Asset management = het optimaal en duurzaam gebruiken van assets
waarbij ook wordt gekeken naar acquisitie en onderhoud.
Cradle to cradle = 100% van de asset hergebruiken als grondstof voor
volgende toepassing.
Servitization = waarbij een ‘product als service’ wordt aangeboden. Niet
de asset zelf, maar de toegevoegde waarde van de asset wordt verhuurd
(denk aan maintenance en support).
Ook voor klimaatdoelstellingen en duurzaamheid kan asset management
een belangrijke rolspelen. In dezelfde lijn ligt de ontwikkeling van
innovatieve contractvormen. Vaak hebben deze contracten de vorm van
DBFM(O); Design, Build, Finance, Maintain, Operate. Waarbij de
opdrachtgever een periodieke vergoeding betaalt.
Terotechnology (Life Cycle Management) = het beheer van de
levensfase van een product, van ontwerp tot instandhouding (de
technologie van installatie, in bedrijfstellen, onderhoud, vervangen en
verwijderen van fysieke assets).
Life Cycle Cost (LCC) = een systematiek voor het voorspellen en
evalueren van de kostenprestatie van geconstrueerde assets. In de ISO
15686 standaard staan richtlijnen over de uitvoering van een levensduur
kosten (LCC) analyse. De kosten van een asset worden in drie fasen over
de levenscyclus gemaakt:
Investeringsfase (aanschafkosten, opstartkosten, mid-life update
kosten)
Beheer-en onderhoudsfase (bedrijfskosten, directe
onderhoudskosten, indirecte onderhoudskosten, energiekosten,
milieukosten)
Amoveringsfase (verwijderingskosten, restwaarde kosten)
De LCC wordt berekend door over de gehele levenscyclus alle kosten te
sommeren:
LCC = AK + SK + UK + BK + DOK + IOK + EK + MK + VK + RK.
1
,Total Cost of Ownership = eigenlijk niets anders dan de totale kosten
die een asset gedurende een bepaalde tijd met zich meebrengt. TCO heeft
een groot raakvlak met Life Cycle Cost (LCC). LCC beslaat de gehele
levensduur, TCO een van tevoren bepaalde (gebruiks-)periode.
Life Cycle Cost Analysis = een analyse om te bepalen wat het beste
ontwerp of de beste aanschaf van een asset is, waarmee voldaan kan
worden aan de gestelde performance eisen over de levensduur. Het LCCA-
proces bestaat uit de volgende stappen:
1. Maak een systeem/design breakdown
2. Brainstorm over de cost- en value drivers (investering,
onderhoudskosten, energiekosten, etc.)
3. Maak voor deze kostendrivers een financiële analyse (NCW, Break-
even, Internal Rate of Return 'IRR').
4. Voer een gevoeligheidsanalyse (puntschatting, rangeschatting of
what-if scenario) uit en optimaliseer het ontwerp en de
onderhoudskosten door de ontwerpvariabelen te wijzigen.
5. Besluit na doorlopen van het analyse proces welke keuze wordt
gemaakt.
CAPEX = Capital Expenses
OPEX = Operational Expenses
2
, FMECA = Failure Mode Effect & Criticality Analysis (kwalitatief). Doel van
de methodologie is het begrijpen van de risico’s en het voorkomen van
falen en/of minimaliseren van het effect. De gedetailleerdere uitlegt staat
later in de tekst.
Wat is het Risico (Kans * Effect)
Wat kunnen we eraan doen (voorkomen van de failure)
Hoe kunnen we het effect minimaliseren
RAM-analyse = een methodiek waarbij een object beoordeeld wordt op:
Reliability: betrouwbaarheid wordt in eerste instantie uitgedrukt als
de kans dat geen storingen voorkomen gedurende een bepaalde tijd.
Availability: onder beschikbaarheid wordt het percentage van de
tijd verstaan dat een Asset inzetbaar is voor productie of gebruik. Dit
is te berekenen met de volgende formule:
geplande productietijd−downtime
Beschikbaarheid %= x 100 %
geplande productietijd
Maintainability: onder onderhoudbaarheid wordt de mate van
eenvoud verstaan (uitgedrukt in de benodigde hoeveelheid tijd voor
onderhoud), waarmee een reparatie kan worden uitgevoerd of
preventief onderhoud kan worden uitgevoerd. Hier valt detectietijd,
transporttijd, lock out; tag out, diagnosetijd, logistieke tijd en
reparatietijd onder.
