100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting aardrijkskunde 2de middelbaar $7.47   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting aardrijkskunde 2de middelbaar

 606 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het vak Aardrijkskunde van het 2de middelbaar ASO.

Preview 4 out of 38  pages

  • May 10, 2020
  • 38
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Landschappen en relaties
Natuurlandschap:

• Als in een landschap de natuurlijke landschapselementen het grootste deel van het oppervlak uitmaken
• Als landschapselementen zoals landbouwgronden, gebouwen en wegen niet of nauwelijks voorkomen.



Cultuurlandschap:

• Een landschap waarin de menselijke landschapselementen een belangrijke plaats innemen.
• Door toedoen van de mens vinden we er vooral landbouwgronden, gebouwen en verkeerswegen. Op
luchtfoto’s te herkennen aan de rechte lijn van wegen en kanalen, de geometrische structuren van akkers,
industrieterreinen en andere bebouwing. (verwar op satellietbeelden de randen van deelfoto’s niet met
geometrische structuren)



In Europa: overwegen cultuurlandschappen.

In Vlaanderen:

• zijn geen echte natuurlandschappen meer. De mens heeft bijna overal ingegrepen.
• Halfnatuurlandschap = plaatsen waar de mens WEINIG invloed had.
o Bvb: strand aan de kust. Het lijkt een natuurlandschap maar de mens heeft er wel degelijk
ingegrepen met golfbrekers, opspuiten van zand, bouwen van dijken…



Cultuurlandschap Commercieel boslandschap Opslagplaats
Haven landschap Kranen, dok, hoogspanningsmasten,
kade, containers
Industrielandschap Fabrieken, sporten, koeltorens,
schouwen, pijpleidingen
Landbouwlandschap / Serres, loods, wijnranken, akkers,
plattelandslandschap afsluitingen
Stedelijk landschap Huizen, kantoren, bomen,
lantaarnpalen, wegen, appartementen
Toeristisch landschap Kustbankjes, golfbrekers, restaurants,
appartementsgebouwen, winkels,
attracties
Natuurlandschap Berglandschap Gletsjer, sneeuw, begrrivier
Boslandschap Bomen, struiken, zwammen
(schimmels)
Kustlandschap Duinen, zee, strand, klif, duingras
Moeraslandschap Drassige modder, drijfzand, mos,
houten wandelpaadjes, waterplanten
Toendralandschap Stenen, plasjes, mossen


Relaties in het landschap:

• In Aardrijkskunde bestuderen we het landschap.
• De ruimte rondom ons bestaat uit de landschapselementen (die we kunnen waarnemen) en elementen die
we onrechtstreeks (bvb op kaarten) kunnen bestuderen.


1

, • Ruimtegebruik = de ruimte wordt voor meerdere functies gebruikt: bebouwing, landbouw, industrie,
diensten, handel, recreatie,…
• Om de ruimte goed te bestuderen, splitsen we ze op in lagen.
• Waarom een bepaalde functie ergens voorkomt, houdt veelal verband met relaties tussen de lagen.
o Horizontale relaties in de laag ruimtegebruik: voorbeelden:
▪ De ligging van een bedrijventerrein in de nabijheid van een op- en afrit van een autosnelweg
→ hierbij spelen ligging en afstand een rol
▪ Een waterzuiveringsstation bij een rivier stroomafwaarts van de stad
▪ Een luchthaven in de omgeving van de hoofdstad
▪ Een oude woonwijk naast een fabriek met basisindustrie
o Verticale relaties tussen lagen van de ruimte
▪ De aard van de landbouwteelt wordt o.m. beïnvloed door de bodem.
• Op vochtige, laaggelegen kleigronden overheersen vooral hooiland en
populierenaanplantingen.
• Op hogere, drogere leemgronden treft men akkergewassen aan.
▪ !!! De landbouw in de laag ruimtegebruik wordt beïnvloed door de lagen daaronder. De aard
van het ruimtegebruik is afhankelijk van de onderliggende lagen oppervlaktegesteente,
bodemvochtigheid en reliëf. ➔ verticale relaties !
• Relaties onderzoeken met de atlas:
o In de omgeving van gebergten is er meer neerslag dan in andere gebieden.
o Klei komt voor langs rivieren.
o In het Belgische middelland overheersen stenige bodems.
o Verticale relaties tussen de laag vegetatie en de laag klimaat in N-Europa:
▪ de begrenzing van de toendra komt grotendeels overeen met de begrenzing van het koud
klimaat met dooiseizoen.
▪ De begrenzing van de taiga komt grotendeels overeen met de begrenzing van het koud
gematigd klimaat.
o Verticale relatie tussen klimaat en vegetatie in Z-Europa: de begrenzing van de hardbladige altijd
groene vegetatie komt grotendeels overeen met de begrenzing van het warmgematigd klimaat met
natte winter.
o Verticale relatie tussen voorkomen vegetatiezones en het voorkomen van de klimaattypes in
Europa: er is een grote mate van overeenkomst tussen de begrenzingen van de vegetatiezones en de
begrenzingen van de klimaattypes: de oriëntatie in W-O-richting is opvallend.
o EX-vraag: pendelverkeer in de eigen leefruimte is een vb van een horizontale relatie: de
verplaatsingen in de laag ruimtegebruik tussen woon- en werkplaats gebeuren in horizontale
richting.




