SAMENVATTING LES 5-9
LES 5 : CULTUUR SENSITIEVE COMMUNICATIE :
INLEIDING EN TERMINOLOGIE
Cultuur: beschaving met haar uitingsvormen zoals kunst en literatuur / Alle sociaal
overgedragen vormen van menselijk denken, voelen en handelen. Dit onderscheidt de ene groep
mensen van de andere.
IJSBERG-MODEL VAN HALL :
o Zichtbaar : taal, rituelen, mythes en fysieke uitingen
o Onzichtbaar: waarden, normen en overtuigingen
=Trek niet te snel conclusies en beoordeel een cultuur van een samenleving niet op haar
zichtbare uitingen. Dit kan leiden tot verkeerde conclusies en een misplaatst
superioriteitsgevoel van de eigen normen en waarden.
WAT BETEKENT CULTUUR VOOR ELK VAN ONS?
Cultuur zorgt dat we betekenis geven aan alles wat we meemaken een betekenisgeving vertrekt
vanuit de waarneming, of je reflectiekader. Bijvoorbeeld: Sjaal, een actief kind,…
WAT IS EEN REFLECTIEKADER?
Een referentiekader is een uit collectieve ervaringen van een groep(ering) voortvloeiend
geheel van waarden, normen, overtuigingen en vanzelfsprekendheden, op grond waarvan de
leden van die groep(ering) waarnemen, oordelen en handelen.’
HOE VORM JE EEN REFLECTIEKADER?
Het doel is integratie (het maken van of opnemen in een groter geheel).
Gebeurt de socialisatie in een primaire groep zoals het gezin of een intieme vriendengroep, dan
is er sprake van primaire socialisatie. Primaire socialisatie maakt deel uit van de opvoeding.
Is de groep een meer formele groep, zoals school, werk, uitgebreide familie of
dorpsgemeenschap, dan is er sprake van secundaire socialisatie. Belangrijk is dat er nog
steeds rechtstreekse en wederkerige interactie is tussen de groep en het individu.
Tertiaire socialisatie heeft betrekking op de waarden en normen die aangeboden worden
vanuit anonieme massamedia zoals reclame, soaps, modeindustrie en beroemdheden waarbij
wordt gekeken naar het proces dat plaatsvindt in een gezin en secundaire socialisatie, waar
wordt gekeken naar het proces dat bijvoorbeeld op school en bij vrienden plaatsvindt.
1
,INTERCULTURELE COMMUNICATIE
Interculturele communicatie = omgaan met andere referentiekaders ▪ Met onze patiënten,
maar ook binnen het eigen team!
WAT IS CULTUURSENSITIVITEIT?
Multicultureel → intercultureel → cultuursensitief
Cultuursensitiviteit: verwijst vooral naar een bepaalde houding ➢ Het bewustzijn dat eigen
waarden en normen niet voor iedereen gelden, zonder (negatief) oordeel een situatie bekijken,
begrijpen en waarderen dat mensen in verschillende culturen leven en dat zichtbaar maken in je
houding.
Cultuur sensitieve zorg en communicatie: zorg en communicatie op maat van elke patiënt
WAT HEB JE NODIG VOOR CULTUUR SENSITIEVE ZORG?
Cultuursensitieve competenties: Houding: open houding (empathisch, nieuwsgierig,…) +
bewustzijn van eigen normen, waarden en vanzelfsprekendheden (referentiekader!), Kennis:
gedrag, ideeën, gevoeligheden,… van een cultuur (maar pas op: kennisreductionisme!) ➢
Vaardigheden: de specifieke leefwereld, ideeën, behoeften van een persoon uit een andere
cultuur kunnen achterhalen en bespreken (bijv. gespreksvaardigheden zoals actief luisteren,
vragen stellen,…)
WAAROM CULTUURSENSITIEF COMMUNICEREN?
