2. Basisbegrippen
2.1 Algemeen overzicht verwerkingsproces van een onderneming
Nood aan nauwkeurigere boekhouding dan wettelijk verplicht à analytische boekhouding
2.2 Definitie en classificatie van kosten
Definitie van kosten
= Verbruik inputs gedurende exploitatieperiode om exploitatieproces te voltooien
Klasseren naar
1. Aard: kostensoorten
2. Toewijsbaarheid aan output: indirecte en directe kosten
3. Functie binnen de onderneming: kostenplaats en/of kostendragers
4. Relatie met volume: vaste en variabele
5. Tijdsperiode: historische, gebudgetteerde en standaardkosten
6. Beheersbaarheid: beheersbaar en niet beheersbaar
1
, Classificatie van kosten
1) Indeling naar aard: kostensoort
• Welke soort kost
• Alle kosten ontstaan uit gebruik zelfde productiemiddel
• bvb. aankopen GS HS, financiële kosten, …
• Nadeel:
o Geen splitsing per verantwoordelijke à ≠ controlemiddel, beheersmiddel
• Voordeel:
o Ondernemingvergelijking
o Horizontale analyse, verticale analyse
2) Indeling naar toewijsbaarheid aan output: indirecte en directe kosten
• Direct: eenduidig kwantificeerbaar verband met activiteit
• Indirect = overhead
o Omslagbasis gebruiken
3) Indeling naar functie binnen de onderneming: kostenplaats en/of kostendragers
• Kostenplaats: indeling in departementen
o Elk departement verzamelt kosten
• Kostendrager: elke departement werkt mee aan realisatie G&D = bestemming
• ~ aard onderneming
Eenvoudige structuur:
bvb. metaalconstructie op order
à organigram:
• management
Complexe structuur: • productie
• Hiërarchie nastreven • verkoop
• Meerdere kostendragers
à kostenplaats:
• beheerskosten (management)
• productiekosten (productie)
• verkoopkosten (verkoop)
à kostendrager
• directe arbeid (orders)
2
, Veel voorkomende indeling binnen kostenplaatsen:
• Hulpkostenplaatsen = engineered cost centers
o Dienst aan andere departementen
o Diensten kwantitatief vast te stellen
o bvb. IT: CPU-tijd, onderhoud (m2)
• Algemene kostenplaatsen = discretionary cost centers
o Zelfde als hulp maar ≠ kwantificeerbaar
• Technische kostenplaatsen
o Afzonderlijke departementen
o Werken uitsluitend voor andere departementen
o Apart vermeld wegen omvang of belang
o bvb. debiteurenadministratie (deel van boekhouding)
• Fabricagekostenplaatsen of industriële kostenplaatsen
o Belangrijk deel onderneming
o Staan dicht bij eindproduct
o bvb. hoogoven
• Verkoopkostenplaatsen
o bvb. commerciële dienst
4) Indeling naar relatie met volume: vaste en variabele kosten
• Afhankelijkheid kost tot productie
o Of andere meeteenheid (bvb. uren)
• Variabele kosten
o Varieert met outputvolume
o Constante kost per eenheid productie
• Vaste kosten
o Blijft constant binnen grenzen
o Dalende kost per eenheid
• Kan binnen kostencentrum onderscheiden worden
• Korte termijn
5) Indeling naar tijdsperiode: historische, gebudgetteerde en standaardkosten
• Historisch
o Oorspronkelijke uitgave = kost bij verbruiken input
o Op moment van aanschaf
• Gebudgetteerd
o Vermoedelijke waarde = kost bij verbruiken input
o Bij vermoedelijk productieniveau
• Standaard
o Zelfde als gebudgetteerd bij normaal productieniveau
o Niet-vermijdbare kosten
6) Indeling naar Beheersbaarheid: beheersbaar en niet beheersbaar