Verschillende landbouwlandschappen
Perceel = stuk landbouwgrond

Kenmerken van de landbouwlandschappen / agrarisch landschap

• Akkers met gewassen of omgeploegde akkers, stoppelvelden, percelen met een regelmatige vorm
• Grasland, afsluitingen, waterbakken
• Serres met verwarmingsinstallaties
• Bomen, struiken en planten die op regelmatige afstanden geplant worden
• Installaties om water aan te brengen en planten te bevloeien
• Boerderijen met stallen en schuren, silo’s voor veevoeder, mesthopen, landbouwwerktuigen


2

,4 types landbouwlandschappen:

• Akkerbouw: landbouwvorm waarbij men op akkers gewassen teelt:
o Akkers met teelten zoals voedselgewassen voor mens en dier zoals tarwe, suikerbieten, gerst,
aardappelen,…
o Boerderij met schuur en silo’s.
• Veeteelt: landbouwvorm waarbij men dieren kweekt of houdt:
o Weiden met omheiningen
o Boerderij met stallen voor het vee en silo’s met veevoeder
o Geringe hoeveelheid percelen met voedergewassen
• Tuinbouw: landbouwvorm die gespecialiseerd is in het telen van groenten, fruit, bloemen, sierstruiken en –
bomen:
o Serre’s, glasbouw of plastic tunnels
o Grote of kleine percelen met groenten, bloemen, struiken,…
o Boomgaarden met fruitteelt
o Percelen met wijnranken, olijfbomen, citrusvruchten,…
• Gemengde landbouw: landbouwvorm waarbij meer dan één soort bedrijvigheid voorkomt
o Combinatie van voorgaande elementen



Teeltdiagram:

• Als je in het landbouwlandschap geen teelten ziet omdat er net gezaaid of geoogst is, kan je het teeltdiagram
raadplegen.
• = Diagram van 10*10 vakjes ➔ elk vakje stelt dus 1% van de totale landbouwopp van het bedrijf/streek voor
• Leert dus iets over het ruimtegebruik van de landbouwer: welke teelten er worden verbouwd en welk
aandeel van de totale opp de teelt inneemt
• Je kan niet aflezen of er grote / kleine percelen voorkomen en of er bvb omheiningen voor het vee staan
• Geeft enkel aanwijzingen over het type landbouw
• Landbouwgewassen: bvb granen die bestemd zijn voor de verkoop, ze gaan naar maalderijen die de granen
tot meel vermalen.
• ↔ Nijverheidsgewassen = gewassen die voor verdere verwerking naar de fabrieken gaan. Bvb suikerbieten,
vlas voor textiel.
• Wanneer je in het teeltdiagram mais vindt, wijst dit op veeteelt. Voedermaïs of voederbieten zijn
akkerbouwgewassen maar dienen als veevoeder. Koeien eten meer dan gras alleen. Als landbouwers maar
een kleine opp ter beschikking hebben, telen ze voedergewassen. De voederwaarde per hectare van die
gewassen is groter dan grassen. ➔ Veetelers verbouwen ook voedergewassen op hun akkers.




Een landbouwlandschap zonder fysische
beperkingen
Een landbouwlandschap met een combinatie van teelten:

• Hoe kan je dit afleiden ? Bij elke teelt is het percentage bedrijven dat die teelt verbouwd groot. Bvb graan
wordt verbouwd door 57% van de bedrijven, grasland komt voor op 56% van de bedrijven, tuinbouw met
groenten in openlucht op 55% van de bedrijven,… Dat kan alleen als op meerdere bedrijven graan én
grasland of graan én tuinbouw of varkens én … voorkomen.


