Samenvatting IHW-deeltentamen twee
Week 7 – Literatuur
Puristische positie: geschiedschrijving is niet nodig, primaire bronnen bieden prachtig
historisch materiaal
De benadering is best zinvol omdat je op deze manier je onderzoek vooral op
bronnen baseert en niet probleem gerelateerd zijn
Maar toch is geschiedschrijving belangrijk om het verleden te begrijpen.
Vormen/principes van geschiedschrijving:
1. Beschrijving: weergaven van een situatie, geschreven alsof de schrijver het zelf heeft
meegemaakt.
2. Verhaal: ‘entertainen’ = makkelijk te begrijpen en is toegankelijk
Meerlaagse analyse: 2 benaderingen van een verhaal
1. Preconditions en triggers: benaderd verhouding tussen lange termijnontwikkelingen
en losse gebeurtenissen die hierbinnen plaatsvonden
2. Verticaal en horizontaal: benadering maakt verschil in volgorde binnen de
geschiedenis (ver.) en de hedendaagse wereld (hor.)
De twee problemen bij het weergeven van (analytische) geschiedenis:
1. Lezer kan op het verkeerde been worden gezet (niet alles is per se een gevolg van
elkaar)
2. Verhaalvorm kan feiten van een gebeurtenis versimpelen.
Academische monograaf: het gebruiken van eerder onderzoek voor je eigen onderzoek.
Historische synthese: uitgebreid historisch onderzoek vergt veel meer aandacht dan in de
19e eeuw werd gedacht.
Vergelijkende geschiedenis: Onderzoek naar twee gebeurtenissen binnen een bepaalde
periode rondom een specifiek thema, beslaand op meerdere tijdvakken
Historische tegengesteldheid: vaak bij revoluties omdat deze meerder oorzaken kent (vb)
Week 7: Hoorcollege
Zonder een goede vraagstelling is er geen goede afbakening van het onderwerp waardoor
het moeilijker is goed onderzoek te doen.
Voor een goede vraagstelling is eerst ook goed onderzoek nodig.
Herscheppen: Beschrijving van een bepaald onderwerp/periode in verhaalvorm die prettig is
om te volgen
Hoort bij -> Manifeste geschiedenis: geschiedenis van intenties en handelingen. (Een
handeling heeft vaak een duidelijk context waardoor het in verhaalvorm kan)
Interpretatie: analyse van een gebeurtenis (feitelijke weergave)
Hoort bij -> Latente geschiedenis: lange termijngeschiedenis (hiervoor is een analytische
weergave nodig)
, Week 8 – Literatuur
Elton: ‘Geschiedenis is een cumulatieve wetenschap die zich heeft ontwikkeld door
technologie en onderwerping aan bewijsstukken.’
Zeldin: ‘Historicus mag zijn onderwerp in eigen visie delen, iedereen heeft recht op
perspectief.’
Geschiedenis als wetenschap:
- Epistemologie: kennis aan een bepaalde theorie toetsen
- Taalbenadering: karakter en invloed van taal op heden en verleden
Positivisme: Zoveel mogelijk feiten correct weergeven
Idealisme: menselijke gebeurtenissen moeten aan natuurlijke ontwikkeling worden gelinkt.
Historisch onderzoek is altijd subjectief.
Kritiek op onderzoek met primaire bronnen:
1. Bronnen kunnen een incompleet beeld weergeven
2. Bronnen zijn niet geschreven met het doel historisch onderzoek te dienen.
3. Een overschot aan bronnen zorgt voor tegenstrijdigheden.
Uniciteit: Elke gebeurtenis moet als uniek evenement worden behandeld.
Presentism: uitgeschreven geschiedenis voor een politiek standpunt voor een sociale groep.
H8
Gevaren van sociale wetenschap
1. Tunnelvisie: te veel focus op 1 specifiek element binnen een samenleving/economie.
2. Gevaar van onverschilligheid naar eigen geschiedenis.
Marx
Deterministisch en cynisch tegenover menselijke natuur
Mens onderscheidt zich van dier door het vermogen om middelen te maken voor
levensonderhoud
Historisch materialisme: geschiedenis van overgang van menselijke productie ten
koste van de aarde.
3 lagen van de samenleving:
1. Productiekrachten: grondslag aan al het ander (arbeid, techniek, machines)
2. Productierelaties: arbeidsverdeling + samenwerking binnen productieproces
3. Superkracht: instituties die de samenleving aansturen
3 periodes geschiedenis:
1. Oudheid
2. Feodale samenleving
3. Kapitalistische samenleving (vanaf 17e eeuw en uitbloei na FR die zich uitte in IR)
H9
Twee stromingen kunstgeschiedenis:
1. Intellectuele en literaire kunst:
Week 7 – Literatuur
Puristische positie: geschiedschrijving is niet nodig, primaire bronnen bieden prachtig
historisch materiaal
De benadering is best zinvol omdat je op deze manier je onderzoek vooral op
bronnen baseert en niet probleem gerelateerd zijn
Maar toch is geschiedschrijving belangrijk om het verleden te begrijpen.