• Classificatie o.b.v. persoon of instantie
• Beheersbaar: functionaris kan hiervoor verantwoordelijk gesteld worden
3
, Besluit
• Kosten kunnen op andere manier benaderd worden
• Classificatie wordt normaal
• Direct of indirect hangt af van kostenplaats
2.3 Kostprijs
Algemene begrip kostprijs
= Bestedingen voor de prestatie gemaakt
Prestatie
• Voor productie goederen en diensten à fabricagekostprijs
o Handelsonderneming: aankoop tot spliten/samenvoegen
o Productieonderneming: aankoo tot afleveren GP aan verkoop
o Dienstenonderneming: proces tot dienst wordt aangeboden aan publiek
• Voor productie goederen en diensten + verkoop à verkoopkostprijs
• Deelcalculatie-objecten
o Deelement van bvb. exploitatie
Voor de prestatie gemaakt
• In dit boek enkel bedrijfskosten ≠ financiële kosten
Kost ≠ uitgave
• Sommige kosten vertalen zich in uitgaven = out-of-pocket costs
Kostprijs ~ interpretatie bestedingen
PRESTATIE
= full costing
BESTEDINGEN
= prime factor
costing
= direct costing
• Historisch (verleden) ßà standaard of gebudgetteerd (prospectief)
4
,Kostprijs binnen de analytische boekhouding en kostprijscalculatie
Basisschema:
2.4 Doelstellingen van kostprijscalculatie
Onmogelijkheid om algemene boekhouding af te sluiten
Rubrieken in balans van jr waar kostprijscalculatie nodig is
• Voorraden GP, GIB, BIU, bijproducten en afval
o Aanschaffingswaarde = vervaardigingsprijs
o Vervaardigingsprijs berekenen
• Voorraadwijzigingen
o Geen vergelijking opbrengst aan kosten
o Voorraadsstijging à opbrengstvermeerdering
o Voorraaddaling à opbrengstevermindering
o Vervaardigingsprijs is hier ook nodig
5
,Noodzakelijkheid interne informatie
≠ wettelijk
Periodieke resultaatbepaling
• Opbrengst veel gegeven door markt à alleen kosten beïnvloedbaar (&
omloopsnelheid)
à belangrijk periodiek te bepalen
Grondslag tot bepaling offerteprijs of verkoopprijs
• Cost plus pricing: meest gebruikte methode om verkoopprijs te bepalen
o Marge bij kostprijs rekenen om tot VK-prijs te komen
o Ook relevant bij prijsnemers
• VK-prijs kan onder kostprijs liggen
o Uitzonderlijk
Hulpmiddel besluitvorming
Kostenbegroting voor controle en besluitvorming
• Gebruikt voor nog te realiseren doel
o Productie & verkoop
Kostenbeheersing en efficiëntiebeoordeling
• Steunt op 3 principes
o Bepalen verantwoordelijkheid
o Bepalen beheersbare kosten per kostenplaats
o Bepalen werkelijke kosten per kostenplaats
• Efficiëntie: werkelijke kosten aan geplande kosten toetsen
• Belangrijkste hulpmiddelen
o Standaardkostprijsmethode
o Kostenbudgettering
2.5 Diverse technieken voor kostencalculatie en resultaatbepaling
3 belangrijkste technieken
• Extracomptabele kostprijsberekening
• Autonome analytische boekhouding
• Analytische boekhouding, geïntegreerd in algemene boekhouding
Extracomptabele kostprijsberekening
• Vooral in kmo’s
Autonome analytische boekhouding
• Vooral grote ondernemingen
• Belgische, Frans of Duitse ondernemingen
• Complexe exploitatiestructuur
• Input wordt in twee systemen gestoken (algemeen en analytisch)
o Basisgegevens dezelfde, verwerking verschilt
6
,Binnen de algemene boekhouding geïntegreerde analytische boekhouding
