Beroepscode Sociaal werkers:
1. Artikel 1 - Mensen tot hun recht laten komen Het beroepsmatig handelen van de
professional is erop gericht mensen in wisselwerking met hun omgeving tot hun
recht te laten komen.
2. Artikel 2 - Deskundige beroepsuitoefening De professional oefent zijn beroep
vakbekwaam uit op basis van actuele kennis en recente inzichten. Hij
onderhoudt zijn beroepskennis, beroepscompetenties en professionele houding
op aantoonbare wijze.
3. Artikel 3 - Bereid ieder mens te helpen De professional toont ten aanzien van
ieder mens gelijke bereidheid tot het aangaan van een professionele relatie.
4. Artikel 4 - Bevorderen van het vertrouwen in het beroep De professional is zich bij
het handelen steeds bewust van de missie van het beroep. Hij bevordert door het
naleven van de beroepsnormen - en door daar verantwoording over af te leggen -
het vertrouwen in de beroepsgroep.
5. Artikel 5 - Respect De professional respecteert, erkent en bevordert de
menselijke waardigheid van de unieke persoon.
6. Artikel 6 - Macht en afhankelijkheid De professional gaat een verantwoorde
professionele relatie aan met mensen, waarin hij het gezag, de invloed en het
eventuele overwicht ten opzichte van de ander in positieve zin aanwendt.
7. Artikel 7 - Informatievoorziening De professional verschaft de cliënt voldoende,
duidelijke en relevante informatie over de aard, doelen en kenmerken van de
professionele relatie.
8. Artikel 8 - Toestemming voor de professionele relatie De professional gaat op
basis van toestemming een professionele relatie aan.
9. Artikel 9 - Beëindiging van de professionele relatie De professional is
verantwoordelijk voor een zorgvuldige afsluiting bij beëindiging van de
professionele relatie als zijn ondersteuning niet meer gewenst of nodig is, of als
hij niet (meer) kan voldoen aan de ondersteuningsvraag.
10. Artikel 10 - Vertrouwelijkheid De professional behandelt informatie over mensen
en hun omstandigheden vertrouwelijk.
11. Artikel 11 - Uitwisselen van informatie De professional vraagt toestemming
voordat hij aan derden informatie over cliënten vraagt of verschaft, of met hen
overlegt om op te treden voor of namens de cliënt.
12. Artikel 12 - Professionele afweging bij toestemming De professional weegt bij
toestemming van de cliënt tot het ophe en van de geheimhoudingsplicht
zorgvuldig alle belangen en waarden af alvorens te beslissen of hij daadwerkelijk
volgens die toestemming kan en wil handelen.
13. Artikel 13 - Het verstrekken van informatie buiten toestemming Het is de
professional toegestaan om onder bepaalde omstandigheden zijn plicht tot
geheimhouding te doorbreken, dit mag: • als het delen van informatie het laatste
redmiddel is om gevaar voor personen te voorkomen en toestemming vragen niet
1. Artikel 1 - Mensen tot hun recht laten komen Het beroepsmatig handelen van de
professional is erop gericht mensen in wisselwerking met hun omgeving tot hun
recht te laten komen.
2. Artikel 2 - Deskundige beroepsuitoefening De professional oefent zijn beroep
vakbekwaam uit op basis van actuele kennis en recente inzichten. Hij
onderhoudt zijn beroepskennis, beroepscompetenties en professionele houding
op aantoonbare wijze.
3. Artikel 3 - Bereid ieder mens te helpen De professional toont ten aanzien van
ieder mens gelijke bereidheid tot het aangaan van een professionele relatie.
4. Artikel 4 - Bevorderen van het vertrouwen in het beroep De professional is zich bij
het handelen steeds bewust van de missie van het beroep. Hij bevordert door het
naleven van de beroepsnormen - en door daar verantwoording over af te leggen -
het vertrouwen in de beroepsgroep.
5. Artikel 5 - Respect De professional respecteert, erkent en bevordert de
menselijke waardigheid van de unieke persoon.
6. Artikel 6 - Macht en afhankelijkheid De professional gaat een verantwoorde
professionele relatie aan met mensen, waarin hij het gezag, de invloed en het
eventuele overwicht ten opzichte van de ander in positieve zin aanwendt.
7. Artikel 7 - Informatievoorziening De professional verschaft de cliënt voldoende,
duidelijke en relevante informatie over de aard, doelen en kenmerken van de
professionele relatie.
8. Artikel 8 - Toestemming voor de professionele relatie De professional gaat op
basis van toestemming een professionele relatie aan.
9. Artikel 9 - Beëindiging van de professionele relatie De professional is
verantwoordelijk voor een zorgvuldige afsluiting bij beëindiging van de
professionele relatie als zijn ondersteuning niet meer gewenst of nodig is, of als
hij niet (meer) kan voldoen aan de ondersteuningsvraag.
10. Artikel 10 - Vertrouwelijkheid De professional behandelt informatie over mensen
en hun omstandigheden vertrouwelijk.
11. Artikel 11 - Uitwisselen van informatie De professional vraagt toestemming
voordat hij aan derden informatie over cliënten vraagt of verschaft, of met hen
overlegt om op te treden voor of namens de cliënt.
12. Artikel 12 - Professionele afweging bij toestemming De professional weegt bij
toestemming van de cliënt tot het ophe en van de geheimhoudingsplicht
zorgvuldig alle belangen en waarden af alvorens te beslissen of hij daadwerkelijk
volgens die toestemming kan en wil handelen.
13. Artikel 13 - Het verstrekken van informatie buiten toestemming Het is de
professional toegestaan om onder bepaalde omstandigheden zijn plicht tot
geheimhouding te doorbreken, dit mag: • als het delen van informatie het laatste
redmiddel is om gevaar voor personen te voorkomen en toestemming vragen niet
