gebruiken we oftewel het hypothetisch-
deductief model of het inductief model.
hypothetisch-deductief model:
Hypothetisch deductief model
-> inductie: van het bijzondere
naar het algemene
-> operationaliseren
-> iets specifieks afleiden uit een
algemene regels
-> cyclisch
1. observatie: men observeert iets en stelt een probleem vast
2. inductie: men gaat het probleem plaatsen in een theoretisch kader
3. deductie: men gaat, als de theorie klopt, een voorspelling/ hypothese maken die onze
stappen nog concreter maken
4. toetsing: men gaat de gegevens toetsen om de hypothese te bevestigen/ verwerpen
5. evaluatie: men gaat het onderzoek evalueren
Het hypothetisch-deductief model is een cyclusproces omdat het eindpunt (de evaluatie) altijd
zorgt voor een nieuw probleem die zorgt voor een nieuw onderzoek. Het beschrijft ook een
gevolg vertrekkende vanuit een theorie.
Stap: toegepast op onderzoek naar agressie bij kleuters
1 Men stelt vast dat er een toename is in gebruik van rilatine bij studenten.
2 De theorie is dat rilatine een invloed heeft op aandacht en geheugen.
Studenten die rilatine nemen, behalen een hogere score op de geheugen- en
3
aandachttest.
Men doet een test waarbij men de ene helft een placebo geeft en de andere helft een
4
rilatinepil.
5 De hypothese wordt niet bevestigd.
, Inductief model:
Een hypothetisch-deductief onderzoek gaat ervan uit dat men een duidelijke theorie heeft.
Daarom kan men ook het inductief model gebruiken dat aansluit bij exploratief onderzoek.
Hierbij gaat men een theorie vormen op basis van waarnemingen.
1. observatie
2. onderzoeksstrategie
3. dataverzameling en -analyse
4. theorie
hoofdstuk 2: probleem, theorie en conceptueel model
2.1 probleem
Elk onderzoek begint met een probleem en het doel van elk onderzoek is inzicht krijgen in het
probleem.
Een probleemstelling is het gevolg van een observatie. Het probleem moet uitvoerbaar en
onderzoekbaar zijn volgens de ethische commissie. Er moet ook een zekere doelstelling aan
verbonden zijn: de relevantie en of het een inductief/ deductief onderzoek zal zijn is belangrijk.
Verder moet men ook rekening houden met de vraagstelling. Dit bepaalt namelijk het
onderzoeksdesign.
Soort vragenlijst/ onderzoeksvraag uitleg
Beschrijvend kijken hoeveel iets voorkomt
Relationeel kijken naar de samenhang tussen
fenomenen
Causaal kijken naar oorzaak-gevolg-relatie