Heffing lokale overheden probleem 3
1.Waarover wordt onroerendezaakbelasting geheven?
De huidige regeling is te vinden in art. 220 t/m 220h GemW. Uit art. 220
GemW kan worden opgemaakt dat het voorwerp van de belasting van de
OZB de binnen de gemeente gelegen onroerende zaken zijn. Wat als
voorwerp van de belasting wordt aangemerkt is uitgewerkt in art. 16 Wet
WOZ.
Het belang is het onderscheid tussen een woning en een niet-woning. In
art. 220a lid 2 GemW is een regeling opgenomen. Hierin is bepaald dat
een object in hoofdzaak tot woning moet dienen om volledig als woning te
kunnen worden aangemerkt. Hiervan is sprake indien de waarde van de
onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die
onroerende zaak die dienen als woning dan wel volledig dienstbaar zijn
aan woondoeleinden. In de hoofdzaak is dit het 70% criterium: wordt
hier niet aan voldaan dan is het hele object een niet-woning.
Soms is het nodig dat objecten afgebakend dienen te worden, doordat er
meerdere eigenaars van een gebouw zijn of er gemeentegrenzen
doorheen lopen. Hoe:
1. Het aanwijzen van eigendomsgrenzen: deze afbakeningsregel is
niet in de wet genoemd. De zakelijke genotsgrenzen op het object
worden bepaald.
2. Het bepalen van eigendommen (art. 16 sub a en b wet WOZ):
een onroerende zaak is een gebouwd of ongebouwd eigendom.
a. Gebouwd eigendom: constructie van min of meer duurzame
aard, die dient tot het bewaren van goederen of het schutten
van personen of goederen tegen atmosferische invloeden.
Beschuttingscriterium: 1) beschuttingscriterium. 2) naar
aard en inrichting bedoeld om duurzaam ter plaatste te
blijven. 3) zelfstandige gebruikswaarde. 4) van meer dan
ondergeschikte betekenis in het geheel. 5) in de open lucht
dus buiten gebouwen. -> EPON/Nijmegen.
3. Zelfstandige gedeelten onderkennen (art. 16 sub c Wet
WOZ):
a. Woningen: er moet sprake zijn van zelfstandigheid en
afsluitbaarheid.
b. Niet woningen: gedeelte moet afsluitbaar zijn, er moet een
toiletruimte zijn en een aansluiting op nutsvoorzieningen.
4. Samenstel (art. 16 sub d Wet WOZ):
a. Een samenstel van 2 of meer eigendommen of bedoelde
gedeelte daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik
zijn horen bij elkaar.
b. Schiphol arrest: HR -> eigendommen een samenstel vormen
omdat die onmiskenbaar en geografisch samenhangend
geheel vormen en daarvoor beslissend was of voor 1
organisatorisch doel werden aangewend. Voor de
samenstellingsbepaling hangt de beoordeling in grote mate af
van de feitelijke omstandigheden. De vaststelling van die
feiten is belangrijk; er moet duidelijk worden aangegeven
1.Waarover wordt onroerendezaakbelasting geheven?
De huidige regeling is te vinden in art. 220 t/m 220h GemW. Uit art. 220
GemW kan worden opgemaakt dat het voorwerp van de belasting van de
OZB de binnen de gemeente gelegen onroerende zaken zijn. Wat als
voorwerp van de belasting wordt aangemerkt is uitgewerkt in art. 16 Wet
WOZ.
Het belang is het onderscheid tussen een woning en een niet-woning. In
art. 220a lid 2 GemW is een regeling opgenomen. Hierin is bepaald dat
een object in hoofdzaak tot woning moet dienen om volledig als woning te
kunnen worden aangemerkt. Hiervan is sprake indien de waarde van de
onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die
onroerende zaak die dienen als woning dan wel volledig dienstbaar zijn
aan woondoeleinden. In de hoofdzaak is dit het 70% criterium: wordt
hier niet aan voldaan dan is het hele object een niet-woning.
Soms is het nodig dat objecten afgebakend dienen te worden, doordat er
meerdere eigenaars van een gebouw zijn of er gemeentegrenzen
doorheen lopen. Hoe:
1. Het aanwijzen van eigendomsgrenzen: deze afbakeningsregel is
niet in de wet genoemd. De zakelijke genotsgrenzen op het object
worden bepaald.
2. Het bepalen van eigendommen (art. 16 sub a en b wet WOZ):
een onroerende zaak is een gebouwd of ongebouwd eigendom.
a. Gebouwd eigendom: constructie van min of meer duurzame
aard, die dient tot het bewaren van goederen of het schutten
van personen of goederen tegen atmosferische invloeden.
Beschuttingscriterium: 1) beschuttingscriterium. 2) naar
aard en inrichting bedoeld om duurzaam ter plaatste te
blijven. 3) zelfstandige gebruikswaarde. 4) van meer dan
ondergeschikte betekenis in het geheel. 5) in de open lucht
dus buiten gebouwen. -> EPON/Nijmegen.
3. Zelfstandige gedeelten onderkennen (art. 16 sub c Wet
WOZ):
a. Woningen: er moet sprake zijn van zelfstandigheid en
afsluitbaarheid.
b. Niet woningen: gedeelte moet afsluitbaar zijn, er moet een
toiletruimte zijn en een aansluiting op nutsvoorzieningen.
4. Samenstel (art. 16 sub d Wet WOZ):
a. Een samenstel van 2 of meer eigendommen of bedoelde
gedeelte daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik
zijn horen bij elkaar.
b. Schiphol arrest: HR -> eigendommen een samenstel vormen
omdat die onmiskenbaar en geografisch samenhangend
geheel vormen en daarvoor beslissend was of voor 1
organisatorisch doel werden aangewend. Voor de
samenstellingsbepaling hangt de beoordeling in grote mate af
van de feitelijke omstandigheden. De vaststelling van die
feiten is belangrijk; er moet duidelijk worden aangegeven