Aniek
Avans
vanHogeschool
Kemenade
2
Schooljaar 2023-2024 S1.2
,Inhoud
Lesdoelen week 1...................................................................................................................................2
Lesdoelen week 2...................................................................................................................................6
Lesdoelen week 3...................................................................................................................................8
Lesdoelen week 4...................................................................................................................................9
Lesdoelen week 5.................................................................................................................................12
Lesdoelen week 6.................................................................................................................................15
,Lesdoelen week 1
1. De student kan de functies en kwaliteitskenmerken van externe verslaggeving
onderkennen en relaties aangeven met andere vakgebieden zodanig dat bij het
samenstellen van de jaarrekening voldaan wordt aan deze functies en
kwaliteitskenmerken.
De functies van externe verslaggeving gaat volgens de volgende 3 modellen:
Het bezitsmodel: er is geen scheiding tussen leiding en eigendom. Het doel van de
onderneming beperkt zicht tot het vergroten van het kapitaal van de onderneming.
De ondernemer zelf en de fiscus zijn de voornaamste belanghebbenden. In zijn
algemeenheid wordt naast de fiscale jaarrekening geen externe jaarrekening
opgesteld. (eenmanszaken en vennootschap onder firma)
Het klassieke of gesloten model: door de scheiding van leiding en eigendom zijn vele
ondernemingen in het gesloten model terechtgekomen. Er is spraken van 2
belanghebbende partijen, namelijk de kapitaalverschaffers en de kapitaalbeheerder.
De kapitaalverschaffer wil uiteraard weten wat er met zijn in de onderneming
geïnvesteerd kapitaal is gebeurd. De functie van de jaarrekening is dan ook vooral
dan van verantwoording van de kapitaalbeheerder over het gevoerde beleid ten
behoeve van de kapitaalverschaffers.
Het moderne of open model: door het proces van vermaatschappelijking zijn vele
ondernemingen in het open middel terechtgekomen. Dit geldt in ieder geval voor de
beursgenoteerde ondernemingen, die voor hun kapitaalbehoefte een beroep doen
op een grote kring van beleggers. In het open model wordt de onderneming gezien
als coalitie van meerdere partijen (kapitaalverschaffers, kapitaalbeheerders,
werknemers, vakbonden, overheden, potentiële beleggers en publiek). Het logische
gevolg van deze ontwikkeling is dat de kapitaalbeheerder de diverse participanten of
belanghebbenden informeert over de (financiële) gang van zaken binnen de
onderneming. Dit betekend een verantwoordingsfunctie, maar ook een informatie-
of beslissingsondersteunende functie. In het open model is er niet alleen behoefte
aan financiële informatie, maar ook aan niet-financiële. Dit heeft geleid tot het
uitbrengen van sociale jaarverslagen en van milieujaarverslagen.
De kwaliteitskenmerken zijn:
Relevant: moet nuttig zijn voor belanghebbende
Betrouwbaar: op feiten gebaseerd zijn
Vergelijkbaar: moet te vergelijken zijn met andere jaarrekeningen
Begrijpbaar: moet voor meerdere doelgroepen begrijpelijk zijn
Voor het verkrijgen van de financiële informatie steunen ze op de boekhouding van de organisatie,
deze verschaft het cijfermateriaal voor de balans en resultatenrekening en voor allerlei andere
calculaties die nodig zijn (techniek boekhouden is van de bedrijfsadministratie wat onderdeel is van
de administratieve organisatie). Er is ook een nauwe samenhang tussen financial accounting en
ondernemingsrecht (specifiek jaarrekeningrecht).
, 2. De student kan onderscheid maken tussen interne en externe informatieverschaffing
zodanig dat hij het doel van de informatieverschaffing voor belanghebbenden kan
aangeven.
Interne informatieverschaffing is gericht op de informatiebehoefte van de leiding voor het
nemen van beslissingen en het beheersen van het bedrijfsproces. Dit is het terrein van de
management accounting of interne berichtgeving . Op deze vorm van informatieverschaffing
zijn geen wettelijke regels van toepassing. (management accounting)
Externe informatieverschaffing is gericht op de informatiebehoefte van derden voor hun
oordeelsvormen en/of besluitvorming ten aanzien van de organisatie; de informatie is mede
bedoeld om verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid. Derden zijn in principe
alle genoemde belanghebbenden met uitzondering van de leiding (de leiding van de
organisatie, de eigenaren van de organisatie, feitelijke en potentiële vermogensverschaffers,
afnemers en leveranciers, overheden en vakbonden). Deze vorm van informatieverschaffing
betreft het terrein van de financial accounting of de externe verslaggeving. Op dit terrein
bestaat wel wetgeving, omdat de wetgever het wenselijk heeft geacht dat ondernemingen
financiële informatie openbaar maken (publicatieplicht). (jaarverslaggeving ofwel financial
accounting)
Verschillen tussen interne en externe informatieverschaffing
Intern vindt er vrijwel doorlopend informatieverschaffing plaats. De leiding heeft
immers actuele informatie nodig voor het nemen van beslissingen en het beheersen
van bedrijfsprocessen. Extern is de frequentie van berichtgeving veel minder groot.
Interne informatie is veelal zeer gedetailleerd, terwijl het externe belanghebbenden
veel meer om het globale beeld van de organisatie gaat.
Interne informatie is voor de leiding sneller beschikbaar dan externe informatie voor
de externe belanghebbenden.
Bij de externe verslaggeving kan de neiging bestaan om de ‘buitenwacht’ een ander
beeld van de financiële positie van de onderneming voor te spiegelen dan
overeenkomst met de werkelijkheid. Intern is dit uiteraard niet aan de orde, althans
als we het over het niveau van de (centrale) leiding hebben.
3. De student kan het onderscheid tussen het economisch- en het boekhoudkundig
waardebegrip aangeven, zodanig dat hij het vermogen en de winst volgens deze twee
benaderingswijzen kan vaststellen.
Economisch waardebegrip: in een onderneming speelt zich een transformatieproces af inputs
omgezet in outputs. De onderneming bevindt zich tussen twee markten: de inputs worden
aangeschaft op de industriële onderneming, de outputs zijn de vervaardigde producten.
De bedrijfswaarde is de contante waarde van de toekomstige netto-ontvangsten of
nettokasstromen uit hoofde van de te produceren goederen en/of diensten. Met ‘netto’
wordt bedoeld het verschil tussen de te realiseren verkoopontvangsten en de te verrichten
exploitatie-uitgaven.
De jaarwinsten zijn gelijk aan de gehanteerde vermogenskostenvoet maal de boekwaarde
van de productiemiddelen per het begin van de periode. Op het moment van aanschaf van
de productiemiddelen worden immers alle toekomstige nettokasstromen al in de