• Angelsaksisch-geörienteerd
• Informatie eerst analytisch verwerken in factory-journals (naar centrum) à in
algemene boekhouding opgenomen via centralisatie
• Niet behandeld in boek
Typologie
• proces costing = kostencalculatie massaproductie
o Alle output dezelfde (waarde)
o Continuïteit
• job-order csoting = kostencalculatie orderproductie
o Min of meer serieproductie
Gemeenschappelijke kenmerken
• Verzameling kostengegevens
• Verdeling kostengegevens
• Calculatie
Deel 2: Studie van kostensoorten
3. Studie van het materiaalverbruik
3.1 Inleiding
Materiaalverbruik
• Grondstoffen
o Directe kost
• Hulpstoffen
o Maken geen deel uit van eindproduct à indirecte kost
o Helpt wel bij tot stand komen
• Ingekochte onderdelen
Prijsfactor en hoeveelheidsfactor
7
,3.2 Hoeveelheidsbepaling
Informatiebronnen
Stuklijst = informatielijst = bill of materials (BOM)
• Product > subassemblage > component > grondstof Artikelen = material
• Zelf gemaakt = make items items
• Aangekocht (bvb. GS) = buy items
100 van GS1 nodig en 10 van
GS2 voor 1 eenheid C1 te maken
Enterprise resource planning (ERP)
• Voorraadbeheer geautomatiseerd
• Benodigde hoeveelheid maakdelen automatisch berekend en doorgestuurt naar
magazijn
o O.b.v. verzamelopdracht of picking list
o Benodigde hoeveelheid gereserveerd in voorraadbestand
Bepaling werkelijke hoeveelheid
Directe hoeveelheidsbepaling
• Verstrekte hoeveelheid tellen, wegen of meten
• Magazijnverantwoordelijke ziet op picking list benodigde hoeveelheid
• Werkwijze
o Werkelijke hoeveelheid = hoeveelheid pickinglist ?
à aftrekken van voorraadsysteem (verbruikt en linken aan order)
o Evt. barcodes
o (Periodieke) controle door bvb. manueel tellen
• Procesindustrie: continu gewogen
8
, Indirecte hoeveelheidsbepaling:
• Directe bepaling te veel indirecte kosten à rudimentaire benadering
• 2 methodes
1. BACKFLUSHING: 2. FORMULE:
• Op einde productieproces aantal
afgewerkte producten tellen x benodigde beginvoorraad – eindvoorraad + aankopen =
materialen materiaalverbruik
• Berekende hoeveelheid automatisch
aftrekken van permanente inventaris • Veel volume en kleine eenheid
= automatic backflushing o Schattingsfouten zijn hier toch
• Geen controle werkelijk ≠ theoretisch niet zo erg
à gevaar voor fouten o Kosten en moeite van
à minimaliseren door zero-defect permanente inventaris niet nodig
cultuur: zo weinig mogelijk verspillen
Standaardhoeveelheid
• Ondernemingen met sterke rendementsfluctuaties
9
, Ter herinnering: periodieke ßà permanente inventaris
• Periodieke inventaris
o Aankopen als kost op basis van aankoopfactuur
Aankopen van grondstoffen 60000 X
@ Leveranciers 44000 X
o 31/12 à correctie
§ Voorraadstijging (EV > BV)
Grondstoffen: AW 30000 X
@ Voorraadwijzigingen GS 60900 X
§ Voorraaddaling (EV < BV)
Voorraadwijzigingen GS 60900 X
@ Grondstoffen: AW 30000 X
• Permanente inventaris
o Aankopen in balans, geen kost boeken
Grondstoffen: AW 30000 X
@ Leveranciers 44000 X
o Permanent bij verbruik kost van voorraadwijziging
Voorraadwijzingen GS 60900 X
@ Grondstoffen: aanschaffingswaarde 30000 X
o Correctie op 31/12 dus niet nodig
• Algemeen: beide methodes verbuik in kost à leveren uiteindelijk zelfde resultaat op