3
waarbij ook wordt gekeken naar acquisitie en onderhoud.
Cradle to cradle = 100% van de asset hergebruiken als grondstof voor
volgende toepassing.
Servitization = waarbij een ‘product als service’ wordt aangeboden. Niet
de asset zelf, maar de toegevoegde waarde van de asset wordt verhuurd
(denk aan maintenance en support).
Ook voor klimaatdoelstellingen en duurzaamheid kan asset management
een belangrijke rolspelen. In dezelfde lijn ligt de ontwikkeling van
innovatieve contractvormen. Vaak hebben deze contracten de vorm van
DBFM(O); Design, Build, Finance, Maintain, Operate. Waarbij de
opdrachtgever een periodieke vergoeding betaalt.
Terotechnology (Life Cycle Management) = het beheer van de
levensfase van een product, van ontwerp tot instandhouding (de
technologie van installatie, in bedrijfstellen, onderhoud, vervangen en
verwijderen van fysieke assets).
Life Cycle Cost (LCC) = een systematiek voor het voorspellen en
evalueren van de kostenprestatie van geconstrueerde assets. In de ISO
15686 standaard staan richtlijnen over de uitvoering van een levensduur
kosten (LCC) analyse. De kosten van een asset worden in drie fasen over
de levenscyclus gemaakt:
Investeringsfase (aanschafkosten, opstartkosten, mid-life update
kosten)
Beheer-en onderhoudsfase (bedrijfskosten, directe
onderhoudskosten, indirecte onderhoudskosten, energiekosten,
milieukosten)
Amoveringsfase (verwijderingskosten, restwaarde kosten)
De LCC wordt berekend door over de gehele levenscyclus alle kosten te
sommeren:
LCC = AK + SK + UK + BK + DOK + IOK + EK + MK + VK + RK.
1
,Total Cost of Ownership = eigenlijk niets anders dan de totale kosten
die een asset gedurende een bepaalde tijd met zich meebrengt. TCO heeft
een groot raakvlak met Life Cycle Cost (LCC). LCC beslaat de gehele
levensduur, TCO een van tevoren bepaalde (gebruiks-)periode.
Life Cycle Cost Analysis = een analyse om te bepalen wat het beste
ontwerp of de beste aanschaf van een asset is, waarmee voldaan kan
worden aan de gestelde performance eisen over de levensduur. Het LCCA-
proces bestaat uit de volgende stappen:
1. Maak een systeem/design breakdown
2. Brainstorm over de cost- en value drivers (investering,
onderhoudskosten, energiekosten, etc.)
3. Maak voor deze kostendrivers een financiële analyse (NCW, Break-
even, Internal Rate of Return 'IRR').
4. Voer een gevoeligheidsanalyse (puntschatting, rangeschatting of
what-if scenario) uit en optimaliseer het ontwerp en de
onderhoudskosten door de ontwerpvariabelen te wijzigen.
5. Besluit na doorlopen van het analyse proces welke keuze wordt
gemaakt.
CAPEX = Capital Expenses
OPEX = Operational Expenses
2
, FMECA = Failure Mode Effect & Criticality Analysis (kwalitatief). Doel van
de methodologie is het begrijpen van de risico’s en het voorkomen van
falen en/of minimaliseren van het effect. De gedetailleerdere uitlegt staat
later in de tekst.
Wat is het Risico (Kans * Effect)
Wat kunnen we eraan doen (voorkomen van de failure)
Hoe kunnen we het effect minimaliseren
RAM-analyse = een methodiek waarbij een object beoordeeld wordt op:
Reliability: betrouwbaarheid wordt in eerste instantie uitgedrukt als
de kans dat geen storingen voorkomen gedurende een bepaalde tijd.
Availability: onder beschikbaarheid wordt het percentage van de
tijd verstaan dat een Asset inzetbaar is voor productie of gebruik. Dit
is te berekenen met de volgende formule:
geplande productietijd−downtime
Beschikbaarheid %= x 100 %
geplande productietijd
Maintainability: onder onderhoudbaarheid wordt de mate van
eenvoud verstaan (uitgedrukt in de benodigde hoeveelheid tijd voor
onderhoud), waarmee een reparatie kan worden uitgevoerd of
preventief onderhoud kan worden uitgevoerd. Hier valt detectietijd,
transporttijd, lock out; tag out, diagnosetijd, logistieke tijd en
reparatietijd onder.
3