3

, • Bedrijven met meer dan 1 productierichting = gemengde bedrijven.
• Een landbouwlandschap met veel gemengde bedrijven = gemengd landbouwlandschap.



Zijn de fysische omstandigheden gunstig voor landbouw in Vlaanderen ?

• Voor de landbouw zijn er 3 natuurlijke elementen belangrijk: klimaat, reliëf en de bodem.
• Klimaat in Vlaanderen: koel gematigd met zachte winter.
o Het klimaat in Vlaanderen laat het telen van tarwe toe: er is voldoende neerslag en de temperatuur
is hoog genoeg. Als het klimaat akkerbouw toelaat, laat het de groei van gras toe en daardoor ook
veeteelt.
• Reliëf: In Vlaanderen: hoogtezone: laagland en reliëfvorm: vlakte en plateau.
o ➔ Door de mechanisering in de akkerbouw mag de helling niet te groot zijn.
• Bodem / korrelgrootte: zowel de korrelgrootte als de vochtigheidsgraad speelt een belangrijke rol bij het
bepalen van de vruchtbaarheid van het gesteente. Ook of de bodem rijk is aan voedingsmineralen speelt een
rol. Wanneer de landbouwer de bodem verbetert door bemesting, moeten die meststoffen bovendien lang
genoeg in de bodem blijven. Als akkerbouwteelten niet kunnen (omdat bvb het oppervlaktegesteente te nat
is), kan de landbouwer wel nog kiezen voor weiden of grasland en dus veeteelt.
o Klei is een oppervlaktegesteente met een heel kleine korrelgrootte.
▪ De korrels houden mest- en eigen voedingsstoffen goed bij.
▪ Is slecht waterdoorlatend en veroorzaakt bij nat weer wateroverlast. Klei is ook moeilijk te
bewerken met landbouwmachines. Daardoor tref je op kleigronden veel weiland. Gras
verdraagt een natte bodem en weiland hoef je niet te bewerken.
▪ Wanneer klei vermengd wordt met zand, is de bodem ook geschikt voor akkerbouw.
o Leem bestaat uit iets grotere korrels dan klei.
▪ Het is een vruchtbaar oppervlaktegesteente met van nature veel voedingsstoffen.
Bovendien blijven kunstmeststoffen aan de kleine leemkorrels kleven. → Geschikt om alle
akkerbouwgewassen te telen.
▪ Leem is matig waterdoorlatend. Het kan dus voldoende water bijhouden om de
plantenwortels van vocht te voorzien. Tegelijk laat leem voldoende water door naar de
ondergrond zodat er geen wateroverlast ontstaat. → best geschikt voor akkerbouw.
o Zand bestaat uit nog grotere korrels, het bevat zeer weinig vruchtbare mineralen.
▪ → Niet geschikt voor akkerbouwteelten op basis van korrelgrootte.
▪ Zand is erg doorlatend voor water. Als een bodem met veel zand te droog is, kan men er
geen veeleisende planten zoals tarwe en suikerbieten op telen. Daar waar zand te nat is, kan
men de grond gebruiken voor grasland dat dient als veevoeder. Maïs stelt niet zulke hoge
eisen aan de bodem en groeit ook op zand.
o Zandleem is een mengeling van zand en leem.
▪ Een matig droge zandleemgrond is geschikt voor veeleisende akkerbouwgewassen of
tuinbouw in openlucht. Je kan daar ook teelten verbouwen die niet aan de grond gebonden
zijn zoals tuinbouw onder glas of hokdieren.



Commerciële landbouw = als landbouwers hun inkomen halen uit het verkopen van producten. Zoals in Vlaanderen
en België.

Arbeidsintensieve landbouw = niet elke teelt vraagt evenveel landbouw. Een tuinbouwer investeert ongeveer 90*
meer uren voor een hectare groenten onder glas. Tuinbouw is een arbeidsintensieve landbouw, maar garandeert
ook voldoende hoog inkomen. Akkerbouw is het minst arbeidsintensieve teelt.



Inkomen:


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celinedevos21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47  3x  sold
  • (0)
  Add to cart