10
2.1 Algemeen overzicht verwerkingsproces van een onderneming
Nood aan nauwkeurigere boekhouding dan wettelijk verplicht à analytische boekhouding
2.2 Definitie en classificatie van kosten
Definitie van kosten
= Verbruik inputs gedurende exploitatieperiode om exploitatieproces te voltooien
Klasseren naar
1. Aard: kostensoorten
2. Toewijsbaarheid aan output: indirecte en directe kosten
3. Functie binnen de onderneming: kostenplaats en/of kostendragers
4. Relatie met volume: vaste en variabele
5. Tijdsperiode: historische, gebudgetteerde en standaardkosten
6. Beheersbaarheid: beheersbaar en niet beheersbaar
1
, Classificatie van kosten
1) Indeling naar aard: kostensoort
• Welke soort kost
• Alle kosten ontstaan uit gebruik zelfde productiemiddel
• bvb. aankopen GS HS, financiële kosten, …
• Nadeel:
o Geen splitsing per verantwoordelijke à ≠ controlemiddel, beheersmiddel
• Voordeel:
o Ondernemingvergelijking
o Horizontale analyse, verticale analyse
2) Indeling naar toewijsbaarheid aan output: indirecte en directe kosten
• Direct: eenduidig kwantificeerbaar verband met activiteit
• Indirect = overhead
o Omslagbasis gebruiken
3) Indeling naar functie binnen de onderneming: kostenplaats en/of kostendragers
• Kostenplaats: indeling in departementen
o Elk departement verzamelt kosten
• Kostendrager: elke departement werkt mee aan realisatie G&D = bestemming
• ~ aard onderneming
Eenvoudige structuur:
bvb. metaalconstructie op order
à organigram:
• management
Complexe structuur: • productie
• Hiërarchie nastreven • verkoop
• Meerdere kostendragers
à kostenplaats:
• beheerskosten (management)
• productiekosten (productie)
• verkoopkosten (verkoop)
à kostendrager
• directe arbeid (orders)
2
, Veel voorkomende indeling binnen kostenplaatsen:
• Hulpkostenplaatsen = engineered cost centers
o Dienst aan andere departementen
o Diensten kwantitatief vast te stellen
o bvb. IT: CPU-tijd, onderhoud (m2)
• Algemene kostenplaatsen = discretionary cost centers
o Zelfde als hulp maar ≠ kwantificeerbaar
• Technische kostenplaatsen
o Afzonderlijke departementen
o Werken uitsluitend voor andere departementen
o Apart vermeld wegen omvang of belang
o bvb. debiteurenadministratie (deel van boekhouding)
• Fabricagekostenplaatsen of industriële kostenplaatsen
o Belangrijk deel onderneming
o Staan dicht bij eindproduct
o bvb. hoogoven
• Verkoopkostenplaatsen
o bvb. commerciële dienst
4) Indeling naar relatie met volume: vaste en variabele kosten
• Afhankelijkheid kost tot productie
o Of andere meeteenheid (bvb. uren)
• Variabele kosten
o Varieert met outputvolume
o Constante kost per eenheid productie
• Vaste kosten
o Blijft constant binnen grenzen
o Dalende kost per eenheid
• Kan binnen kostencentrum onderscheiden worden
• Korte termijn
5) Indeling naar tijdsperiode: historische, gebudgetteerde en standaardkosten
• Historisch
o Oorspronkelijke uitgave = kost bij verbruiken input
o Op moment van aanschaf
• Gebudgetteerd
o Vermoedelijke waarde = kost bij verbruiken input
o Bij vermoedelijk productieniveau
• Standaard
o Zelfde als gebudgetteerd bij normaal productieniveau
o Niet-vermijdbare kosten
6) Indeling naar Beheersbaarheid: beheersbaar en niet beheersbaar
• Classificatie o.b.v. persoon of instantie
• Beheersbaar: functionaris kan hiervoor verantwoordelijk gesteld worden
3
, Besluit
• Kosten kunnen op andere manier benaderd worden
• Classificatie wordt normaal
• Direct of indirect hangt af van kostenplaats
2.3 Kostprijs
Algemene begrip kostprijs
= Bestedingen voor de prestatie gemaakt
Prestatie
• Voor productie goederen en diensten à fabricagekostprijs
o Handelsonderneming: aankoop tot spliten/samenvoegen
o Productieonderneming: aankoo tot afleveren GP aan verkoop
o Dienstenonderneming: proces tot dienst wordt aangeboden aan publiek
• Voor productie goederen en diensten + verkoop à verkoopkostprijs
• Deelcalculatie-objecten
o Deelement van bvb. exploitatie
Voor de prestatie gemaakt
• In dit boek enkel bedrijfskosten ≠ financiële kosten
Kost ≠ uitgave
• Sommige kosten vertalen zich in uitgaven = out-of-pocket costs
Kostprijs ~ interpretatie bestedingen
PRESTATIE
= full costing
BESTEDINGEN
= prime factor
costing
= direct costing
• Historisch (verleden) ßà standaard of gebudgetteerd (prospectief)
4
,Kostprijs binnen de analytische boekhouding en kostprijscalculatie
Basisschema:
2.4 Doelstellingen van kostprijscalculatie
Onmogelijkheid om algemene boekhouding af te sluiten
Rubrieken in balans van jr waar kostprijscalculatie nodig is
• Voorraden GP, GIB, BIU, bijproducten en afval
o Aanschaffingswaarde = vervaardigingsprijs
o Vervaardigingsprijs berekenen
• Voorraadwijzigingen
o Geen vergelijking opbrengst aan kosten
o Voorraadsstijging à opbrengstvermeerdering
o Voorraaddaling à opbrengstevermindering
o Vervaardigingsprijs is hier ook nodig
5
,Noodzakelijkheid interne informatie
≠ wettelijk
Periodieke resultaatbepaling
• Opbrengst veel gegeven door markt à alleen kosten beïnvloedbaar (&
omloopsnelheid)
à belangrijk periodiek te bepalen
Grondslag tot bepaling offerteprijs of verkoopprijs
• Cost plus pricing: meest gebruikte methode om verkoopprijs te bepalen
o Marge bij kostprijs rekenen om tot VK-prijs te komen
o Ook relevant bij prijsnemers
• VK-prijs kan onder kostprijs liggen
o Uitzonderlijk
Hulpmiddel besluitvorming
Kostenbegroting voor controle en besluitvorming
• Gebruikt voor nog te realiseren doel
o Productie & verkoop
Kostenbeheersing en efficiëntiebeoordeling
• Steunt op 3 principes
o Bepalen verantwoordelijkheid
o Bepalen beheersbare kosten per kostenplaats
o Bepalen werkelijke kosten per kostenplaats
• Efficiëntie: werkelijke kosten aan geplande kosten toetsen
• Belangrijkste hulpmiddelen
o Standaardkostprijsmethode
o Kostenbudgettering
2.5 Diverse technieken voor kostencalculatie en resultaatbepaling
3 belangrijkste technieken
• Extracomptabele kostprijsberekening
• Autonome analytische boekhouding
• Analytische boekhouding, geïntegreerd in algemene boekhouding
Extracomptabele kostprijsberekening
• Vooral in kmo’s
Autonome analytische boekhouding
• Vooral grote ondernemingen
• Belgische, Frans of Duitse ondernemingen
• Complexe exploitatiestructuur
• Input wordt in twee systemen gestoken (algemeen en analytisch)
o Basisgegevens dezelfde, verwerking verschilt
6
,Binnen de algemene boekhouding geïntegreerde analytische boekhouding
• Angelsaksisch-geörienteerd
• Informatie eerst analytisch verwerken in factory-journals (naar centrum) à in
algemene boekhouding opgenomen via centralisatie
• Niet behandeld in boek
Typologie
• proces costing = kostencalculatie massaproductie
o Alle output dezelfde (waarde)
o Continuïteit
• job-order csoting = kostencalculatie orderproductie
o Min of meer serieproductie
Gemeenschappelijke kenmerken
• Verzameling kostengegevens
• Verdeling kostengegevens
• Calculatie
Deel 2: Studie van kostensoorten
3. Studie van het materiaalverbruik
3.1 Inleiding
Materiaalverbruik
• Grondstoffen
o Directe kost
• Hulpstoffen
o Maken geen deel uit van eindproduct à indirecte kost
o Helpt wel bij tot stand komen
• Ingekochte onderdelen
Prijsfactor en hoeveelheidsfactor
7
,3.2 Hoeveelheidsbepaling
Informatiebronnen
Stuklijst = informatielijst = bill of materials (BOM)
• Product > subassemblage > component > grondstof Artikelen = material
• Zelf gemaakt = make items items
• Aangekocht (bvb. GS) = buy items
100 van GS1 nodig en 10 van
GS2 voor 1 eenheid C1 te maken
Enterprise resource planning (ERP)
• Voorraadbeheer geautomatiseerd
• Benodigde hoeveelheid maakdelen automatisch berekend en doorgestuurt naar
magazijn
o O.b.v. verzamelopdracht of picking list
o Benodigde hoeveelheid gereserveerd in voorraadbestand
Bepaling werkelijke hoeveelheid
Directe hoeveelheidsbepaling
• Verstrekte hoeveelheid tellen, wegen of meten
• Magazijnverantwoordelijke ziet op picking list benodigde hoeveelheid
• Werkwijze
o Werkelijke hoeveelheid = hoeveelheid pickinglist ?
à aftrekken van voorraadsysteem (verbruikt en linken aan order)
o Evt. barcodes
o (Periodieke) controle door bvb. manueel tellen
• Procesindustrie: continu gewogen
8
, Indirecte hoeveelheidsbepaling:
• Directe bepaling te veel indirecte kosten à rudimentaire benadering
• 2 methodes
1. BACKFLUSHING: 2. FORMULE:
• Op einde productieproces aantal
afgewerkte producten tellen x benodigde beginvoorraad – eindvoorraad + aankopen =
materialen materiaalverbruik
• Berekende hoeveelheid automatisch
aftrekken van permanente inventaris • Veel volume en kleine eenheid
= automatic backflushing o Schattingsfouten zijn hier toch
• Geen controle werkelijk ≠ theoretisch niet zo erg
à gevaar voor fouten o Kosten en moeite van
à minimaliseren door zero-defect permanente inventaris niet nodig
cultuur: zo weinig mogelijk verspillen
Standaardhoeveelheid
• Ondernemingen met sterke rendementsfluctuaties
9
, Ter herinnering: periodieke ßà permanente inventaris
• Periodieke inventaris
o Aankopen als kost op basis van aankoopfactuur
Aankopen van grondstoffen 60000 X
@ Leveranciers 44000 X
o 31/12 à correctie
§ Voorraadstijging (EV > BV)
Grondstoffen: AW 30000 X
@ Voorraadwijzigingen GS 60900 X
§ Voorraaddaling (EV < BV)
Voorraadwijzigingen GS 60900 X
@ Grondstoffen: AW 30000 X
• Permanente inventaris
o Aankopen in balans, geen kost boeken
Grondstoffen: AW 30000 X
@ Leveranciers 44000 X
o Permanent bij verbruik kost van voorraadwijziging
Voorraadwijzingen GS 60900 X
@ Grondstoffen: aanschaffingswaarde 30000 X
o Correctie op 31/12 dus niet nodig
• Algemeen: beide methodes verbuik in kost à leveren uiteindelijk zelfde resultaat op
10