Bioanalyse
= identificatie van substanties in een biologisch systeem
Proces: Monstername > monstervoorbewerking > analyse (biochemisch;
immunoassay, analytisch; spectroscopie (UV) of chromatografie (HPLC))
Monstername
Speeksel/urine/haar (eenvoudig, niet real time)
bloed/plasma (mild, actueel) (plasma = serum + stollingseiwitten)
weefsel/biopten (invasief, specifiek info)
Monstervoorbewerking (omdat; geen controle over concentraties &
complexiteit door veel componenten)
Clean-up (storende componenten verwijderen/ pH of oplosmiddel
aanpassen) of monsters concentreren
Urine relatief schoon (globulaire filtratie, geen eiwitten)
Plasma (complexe matrix, veel eiwitten en stoffen)
Technieken:
1) Directe injectie
2) Dilute & shoot
Snel/simpel, high throughput nadeel: verdunning, geen zuivering (storing
kans)
3) Filtratie
4) Onteiwitten
Eiwitten denatureren aanpassen parameters; pH (perchloorzuur), polariteit
(organische oplosmiddel, methanol), zout (sulfaatzouten) en temperatuur
5) Vloeistof/vloeistof extractie (LLE)
= verdeling over twee niet-mengbare vloeistoffen
Parameters: polariteit (oplosmiddel, bv hexaan) & pH-pKa (zuur, lage pH
(vooral zuur) of base (voor hoge pH, basen)
Voordelen: verwijdert zouten, snelle optimalisatie, goedkoop, flexibel,
eenvoudig
Nadelen: arbeidsintensief, veel gebruik organisch oplosmiddel, moeilijk
automatiseren, variabele resultaten, risico emulsievorming
Snel/simpel, goedkoop, analiet in organische oplosmiddel kleine
samples
6) Solid phase extraction (SPE)
= Adsorptie aan vaste fase, vervolgens elutie
Verschillende type vaste fasen
Scheiding op diverse eigenschappen; polariteit, lading, mixed mode,
specifieke interacties
Stappenplan: conditioneren (voorbereiden optimale binding) laden in
kolom wassen (onzuiverheden verwijderen) elueren (analiet van
kolom)
Effectief, hoge selectiviteit, goed automatiseerbaar, analiet in waterige
oplossing grote hoeveelheden sampels
Chromatografie = scheiding door verschillende verdeling van stoffen tussen
een mobiele en stationaire fase
Mobiele fase = gas gaschromatografie (GC)
Mobiele fase = vloeistof vloeistofchromatografie (LC)
o Chromatogram; weergave van detectorsignaal vs tijd
= identificatie van substanties in een biologisch systeem
Proces: Monstername > monstervoorbewerking > analyse (biochemisch;
immunoassay, analytisch; spectroscopie (UV) of chromatografie (HPLC))
Monstername
Speeksel/urine/haar (eenvoudig, niet real time)
bloed/plasma (mild, actueel) (plasma = serum + stollingseiwitten)
weefsel/biopten (invasief, specifiek info)
Monstervoorbewerking (omdat; geen controle over concentraties &
complexiteit door veel componenten)
Clean-up (storende componenten verwijderen/ pH of oplosmiddel
aanpassen) of monsters concentreren
Urine relatief schoon (globulaire filtratie, geen eiwitten)
Plasma (complexe matrix, veel eiwitten en stoffen)
Technieken:
1) Directe injectie
2) Dilute & shoot
Snel/simpel, high throughput nadeel: verdunning, geen zuivering (storing
kans)
3) Filtratie
4) Onteiwitten
Eiwitten denatureren aanpassen parameters; pH (perchloorzuur), polariteit
(organische oplosmiddel, methanol), zout (sulfaatzouten) en temperatuur
5) Vloeistof/vloeistof extractie (LLE)
= verdeling over twee niet-mengbare vloeistoffen
Parameters: polariteit (oplosmiddel, bv hexaan) & pH-pKa (zuur, lage pH
(vooral zuur) of base (voor hoge pH, basen)
Voordelen: verwijdert zouten, snelle optimalisatie, goedkoop, flexibel,
eenvoudig
Nadelen: arbeidsintensief, veel gebruik organisch oplosmiddel, moeilijk
automatiseren, variabele resultaten, risico emulsievorming
Snel/simpel, goedkoop, analiet in organische oplosmiddel kleine
samples
6) Solid phase extraction (SPE)
= Adsorptie aan vaste fase, vervolgens elutie
Verschillende type vaste fasen
Scheiding op diverse eigenschappen; polariteit, lading, mixed mode,
specifieke interacties
Stappenplan: conditioneren (voorbereiden optimale binding) laden in
kolom wassen (onzuiverheden verwijderen) elueren (analiet van
kolom)
Effectief, hoge selectiviteit, goed automatiseerbaar, analiet in waterige
oplossing grote hoeveelheden sampels
Chromatografie = scheiding door verschillende verdeling van stoffen tussen
een mobiele en stationaire fase
Mobiele fase = gas gaschromatografie (GC)
Mobiele fase = vloeistof vloeistofchromatografie (LC)
o Chromatogram; weergave van detectorsignaal vs tijd