Vraag 1
Hoe verandert de kans P(t<a) (a>0) als n toeneemt bij een
veranderlijke t met een t-verdeling met n vrijheidsgraden?
Neemt toe x
Neemt af
Blijft onveranderd
Variabele x = z / sqrt(y/v) wordt groter bij afnemende n.
Vraag 2
Als bij een one-way ANOVA de berekende F-waarde de kritische F-
waarde (verbonden met α=0.05) overschrijdt, welke beslissing kan dan
gemaakt worden met 95% betrouwbaarheid?
H0 niet verwerpen, want alle gemiddeldes zijn significant verschillend
H0 verwerpen, want sommige gemiddeldes zijn significant verschillend x
H0 niet verwerpen, want sommige gemiddeldes zijn significant verschillend
H0 verwerpen, want alle gemiddeldes zijn significant verschillend
Vraag 3
Beschouw de onafhankelijke variabelen: Er is gegeven
dat x:N(1,3) en y:N(−1,2). Wat is de verdeling van (x−2y)?
N(3,25)
N(3,5) x
Niet normaal verdeeld
N(-1,2)
Gemiddelde: 1 – 2 * (-1) = 3 σ = sqrt(3^2 + (-2*2)^2)
Vraag 4
We wensen te testen hoe het gesteld is met de kans om gedurende een
jaar als werknemer betrokken te worden bij een arbeidsongeval. Wat is
de passende nulhypothese?
H0:p≠p0
H0:μ=μ0
H0:μ1=μ2
H0:p=p0 x
Nulhypothese is altijd … = …, En hier gaat het over de kans p.
,Vraag 5
Als voor 2 onafhankelijke steekproeven resp. geldt
dat x¯1=4, s1²=9, n1=10 en x¯2=4, s2²=9, n2=5 dan zal het
betrouwbaarheidsinterval voor μ1
o korter zijn dan dat voor μ2 x
o even lang zijn dan dat voor μ2
o niet afhangen van n1
o langer zijn dan dat voor μ2
(x¯ - µ) / (s/sqrt(n)) µ afzonderen, dan geldt hoe kleiner n hoe groter interval
Vraag 6
Op welke grootheid is de beslissing bij een one-way ANOVA gebaseerd?
SS = sum of squares
MS = mean sum of squares
De eerste is correct.
Vraag 7
Beschouw een variabele voor x die de levensduur van een toestel voorstelt,
met gemiddelde waarde 2 jaar.
Wat stelt ∫0 1 f(x)dx voor?
o De kans dat de levensduur hoogstens 1 jaar is. x
o De kans dat de levensduur minstens 1 jaar is.
o De kans dat de levensduur precies 1 jaar is.
o De waarde van de integraal is altijd 1.
, Vraag 8
Het 95% betrouwbaarheidsinterval voor p is het interval waarin
de theoretische gemiddelde kans op succes in zal liggen met 95% betrouwbaarheid. x
het gemiddeld aantal successen in zal liggen met 95% betrouwbaarheid.
de gemeten gemiddelde kans op succes in zal liggen met 95% betrouwbaarheid.
het verschil tussen de gemeten en de theoretische gemiddelde kans op succes in zal liggen met
95% betrouwbaarheid.
3 en 4 gaan over gemeten kans, maar het gaat over theoretische kansen bij BI.
Vraag 9
Wat is de betekenis van β1=0.478 in een regressiemodel y=β0+β1x?
Dat het lineaire regressiemodel niet significant is met 95% betrouwbaarheid
Dat het verband tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele niet lineair is.
Dat het lineaire regressiemodel significant is met 95% betrouwbaarheid.
Dat voor elke toename met 1 éénheid van de onafhankelijke variabele, de afhankelijke
variabele toeneemt met 0.478. x
De vergelijking is lineair, dus 2 is fout, en er kunnen geen uitspraken gedaan worden over de
significantie.
Vraag 10
Stel dat we op basis van metingen (in meter) van x en y een lineair verband
y=b0+b1x hebben opgesteld. Wat gebeurt er als we werken met metingen
voor x in inch in plaats van in meter? (1 inch = 0.0254 meter)
de correlatiecoëfficiënt tussen x en y wijzigt niet, b1 wijzigt niet
de correlatiecoëfficiënt tussen x en y wijzigt niet, b1 wijzigt wel x
de correlatiecoëfficiënt tussen x en y wijzigt wel, b1 wijzigt niet
de correlatiecoëfficiënt tussen x en y wijzigt wel, b1 wijzigt wel
Feedback: De correlatiecoëfficiënt verandert niet want de extra factor die de x in inch verbindt met de
x in meter, komt in teller en noemer voor van de berekening die wordt gemaakt bij de
correlatiecoëfficiënt. Deze factor k blijft wel staan bij het herberekenen van b1
b1 = Sxy / Sx² (foto hieronder) de factor die x wijzigt wordt niet weggedeeld: