1.1. Waarom mededingingsrecht?
⎯ Concurrentie om de markt te vrijwaren als middel om de welvaart van de gebruikers te vergroten
⎯ Centraal punt: consumenten de best mogelijke goederen en diensten te bieden aan de best mogelijke prijs
1.2. Vertrekpunten
BASISONDERSCHEID IN B ELGIË:
⎯ Boek 4 WER (4.1, 4.2 en 4.2/1)
⎯ VWEU (art. 101, 102 en 106)
⎯ Beide maken een basisonderscheid tussen mededingsbeperkende overeenkomsten en misbruik van machtspositie
⎯ Belang onderscheid:
▪ Mededingingsbeperkende overeenkomsten: vereiste van minstens 2 onafhankelijke ondernemingen
✓ Horizontale overeenkomsten waaronder kartels
✓ Verticale overeenkomsten
▪ Misbruik van machtspositie: gedrag van één enkele onderneming wordt gevat door het verbod (ex post) concentratiecontrole (ex ante)
⎯ Op nationaal niveau ook: verbod op misbruik van economische onafhankelijkheid
EUROPEES OF BELGISCH?
⎯ Europees mededingingsrecht is alleen v.t. als er voldoende effect op de handel tussen lidstaten is of kan zijn anders nationaal mededingingsrecht
⎯ Maar het Belgisch mededingingsrecht wordt zoveel mogelijk uitegelegd a.d.h.v. Europese spelregels > dus maakt niet zo veel uit
CONVERGENTIELEER
⎯ Als er een merkbare beïnvloeding is van de handel tussen lidstaten = Europees mededingingsrecht toepasselijk
⎯ De BMA moet dit dan toepassen en kan niet afwijken op basis van boek 4 WER > dit is de convergentieleer
1
,CONCRETE WERKING CONVERGENTIELEER
⎯ Belgische wetgeving moet de Europese spelregels volgen (wat verboden is o.b.v. EU mededingingsrecht moet dat ook onder BE mededingingsrecht)
⎯ België mag wel uitbreiden > voorbeeld: misbruik van een positie van economische onafhankelijkheid dat enkel op nationaal niveau een verbod vormt
FOCUS OP EUROPEES INHOUDELIJKE TOETSING
⎯ Europees “level playing field” > overeenkomsten tussen ondernemingen moeten enkel nog de toets van het EU mededingingsrecht doorstaan
⎯ Convergentie-effect wordt versterkt door:
▪ In BE situaties (geen merkbare beïnvloeding handel tss lidstaten), invulling BE mededingingsrecht door EU mededingingsrecht te laten gebeuren
1.3. Mededingingsbeperkende overeenkomsten
BASISBRONNEN EN OPBOUW
⎯ Art. 4.1 WER en 101 VWEU
▪ Basisverbod op mededingingsbeperkende overeenkomsten (lid 1)
▪ Er zijn ontheffing- of vrijstellingsvoorwaarden (lid 3)
▪ Is dat niet het geval dat wordt de inbreuk op het basisverbod gesanctioneerd
✓ Door de burgerrechtelijke sanctie van de nietigheid van rechtswege (absolute nietigheid) (lid 2)
2
,BASISVERBOD VOORWAARDEN
⎯ Twee of meer onafhankelijke ondernemingen
▪ Ondernemingsbegrip
✓ Een persoon of entiteit die economische activiteiten verricht op een markt = functioneel criterium
✓ Identiteit of rechtsvorm heeft geen belang (bv. Natuurlijke persoon, RP, overheid, vereniging,..)
▪ Economische eenheid
✓ Meerdere rechtspersonen tussen dewelke controleverhoudingen bestaan, worden dus als 1 enkele onderneming gezien
▪ Concreet belang
✓ Om bepaalde situaties niet door het basisverbod te laten vatten
✓ Voorbeeld: Een groep heeft een BE dochter vennootschap en een FR dochter vennootschap
➢ BE markt toe bedelen aan BE dochter vennootschap
➢ FR markt toe bedelen aan FR dochter vennootschap
➢ Geen sprake van samenspel tussen min. 2 onafhakelijke ondern. want beide zijn onderdeel van één en dezelfde onderneming
⎯ Samenspel
▪ Mededingingsbeperkende overeenkomsten en gedragingen
✓ Er moet samenspel zijn tussen de betrokken onafhankelijke ondernemingen
✓ Niet enkel voor mededingsbeperkende “overeenkomsten”, maar ook onderling afgestemde feitelijke gedragingen en besluiten
▪ Ruim begrip
✓ “Overeenkomst” niet verwarren met verbintenisrechtelijke betekenis
✓ In medediningsrecht ook een OV: intentieverklaring, gentleman’s agreement, informele afstemming, stilzwijgend akkoord
✓ Er is een overeenkomst vanaf ontstaan wilsovereenstemming, ongeacht hoe deze tot uitting wordt gebracht
3
, ⎯ Merkbare beperking van de mededinging
▪ Merkbare beperking
✓ Ook al is er samenspel, het basisverbod geldt pas als er een merkbare beperking is
✓ Onderscheid tussen doelbeperkingen en gevolgbeperkingen
▪ Doelbeperkingen
✓ Hierbij volstaat het mededingingsbeperkend doel van de overeenkomst
✓ Er wordt niet nagegaan of overeenkomst daadwerkelijk tot mededingingsbeperkende gevolgen heeft geleid
✓ Vergelijking met snelheidsovertreding > boete > gevolg of je iemand in gevaar of niet hebt gebracht maakt niet uit, inbreuk staat vast
▪ Doelbeperkingen tussen concurrenten
✓ Rechtspraak laat ruimte voor aanvullende praktijken, maar lijst van doelbeperkingen ligt behoorlijk vast:
➢ Afspraken tussen concurrenten over prijzen
➢ Geografische marktverdeling
➢ Klentverdeling
➢ Productiebeperkingen
➢ Vervalsing van aanbestedingen
➢ Collectieve boycots
➢ Uitwisseling van welbepaalde toekomstgerichte informatie
➢ Bepaalde beperkingen inzake O&O en inzake het gebruik van eigen technologie
▪ Doelbeperkingen tussen niet-concurrenten
✓ Kijken naar de praktijken die op de zwarte lijst van een groepsvrijstelling staan
✓ Hier treffen we essentieel aan:
➢ Verticale prijsbinding en
➢ Sommige verkoopsbeperkingen (territoriaal of qua klanten) die worden opgelegd aan afnemers of licentienemers
4