Vormen/principes van geschiedschrijving:
1. Beschrijving: weergaven van een situatie, geschreven alsof de schrijver het zelf heeft
meegemaakt.
2. Verhaal: ‘entertainen’ = makkelijk te begrijpen en is toegankelijk
Meerlaagse analyse: 2 benaderingen van een verhaal
1. Preconditions en triggers: benaderd verhouding tussen lange termijnontwikkelingen
en losse gebeurtenissen die hierbinnen plaatsvonden
2. Verticaal en horizontaal: benadering maakt verschil in volgorde binnen de
geschiedenis (ver.) en de hedendaagse wereld (hor.)
De twee problemen bij het weergeven van (analytische) geschiedenis:
1. Lezer kan op het verkeerde been worden gezet (niet alles is per se een gevolg van
elkaar)
2. Verhaalvorm kan feiten van een gebeurtenis versimpelen.
Academische monograaf: het gebruiken van eerder onderzoek voor je eigen onderzoek.
Historische synthese: uitgebreid historisch onderzoek vergt veel meer aandacht dan in de
19e eeuw werd gedacht.
Vergelijkende geschiedenis: Onderzoek naar twee gebeurtenissen binnen een bepaalde
periode rondom een specifiek thema, beslaand op meerdere tijdvakken
Historische tegengesteldheid: vaak bij revoluties omdat deze meerder oorzaken kent (vb)
Week 7: Hoorcollege
Zonder een goede vraagstelling is er geen goede afbakening van het onderwerp waardoor
het moeilijker is goed onderzoek te doen.
Voor een goede vraagstelling is eerst ook goed onderzoek nodig.
Herscheppen: Beschrijving van een bepaald onderwerp/periode in verhaalvorm die prettig is
om te volgen
Hoort bij -> Manifeste geschiedenis: geschiedenis van intenties en handelingen. (Een
handeling heeft vaak een duidelijk context waardoor het in verhaalvorm kan)
Interpretatie: analyse van een gebeurtenis (feitelijke weergave)
Hoort bij -> Latente geschiedenis: lange termijngeschiedenis (hiervoor is een analytische
weergave nodig)
, Week 8 – Literatuur
Elton: ‘Geschiedenis is een cumulatieve wetenschap die zich heeft ontwikkeld door
technologie en onderwerping aan bewijsstukken.’
Zeldin: ‘Historicus mag zijn onderwerp in eigen visie delen, iedereen heeft recht op
perspectief.’
Geschiedenis als wetenschap:
- Epistemologie: kennis aan een bepaalde theorie toetsen
- Taalbenadering: karakter en invloed van taal op heden en verleden
Positivisme: Zoveel mogelijk feiten correct weergeven
Idealisme: menselijke gebeurtenissen moeten aan natuurlijke ontwikkeling worden gelinkt.
Historisch onderzoek is altijd subjectief.
Kritiek op onderzoek met primaire bronnen:
1. Bronnen kunnen een incompleet beeld weergeven
2. Bronnen zijn niet geschreven met het doel historisch onderzoek te dienen.
3. Een overschot aan bronnen zorgt voor tegenstrijdigheden.
Uniciteit: Elke gebeurtenis moet als uniek evenement worden behandeld.
Presentism: uitgeschreven geschiedenis voor een politiek standpunt voor een sociale groep.
H8
Gevaren van sociale wetenschap
1. Tunnelvisie: te veel focus op 1 specifiek element binnen een samenleving/economie.
2. Gevaar van onverschilligheid naar eigen geschiedenis.
Marx
Deterministisch en cynisch tegenover menselijke natuur
Mens onderscheidt zich van dier door het vermogen om middelen te maken voor
levensonderhoud
Historisch materialisme: geschiedenis van overgang van menselijke productie ten
koste van de aarde.
3 lagen van de samenleving:
1. Productiekrachten: grondslag aan al het ander (arbeid, techniek, machines)
2. Productierelaties: arbeidsverdeling + samenwerking binnen productieproces
3. Superkracht: instituties die de samenleving aansturen
3 periodes geschiedenis:
1. Oudheid
2. Feodale samenleving
3. Kapitalistische samenleving (vanaf 17e eeuw en uitbloei na FR die zich uitte in IR)
H9
Twee stromingen kunstgeschiedenis:
1. Intellectuele en literaire kunst: