2024-2025
1
,Inhoud
Casus 1. Een vrouw met psychische problematiek ......................................................................................................... 5
Casus 2. Een man met atriumfibrilleren ....................................................................................................................... 17
Casus 3. Een vrouw met diabetes mellitus en neuropathische pijn .............................................................................. 33
Casus 4. Patiënt met trombose .................................................................................................................................... 47
Casus 5. Een vrouw met Parkinson en verwardheid ..................................................................................................... 59
Casus 6. Een man met hartfalen na een myocard infarct ............................................................................................. 77
Casus 7. Een man met COPD, depressie en beroerte ................................................................................................... 92
Casus 8. Een vrouw met de ziekte van Crohn ..............................................................................................................106
WC1: Interacties .........................................................................................................................................................117
WC2: Klinisch redeneren ............................................................................................................................................128
WC3: Praktijkonderzoek .............................................................................................................................................138
Medicatiebewaking ....................................................................................................................................................140
Jicht ............................................................................................................................................................................144
IBD .............................................................................................................................................................................155
Training farmaceutische anamnese ............................................................................................................................177
HC: Labwaarden .........................................................................................................................................................189
HC: IBD .......................................................................................................................................................................192
HC: Farmaceutisch behandelplan ...............................................................................................................................197
2
,Introductie
• Bekijk de kennisclip (zie hieronder)
• In de opdrachtbeschrijving vind je meer gedetailleerde informatie over deze opdracht. Lees deze informatie door,
zodat je alvast weet wat je ervan je verwacht wordt.
• Lees ook het PW artikel wat over eerdere versies van het maatjestraject gepubliceerd is en deze
website (Maatjestraject | Universiteit Utrecht | Home) waar veel informatie te vinden is (deze website bevat
ook informatie die je aan je coschapbegeleider of aan de patiënt kan laten lezen!)
• Daarnaast vind je hier Scorion formulier wat bij deze opdracht hoort. Deze moet je na afronding van het
maatjestraject in Scorion invullen en sturen naar je coschapbegeleider.
Casus 1 en 2 - anamnese
1. Bekijk de volgende 5 kennisclips van prof. dr. Bouvy
o Demografie en de gevolgen voor de gezondheidszorg (5 min)
o Multimorbiditeit en polyfarmacie (6 min)
o Medicatie gerelateerde ziekenhuisopnames (5 min)
o Richtlijnmedicatiebeoordeling en STRIP methode (5 min)
o Strip 1 farmacotherapeutische anamnese (10 min)
2. Lees de Instructie STRIP format
3. Voer de volgende opdracht uit voor casus 1 en casus 2:
Orden voor deze twee casus de medische voorgeschiedenis, de medicatie en de meetgegevens in en ordentabel, en
formuleer (potentiële) behandeldoelen. Gebruik hiervoor de ordentabel uit het STRIP format.
Bereid de farmacotherapeutische anamnese voor met de GIVE-methode. Bedenk dus per aandoening welke vragen je
wilt stellen over de indicatie, de effectiviteit, de veiligheid en het gebruik van de medicatie. Gebruik de bijbehorende
NHG-standaarden en medicijnteksten op de Kennisbank of het Farmacotherapeutisch Kompas om gerichte vragen op
te stellen.
Kennisclips
Demografische ontwikkeling en de gevolgen voor de gezondheidszorg
• Levensverwachting neemt toe door betere hygiëne, vaccinaties, antibiotica en bestrijding van hart- en vaatziekten
en kanker.
• Apart aandacht voor ouderen, want: 1) vaak verschillende aandoeningen 2) veelgebruikers: polyfarmacie 3)
atypische presentatie aandoeningen en bijwerkingen 4) verandering kinetiek en dynamiek.
Multimorbiditeit en polyfarmacie
• Medicatiegebruik neemt toe.
Medicatie gerelateerde ziekenhuisopnames
• HARM studie 2006 → 100 ziekenhuisopnames per dag door medicatiefouten. Risicofactoren zijn hoge leeftijd,
polyfarmacie en geheugenproblemen. Bij 65+ is 51% van de ziekenhuisopnames potentieel vermijdbaar.
• Bij 65+ neemt de ziekenhuisopname door geneesmiddelen toe.
• Fouten kunnen te maken hebben met indicatie, therapietrouw, onvoldoende monitoring, interactie,
onderbehandeling, contra-indicatie, verkeerde wijze van gebruik en overdosering.
• Verminderde cognitie is de belangrijkste risicofactor.
Richtlijnmedicatiebeoordeling en STRIP-methode
• Waarom medicatiebeoordeling → dynamiek → patiënt (fysiek, mentaal, omgeving), therapie (veranderende
inzichten, nieuwe richtlijnen). De behandeling die 3 jaar geleden optimaal was voor een patiënt hoeft dat nu niet
meer te zijn.
• Doel medicatiebeoordeling → optimaliseren uitkomsten van behandeling met geneesmiddelen bij individuele
patiënt → effectiviteit, veiligheid, korte en lange termijn uitkomsten (dus ook onderbehandeling, onderdosering).
• 2012 medicatie review: STRIP. De criteria zijn niet evidence-based, maar gebaseerd op het HARM-onderzoek.
Nadeel is dat veel patiënten onnodig werden beoordeeld op hun medicatie.
3
,• In 2019 is de richtlijn voor met name de selectiecriteria aangepast:
• STRIP → systematic tool to reduce inappropriate prescriping.
Strip 1 farmacotherapeutische anamnese
4
,Casus 1. Een vrouw met psychische problematiek
Als openbaar apotheker specialist voer je met enige regelmaat medicatiebeoordelingen uit. Volgende week heb je een
gesprek met mevrouw L (40 jaar). Vandaag bereid je dit gesprek voor: je ordent de informatie die je al hebt en
bedenkt welke vragen je nog aan mevrouw L wilt stellen tijdens de farmacotherapeutische anamnese.
Opdracht:
1. Orden de medische voorgeschiedenis, de medicatie en de meetgegevens in een ordentabel, en formuleer
(potentiële) behandeldoelen. Gebruik hiervoor de ordentabel uit het format van de STRIP-methode wat op BlackBoard
staat (zie ook de toelichting die hierop gegeven is).
2. Bereid de farmacotherapeutische anamnese voor met de GIVE-methode. Bedenk dus per aandoening welke vragen
je wilt stellen over de indicatie, de effectiviteit, de veiligheid en het gebruik van de medicatie. Gebruik de
bijbehorende NHG-standaarden en medicijnteksten op de Kennisbank of het Farmacotherapeutisch Kompas om
gerichte vragen op te stellen.
NB: De GIVE methode is aan bod gekomen tijdens de cursus FA-MA104. In kennisclip 5 van introductiecolleges van
prof. Bouvy kun je hier nog een korte herhaling van beluisteren.
Patiëntgegevens
Geslacht: vrouw
Afkomst: Kaukasisch
Leeftijd: 40 jaar
Lengte: 175 cm
Gewicht: 62 kg
BMI: 20,2 kg/m2
Roken: nee
Alcohol: - EH/dag
Valrisico: laag (o.b.v. zelfredzaamheid, cognitie, co-morbiditeit, polyfarmacie)
Medische voorgeschiedenis (bron HIS)
Episode Sinds Actueel ja/nee)
Angststoornis 15 jaar Actueel
Nervositeit/spanning 3 jaar Actueel
Slaapproblemen 3 jaar Actueel
Reflux oesofagitis 3 jaar Niet actueel
Eczeem 5 jaar Actueel
IJzergebreksanemie 1 maand Actueel
Medicatie (bron AIS)
Geneesmiddel Dosering Start/stopdatum Initiële voorschrijver
Temazepam 20 mg 1 x daags 1 caps zonodig Sinds 3 jaar huisarts
Antagel 1 -3 x daags 15-30 ml ac 3 jaar geleden huisarts
gestopt
Omeprazol 20 mg 1 x daags 1 capsule Sinds 3 jaar huisarts
Oxazepam 10 mg 1-3 x daags 1 tablet zonodig Sinds 3 jaar huisarts
Citalopram 40 mg 1 x daags 1 tablet Sinds 15 jaar huisarts
Desoximetason emulsie 1 x daags aanbrengen op de Sinds 5 jaar dermatoloog
0,25 % met salicylzuur 10% behaarde hoofdhuid
Clobetasol zalf 0,05% 1-2 x daags aanbrengen Sinds 5 jaar dermatoloog
Ferrofumaraat 1 x daags 200 mg Sinds 1 maand huisarts
Meetgegevens (bron HIS)
Parameter Waarde Datum Referentie (streef/
normaalwaarden (N))*
Bloedd syst. 125 mmHg 5 maanden geleden <140 mmHg
Bloedd dia. 80 mmHg 5 maanden geleden nvt
BMI 20,2 kg/m2 5 maanden geleden 20-25 kg/m2
Kalium 4,0 mmol/l 5 maanden geleden 3,5-5,0 mmol/l (N)
Natrium 139 mmol/l 5 maanden geleden 136-144 mmol/l (N)
eGFR 93 ml/min/1,73m2 5 maanden geleden >60 ml/min/1,73m2
Hb 6,7 mmol/L 1 maand geleden vrouwen: 7,5-10 mmol/l
5
, 6,8 mmol/L 2 dagen geleden
bron:www.nvkc.nl, NHG-standaarden CVRM 2019 en DMII 2013, Anemie 2014
GIVE methode
Angststoornis en nervositeit/spanning
Indicatie
• Wat waren de klachten? Wanneer traden deze op? Hoe heftig waren deze? Wat was de aanleiding?
• Zijn de angstklachten dezelfde als de nervositeit, of zijn dit twee losstaande klachten?
• Motivatie om medicatie af te bouwen?
Effectiviteit
• Wat was/is het effect van de medicatie?
• Zijn er ook veranderingen geweest of interventies gedaan die effect hadden? Denk aan cognitieve
gedragstherapie, veranderingen in de privesituatie.
Veiligheid
• Algemeen: bijwerkingen van de medicatie?
• Specifiek per medicijn:
Citalopram: maagdarmklachten, seksuele klachten, moeite met slapen, slaperigheid, verminderd
reactievermogen, gewichtstoename/afname
Oxazepam: verminderd reactievermogen. vlak gevoel. geheugenverlies
Gebruik
• Hoe vaak wordt oxazepam per dag gebruikt?
• Therapietrouw citalopram
• Worden er nog zelfzorgmiddelen gebruikt voor de angst/nervositeit?
Slaapproblemen
Indicatie
• Wanneer zijn de klachten ontstaan?
• Motivatie om af te bouwen en zonder medicatie te kunnen slapen? Wel eens geprobeerd recent?
Effectiviteit
• Wat merkt mevr. van de medicatie? Hoe gaat het nu met slapen?
Veiligheid
• Temazepam: dufheid bij opstaan, duizelig in de nacht
Gebruik
• Hoe vaak wordt temazepam gebruikt?
• Naast temazepam nog gebruik van zelfzorgmiddelen, zoals melatonine?
Reflux oesofagitis
Indicatie
• Wat waren de klachten?
• Wel eens geprobeerd zonder medicatie?
Effectiviteit
• Hoe gaat het met de klachten wanneer er medicatie gebruikt wordt?
• Eerst Antagel, daarna omeprazol: werkte de antagel onvoldoende? Hoe is dat nu met de omeprazol?
Veiligheid
• -
Gebruik
• Gebruik omeprazol dagelijks, of alleen bij klachten?
Eczeem
Indicatie
• Wat waren de klachten? Waar zit de eczeem?
• Zijn de klachten continue aanwezig, of in episoden?
Effectiviteit
• Wat merkt mevrouw van de medicatie? Verdwijnen de klachten helemaal, of worden ze alleen milder? Hoe snel
merkt mevr effect?
Veiligheid
• Bijwerkingen van de medicatie, zoals een brandend gevoel, dunner worden van de huid, striae, haaruitval.
Gebruik
6
,• Hoe vaak worden de zalf en de emulsie gebruikt?
• Hoe dik wordt er gesmeerd?
• Wordt er naast deze crèmes ook een basis crème gebruikt?
Ijzergebreksanemie
Indicatie
• Wat waren de klachten?
• Heeft mevrouw zelf een idee waar de bloedarmoede door veroorzaakt kan zijn?
Effectiviteit
• Het Hb is nog niet hoger geworden: merkt mevrouw zelf effect?
Veiligheid
• Bijwerkingen: diarree of juist obstipatie? Maagklachten?
Gebruik
• Wanneer neemt mevrouw de ferrofumaraat in: Neem ferrofumaraat bij voorkeur 's ochtends in (betere opname
dan later op de dag) en niet binnen 2 uur voor of 4 uur na inname van koffie, thee en melk (verminderen de
resorptie van ijzer); Neem ferrofumaraat in op een lege maag of gelijktijdig met vitamine C (bijvoorbeeld
sinaasappelsap), omdat dit de resorptie van ijzer bevordert door het zure milieu.
• Gebruikt mevrouw interacterende middelen, zoals antacida?
Farmaceutische anamnese - verslag
De 40-jarige mevrouw L stelt het gesprek met jou als apotheker erg op prijs. Ze was namelijk zelf ook al van plan om
contact op te nemen, met de vraag of zij de oxazepam die zij gebruikt kan afbouwen.
Oxazepam: Ze gebruikt het nu al sinds 3 jaar geleden, het jaar waarin haar huwelijksproblemen tot een climax
kwamen en zij een echtscheiding heeft aangevraagd. De echtscheiding ging gepaard met een hoop ellende en heeft
erg veel stress bij haar veroorzaakt. Ze kon de stress niet goed onder controle krijgen maar inmiddels heeft ze een
stabiele relatie en haar leven weer aardig op de rit. Ze wil graag stoppen met het gebruik van oxazepam. Ze gebruikt
het nu 2 maal daags, ’s ochtends bij het opstaan en ’s middags bij de lunch. Ze heeft een sterke wil en het is haar
destijds - ondanks de echtscheiding - ook gelukt om te stoppen met roken. Ze rookte al sinds haar 16e, het begon met
een paar sigaretten per dag maar vanaf haar 20 e rookte ze toch wel een pakje per dag. Ondanks de echtscheiding in
dat jaar wilde ze echt graag stoppen met roken omdat een familielid die ook zijn hele leven had gerookt was
overleden aan de gevolgen van longkanker.
Mevrouw wil graag stoppen met oxazepam omdat ze zo vermoeid is. Die vermoeidheid linkt ze zelf aan de oxazepam
door de gele sticker op het doosje. De huisarts heeft voor de zekerheid ook even haar Hb gecontroleerd, dit bleek een
maand geleden verlaagd te zijn. De huisarts vermoedde dat dat kwam door de hevige menstruaties die mevrouw
ervaart. Ze merkt dat ze richting de overgang gaat en dat uit zich is steeds heftiger menstruaties. De huisarts heeft
haar daarom ijzertabletten meegegeven, maar daar merkt ze helaas nog niet veel van, ook al heeft ze de
innameinstructies goed opgevolgd. Haar Hb was ook nog niet hoger geworden.
Angst: Over haar paniekstoornis wil mevrouw niks kwijt, behalve dat het nu goed gaat. Aan de citalopram wil ze dan
ook verder liever niks veranderen. Ze is erg huiverig dat deze paniekaanvallen weer terugkomen als ze stopt met
citalopram.
Slaap, maagklachten en oxazepam: Of het nu kwam vanwege het feit dat ze gestopt was met roken of door de stress
rondom de echtscheiding, mevrouw sliep slecht en had ’s nachts last van zuurbranden. Inmiddels had de huisarts
temazepam 20 mg voorgeschreven i.v.m. de slaapproblematiek en had mevrouw zelf Antagel gekocht vanwege het
zuurbranden ‘s nachts. Temazepam gebruikt mevrouw sindsdien elke nacht. Omdat de klachten erger werden,
behalve zuurbranden in de slokdarm ook een branderig gevoel in de bovenbuik, raadpleegde ze de huisarts die
omeprazol 20 mg voorschreef. De klachten van zuurbranden verdwenen maar op een of andere manier voelde
mevrouw zich erg onrustig overdag en de huisarts schreef oxazepam 10 mg 1-3 x daags 1 tablet. De bedoeling was dat
mevrouw hiermee zou stoppen als de echtscheiding eenmaal achter de rug was.
Eczeem: Een jaar of 5 geleden is mevrouw naar de dermatoloog geweest met klachten van hevige eczeem op haar
hoofdhuid en armen en benen. De dermatoloog heeft toen een lotion en een zalf voorgeschreven die erg goed
hielpen. Mevrouw gebruikt deze nog steeds in de perioden waarin het eczeem opvlamt. De assistente van de huisarts
herhaalt dan het recept voor de lotion en de zalf als mevrouw dat aanvraagt. Afgelopen winter bijvoorbeeld had
mevrouw de zalf en lotion vrijwel elke dag nodig. Nu het weer mooier weer is, gebruikt mevrouw niks voor het
eczeem en dat gaat nu goed.
7
,STRIP-methode - systematic tool to reduce inappropriate prescribing
1. Ordentabel
Episode/probleem Medicatie Lab/meetwaarde Behandeldoel
Noem in deze kolom alle Noem hier geneesmiddelen incl. Noem hier de uitslagen van lab- en NB! In deze kolom horen geen
actuele episoden uit het HIS, dosering. onderzoekswaarden (referentie- of cijfers thuis, het gaat om
maar evt. ook problemen of streefwaarden en datum mogen klinische behandeldoelen.
klachten die uit de anamnese achterwege blijven). Noem hier ook
naar voren kwamen. Noteer welke (bij deze episode) relevante Probeer de behandeldoelen zo
de problemen/klachten die labwaarde onbekend is, zet dan ? specifiek mogelijk voor de
patiënt noemt met achter waarde. betreffende patiënt te
toevoeging “(bron: patiënt)”. formuleren.
Angststoornis Citalopram 40 mg 1dd 1t Natrium: 139 mmol/l Verminderen angstklachten;
(hyponatriëmie is een bijwerking van het liefst totale remissie
ssri’s, vooral als iemand ook Verminderen invloed angst op
thiazidediuretica gebruikt) dagelijks leven
Verminderen symptomen van
angst
Nervositeit/spanning Oxazepam 10 mg 1-3dd 1t zo nodig - Verminderen spanning
Verminderen invloed
spanning/nervositeit op
dagelijks leven
Slaapproblemen Temazepam 20 mg 1dd 1c zo nodig - Slaapkwaliteit verbeteren
Evt. slaapdagboek Verminderen symptomen
zoals slaperigheid overdag
Verminderen disfunctioneren
door slaapgebrek
Reflux oesofagitis Antagel (algeldraat/MgOH) 1-3dd 15- - Verminderen brandend
30 ml voor de maaltijd [GESTOPT] maagzuur en reflux
Omeprazol 20 mg 1dd 1c Verminderen zure
oprispingen/klachten door
zuurbranden
Eczeem Desoximetason emulsie 0.25% met - Verminderen eczemateuze
salicylzuur 10% 1dd abr op behaarde klachten
hoofdhuid Remissie eczeem
Clobetasolzalf 0.05% 1-2dd abr Verminderen van
opvlammingen
IJzergebreksanemie Ferrofumaraat 1dd 200 mg, HB: 6,7 mmol/L (1 maand geleden) Vermoeidheid verhelpen
6,8 mmol/L (2 dagen geleden) Evt. ijzertekort behandelen
2. Identificeren (potentiële) farmacotherapeutische problemen (FTP’s)
Met de geordende informatie wordt de farmacotherapie van de patiënt vervolgens gecontroleerd op mogelijke
onderstaande problemen. Formuleer kort en bondig!
Behandeling volgens de huidige richtlijnen
Beschrijf het stappenplan van de medicamenteuze behandeling volgens de bijbehorende NHG-standaard (of andere
richtlijn). Vergelijk dit met de huidige behandeling van de patiënt en beschrijf of deze overeenkomt met het
stappenplan in de NHG-Standaard. Beschrijf ook hoe de lab- en meetwaarden zich verhouden tot de
referentiewaarden in de NHG-Standaard.
8
,Aandoening Korte samenvatting medicamenteuze behandeling Formuleer hier op welke punten afgeweken
wordt van de richtlijn en evt. wat de reden
daarvoor is.
Angststoornis Start behandeling: Citalopram 40 mg 1dd 1t, dosering is akkoord.
• Medicatie wordt overwogen bij gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis,
NHG: Angst (2019) sociale fobie en PTSS.
• Voorkeur: SSRI's zoals sertraline, paroxetine, en citalopram, omdat deze een gunstiger
bijwerkingenprofiel hebben dan TCA's.
Doseringen:
Benzodiazepinen:
• Bij sterke initiële angsttoename kan tijdelijk een benzodiazepine (diazepam of
oxazepam) worden voorgeschreven, voor maximaal 2-4 weken, ter ondersteuning bij
de start van SSRI’s. Behandeling met alleen benzodiazepinen wordt afgeraden.
Duur van de behandeling:
• Bij voldoende effect wordt de behandeling voortgezet voor 6-12 maanden na remissie
om terugval te voorkomen.
Afbouwen:
• Geleidelijke afbouw over 2-4 weken om onttrekkingsverschijnselen te minimaliseren.
Gebruik de FINISH-methode om de mogelijke onttrekkingsverschijnselen in gedachten
te houden (Flu-like symptoms, Insomnia, Nausea, Imbalance, Sensory disturbances,
Hyperarousal).
Evaluatie:
• Het effect van de SSRI wordt na 4-6 weken geëvalueerd.
Onvoldoende effect: Verhoog de dosering tot de maximumdosering.
Bij aanhoudende non-respons: Overweeg een andere SSRI of, in overleg met een
psychiater, een TCA.
• Bij jongvolwassenen (18-25 jaar): Wekelijks controleren in de eerste maand vanwege
een verhoogd risico op suïcidaliteit bij SSRI-gebruik.
• Afhankelijk van het beloop van de klachten, kan de controlefrequentie geleidelijk
worden verminderd naar eens per 3 maanden.
Nervositeit/spanning Er is geen officiële richtlijn. Oxazepam 10 mg 1-3dd 1t zo nodig, dosering is
Oxazepam is geregistreerd voor pathologische angst en spanning. akkoord.
KNMP IM: Angst en spanning; oraal: volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar 10 mg 3-4
dd.
Slaapproblemen Behandelindicatie: Temazepam 20 mg 1dd 1t voor het slapen sinds
• Medicatie wordt alleen overwogen bij kortdurende slapeloosheid met een duidelijke drie jaar, dus afbouwen nodig.
NHG: oorzaak en hoge lijdensdruk. Kies in overleg met de patiënt tussen afbouwen
Slaapproblemen Voorkeursmedicatie: met het eigen slaapmiddel of met diazepam:
(2024) • Kortwerkende benzodiazepineagonisten (zoals temazepam of zolpidem) worden • Voor meerwaarde van gereguleerde
voorgeschreven, bij voorkeur voor intermitterend gebruik en zo kort mogelijk dosisreductie met diazepam in plaats van
(maximaal 2-3 weken). met het eigen slaapmiddel is geen
Dosering: overtuigend bewijs, maar diazepam heeft
• Temazepam: 10-20 mg (bij ouderen 10 mg) per nacht, maximaal voor 2-3 weken. wel theoretische voordelen:
• Zolpidem: 10 mg (bij ouderen 5 mg) per nacht, maximaal 2-3 weken. o diazepam geeft door de
Evaluatie en bijwerkingen: langere halfwaardetijd
• Na 2 weken: effectiviteit beoordelen, bijwerkingen zoals slaperigheid overdag en mogelijk minder
valrisico evalueren. ontwenningsverschijnselen
• Let op risico van afhankelijkheid; na 2 weken neemt het effect af, terwijl bijwerkingen dan kortwerkende middelen
aanhouden. Bij chronisch gebruik: afbouwen stimuleren. o diazepam is beschikbaar in
Duur van de behandeling: lage tabletsterkte (tabletten
• Gebruik van slaapmiddelen wordt zo kort mogelijk gehouden, alleen bij tijdelijke à 2 mg met breukgleuf),
slapeloosheid en hoge lijdensdruk. waardoor verdere
• Bij chronisch slaapmiddelengebruik (> 60 dagen in de afgelopen 3 maanden): start een dosisafbouw makkelijker
afbouwplan via gereguleerde dosisreductie of minimale-interventiestrategie. uitvoerbaar is
Niet aanbevolen medicatie:
9
, • Melatonine, antidepressiva (zoals amitriptyline), antipsychotica en sederende • Het nadeel van diazepam is dat het door
antihistaminica worden afgeraden wegens onvoldoende effectiviteit en bijwerkingen. de lange halfwaardetijd kan leiden tot
slaperigheid overdag:
o raad verkeersdeelname
daarom af
o waarschuw dat het werk
negatief kan worden
beïnvloed
• Indien de slaperigheid overdag
bezwaarlijk is, zet de medicatie dan niet
om naar diazepam maar pas gereguleerde
dosisreductie toe met het eigen
slaapmiddel.
Reflux oesofagitis Behandelindicatie Antagel (algeldraat/MgOH) 1-3dd 15-30 ml voor
• Medicatie wordt overwogen bij aanhoudende of ernstige refluxklachten die niet de maaltijd [GESTOPT]
NHG: Maagklachten voldoende reageren op leefstijladviezen en bij een diagnose van reflux oesofagitis. Omeprazol 20 mg 1dd 1c
(2021) Voorkeursmedicatie
• Start met antacida (zoals Antagel) voor directe verlichting bij milde klachten, en H2 antagonist is overgeslagen.
verdubbel de dosering bij ernstige klachten. Tweede keus is sucralfaat Afbouwen adviseren gezien langdurig gebruik
(mucosaprotectivum) granulaat of suspensie. omeprazol sinds 3 jaar. Langdurig gebruik geeft
• Bij onvoldoende effect na 2-4 weken kan worden overgestapt naar H2-antagonisten vitamine B12-deficiëntie, infecties,
en daarna protonpompremmers (PPI’s) voor sterkere zuurremming. fractuurrisico en maagkanker. H2-antagonisten
• Er lijkt geen of nauwelijks verschil in klachtenvermindering tussen H2-antagonisten en hebben dit niet!
PPI’s te zijn.
o Nadeel PPI’s: bij chronisch gebruik meer bijwerkingen dan H2-
antagonisten.
o Nadeel H2-antagonisten: moeten meestal 2 dd ingenomen worden, PPI’s
1 dd.
Dosering
• (Es)omeprazol: 20 mg 1dd bij onvoldoende effect 2dd.
• Pantoprazol: 40 mg 1dd, bij onvoldoende effect 2dd.
Duur van de behandeling
• 4 weken.
10