Docentenmateriaal ARGO
ANTWOORDEN ERGA THEMA 6
, Docentenhandleiding ARGO I antwoorden ERGA thema 6
ΕΡΓΟΝ 1
1 ev praesens 1 ev aoristus betekenis van het werkwoord
1 βλέπω ἔβλεψα kijken
2 τελῶ (τελέω) ἐτέλεσα voltooien, afmaken
3 ἀφαιρῶ (ἀφαιρέω) ἀφεῖλον (iemand iets) afpakken
4 ἀναγιγνώσκω ἀνέγνων herkennen
5 ἐθέλω ἠθέλησα willen
6 δοκῶ (δοκέω) ἔδοξα 1 lijken, de indruk wekken 2 menen
7 κλέπτω ἔκλεψα stelen
8 καλῶ (καλέω) ἐκάλεσα roepen, noemen
9 ἐλπίζω ἤλπισα hopen (op), verwachten
10 φέρω ἤνεγκον dragen, brengen
11 ἄγω ἤγαγον leiden, brengen
12 τάττω ἔταξα opstellen, ordenen
13 παρασκευάζω παρεσκεύασα voorbereiden, klaarmaken
14 λέγω εἶπον zeggen, spreken
15 πίνω ἔπιον drinken
ΕΡΓΟΝ 2
persoon getal soort vorm tijd/aspect betekenis
1-2-3 ev-mv ind-imp-inf prs-ipf-aor
1 2 ev ind ipf jij bracht (tijd) door
2 - ev imp prs zing!
3 1 mv ind aor wij wierpen
4 - - inf aor af (te) nemen
5 3 ev ind prs hij/zij beweegt
6 1 ev ind ipf ik at
3 mv ind ipf zij aten
7 1 ev ind aor ik verborg
8 3 mv ind prs zij doen pijn/verdriet
9 - ev imp aor herken!
10 - - inf prs raad (te) geven
11 - - inf aor (te) bedriegen
12 2 mv ind prs jullie smeken
- mv imp prs smeek!
2 mv ind ipf jullie smeekten
13 3 ev ind ipf hij/zij begreep/wist niet