Sneller ontwikkelen vertrouwensband, moeilijke thema’s bespreekbaar maken zonder de ander
te kwetsen, informatie helder naar voren brengen
VALKUILEN IN CULTUURSENSITIEVE COMMUNICATIE:
Hierbij wordt cultuur gezien als een onveranderlijk standaardpakket van normen en waarden dat
het leven van mensen volledig regelt en wordt die cultuur ook als enige verklaring beschouwd
voor wat moeilijk loopt in het contact. Met deze interpretatie wordt voorbijgegaan aan het feit
dat cultuur dynamisch is en dat de culturele werkelijkheid van ieder individu voortdurend in
verandering is. Cultuur wordt steeds opnieuw mee gevormd
OVERCULTURALISERING BIJ EEN VALKUIL (EXAMEN):
Overculturalisering zorgt ervoor dat persoonlijke en sociale factoren in de eigen
identiteitsvorming buiten beschouwing worden gelaten en dat enkel de verschillen tussen
groepen – onder de vorm van een botsing tussen twee culturen – worden benadrukt. Bijgevolg
kijkt men niet meer naar de persoon achter de cultuur en is het niet meer mogelijk te zien wat
gemeenschappelijk is.
Overculturalisering gaat gepaard met simplificatie, vooroordelen en culturele
misverstanden. Een patiënt is niet alleen een lid van een bepaalde groep, maar vooral ook een
individu met een geheel eigen persoonlijkheid, eigen ervaringen en specifieke zorgnoden.
2
, KENNISREDUCTIONISME BIJ EEN VALKUIL (EXAAM)
Het is niet voldoende om een handboek door te nemen over een andere cultuur, of een
gastlezing te volgen over een bepaalde cultuur om te komen tot goede zorg bij culturele
diversiteit.
Zulke initiatieven zijn noodzakelijk en belangrijk, maar niet voldoende. Er wordt immers te weinig
ruimte gelaten voor de dynamiek van een cultuur. Mensen handelen niet alleen op basis van
hun cultuur, maar maken die ook. Culturen zijn altijd in ontwikkeling.
Goede kennis over een bepaalde cultuur is belangrijk, maar zal nooit een exact voorspellende
waarde hebben. Het is cruciaal na te gaan hoeveel een individuele persoon gehecht is aan
bepaalde culturele gebruiken. Cultuurgevoelige zorgverlening is meer dan het aanleren van
algemene weetjes.
BARIÈRES IN CULTUURSENSITIEVE COMMUNICATIE
Vooroordelen, stereotypes en ons eigen reflectiekader. Dit hangt ook sterk af bij de culturele
verschillen en non-verbale communicatie. Zo kan aanraken, luid praten soms onbeleefd of niet
acceptabel overkomen.
TOPOI MODEL (EXAAM)
Een model ontwikkeld door Hoffman om interculturele ruis op te lossen en multiperspectiviteit
toe te passen in praktijksituaties
Probleem situatie tussen de verschillende culturele (interculturele ruis) op te lossen en het
prbleem aan te pakken.
Gebruiken om een situatie te analyseren (wat is er misgelopen) en antwoorden bieden over de
situatie, hoe moet ik er mee omgaan? (interventie).
BASISHOUDING
Gelijkwaardigheid, Bewustzijn van eigen referentiekader/bril, Oog voor de overeenkomsten én
voor de verschillen. Mens als persoon, Kritisch durven kijken naar zelf en ander
→ Als basis om op een cultuursensitieve manier te communiceren
AFKORTING TOPOI
• Taal: Hoe begrijp jij mij en ik jou? (verbaal & non-verbaal)
• Ordening: Hoe kijkt elk van ons naar de situatie?
• Personen: Hoe kijk jij naar mij en ik naar jou?
• Organisatie: Hoe verhouden de verschillende betrokkenen zich tegenover elkaar en
welke autoriteits- en verantwoordelijkheidsposities moeten gerespecteerd worden?
• Inzet: Wat zijn de motieven van de verschillende betrokken? Welke doelen willen ze
stellen doorheen hun gedrag?
3