Organisatieculturen
Hoofdstuk 4 Werken met de culturele dimensies van Hofstede
Dimensies = aspect van waaruit je een cultuur kunt vergelijken met andere culturen
Machtsafstand
Hoe normaal je het vindt dat de macht ongelijk verdeeld is (gezin, school, werk)
Lage machtsafstand – weinig acceptatie (hoe dicht je op iemand staat)
Hoge machtsafstand – grote acceptatie
Femininiteit tegenover masculiniteit
Sociaal en cultureel gedrag dat gewoonlijk met mannen en vrouwen worden geassocieerd
Feminien zorgzaam, bescheiden, gericht op kwaliteit
Masculien assertief, resultaatgericht, succes telt
Individualisme tegenover collectivisme
Je zorgt voor jezelf en je naaste familie vs
Je bent opgenomen in hechte groepen die je bescherming bieden
Onzekerheidsvermijding
De mate waarin dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende
situaties. Uitgedrukt in stress en de behoefte aan voorspelbaarheid in de vorm van
formele/informele regels.
Langetermijn- tegenover kortetermijngerichtheid Confuciaans dynamisme
Langetermijn: spaarzaamheid en doorzettingsvermogen zijn hoog gewaardeerd; focus ligt op
de beloning in de toekomst.
Kortetermijn: waarden die gericht zijn op het verleden en heden staan voorop. In stand
houden van tradities, nationale trots & voldoen van sociale verplichtingen.
Hedonisme tegenover soberheid
Geluk, ziekte en vrijheid van meningsuiting.
Hedonisme = maatschappij waarin menselijke verlangens om te genieten van het leven en
plezier te maken relatief onbelemmerd bevredigd kunnen worden.
Soberheid = maatschappij waarin genieten en plezier in toom gehouden en gereguleerd
moeten worden door strikte sociale normen.
Hoofdstuk 5 Culturele synergie: Trompenaars’ 7 dimensies en culturele
verzoening
Culturele dimensies met betrekking op hoe we ons verhouden tot onze medemens:
1. Universalisme – particularisme
Mensen moeten zich houden aan regels – beoordelen op de relatie die je met iemand hebt
2. Individualisme – communitarisme
Ik – gericht op gezamenlijke doelstellingen
3. Emoties: Neutraal – affectief
Er zijn 6 emoties (geluk, verbazing, angst, verdriet, woede en afschuw)
In neutrale culturen: mensen tonen liever geen gevoelens aan elkaar, ze houden ze onder
controle
Affectieve culturen: heel gewoon om je emoties de vrije loop te laten en een emotioneel
sensitieve reactie terug te krijgen.
4. Betrokkenheid: Specifiek – diffuus
Taakrelatie wordt gescheiden – betrokkenheid blijft aanwezig
5. Verworven status – toegeschreven status
Hoofdstuk 4 Werken met de culturele dimensies van Hofstede
Dimensies = aspect van waaruit je een cultuur kunt vergelijken met andere culturen
Machtsafstand
Hoe normaal je het vindt dat de macht ongelijk verdeeld is (gezin, school, werk)
Lage machtsafstand – weinig acceptatie (hoe dicht je op iemand staat)
Hoge machtsafstand – grote acceptatie
Femininiteit tegenover masculiniteit
Sociaal en cultureel gedrag dat gewoonlijk met mannen en vrouwen worden geassocieerd
Feminien zorgzaam, bescheiden, gericht op kwaliteit
Masculien assertief, resultaatgericht, succes telt
Individualisme tegenover collectivisme
Je zorgt voor jezelf en je naaste familie vs
Je bent opgenomen in hechte groepen die je bescherming bieden
Onzekerheidsvermijding
De mate waarin dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende
situaties. Uitgedrukt in stress en de behoefte aan voorspelbaarheid in de vorm van
formele/informele regels.
Langetermijn- tegenover kortetermijngerichtheid Confuciaans dynamisme
Langetermijn: spaarzaamheid en doorzettingsvermogen zijn hoog gewaardeerd; focus ligt op
de beloning in de toekomst.
Kortetermijn: waarden die gericht zijn op het verleden en heden staan voorop. In stand
houden van tradities, nationale trots & voldoen van sociale verplichtingen.
Hedonisme tegenover soberheid
Geluk, ziekte en vrijheid van meningsuiting.
Hedonisme = maatschappij waarin menselijke verlangens om te genieten van het leven en
plezier te maken relatief onbelemmerd bevredigd kunnen worden.
Soberheid = maatschappij waarin genieten en plezier in toom gehouden en gereguleerd
moeten worden door strikte sociale normen.
Hoofdstuk 5 Culturele synergie: Trompenaars’ 7 dimensies en culturele
verzoening
Culturele dimensies met betrekking op hoe we ons verhouden tot onze medemens:
1. Universalisme – particularisme
Mensen moeten zich houden aan regels – beoordelen op de relatie die je met iemand hebt
2. Individualisme – communitarisme
Ik – gericht op gezamenlijke doelstellingen
3. Emoties: Neutraal – affectief
Er zijn 6 emoties (geluk, verbazing, angst, verdriet, woede en afschuw)
In neutrale culturen: mensen tonen liever geen gevoelens aan elkaar, ze houden ze onder
controle
Affectieve culturen: heel gewoon om je emoties de vrije loop te laten en een emotioneel
sensitieve reactie terug te krijgen.
4. Betrokkenheid: Specifiek – diffuus
Taakrelatie wordt gescheiden – betrokkenheid blijft aanwezig
5. Verworven status – toegeschreven status