Social Work.
Opdrachten hoofdstuk 1
1. In het gewone maatschappelijke verkeer worden situaties niet alleen beschreven maar ook
beoordeeld. Is men bij dat beoordelen bezig met ‘moraal’?
A. Waar
B. Onwaar
2. ‘Docenten moeten meer beschikbaar zijn voor studenten’. Dit is een objectieve uitspraak
A. Waar
B. Onwaar
3. De uitspraak ‘Ethiek is een leuk vak’ is:
A. een normatieve uitspraak
B. een objectieve uitspraak
C. een subjectieve uitspraak
4. De uitspraak ‘Van de ouderen in Nederland is 40% dement is’ is
A. een objectieve uitspraak
B. een normatieve uitspraak
C. een subjectieve uitspraak
5. Vul na onderstaande uitspraken in: objectief, subjectief, normatief.
A. Ik heb vernomen, meneer de voorzitter, dat de nieuwe directeur van het jongerencentrum
ruim 4000 euro per maand gaat verdienen.
Objectief
B. Dat is een onredelijke hoge honorering
Normatief
C. Ik vind dit bedrag afschuwelijk wanneer ik denk aan de bezuinigingen elders.
Subjectief
D. Hij heeft toch een hbo-diploma.
Objectief
E. Maar hij moet wel heel veel presteren om zo’n salaris te rechtvaardigen.
Normatief
6. Vul achter onderstaande uitspraken in: ‘Waarde’ of ‘norm’.
A. je moet je belastingpapieren eerlijk invullen.
Norm
B. Wij streven naar rechtvaardigheid.
Waarde
C. Obama mag als president niet liegen.
Norm
D. Het gaat het team om gelijkwaardigheid
Waarde
E. Freya voelt zich aangetast in haar integriteit
Waarde
7. Kruis aan welke van onderstaande uitspraken in dit hoofdstuk is uitgesproken
-Wat goed en kwaad is hebben wij in wetten vastgelegd