100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting nefrologie - prof. Kuypers, Koshy

Rating
-
Sold
19
Pages
80
Uploaded on
15-01-2025
Written in
2024/2025

Deze uitgebreide samenvatting bevat alle leerstof van nefrologie, gedoceerd door prof. Kuypers en prof. Koshy. Dit behoort tot het vak nier en urinewegen, gedoceerd in de 1e master geneeskunde. De samenvatting is gebaseerd op het boek en is aangevuld met notities van de les en histologische preparaten van prof. Koshy. De leerstof zelf is 66p, daarna volgen er een aantal casussen die uitgewerkt zijn in de les. Geslaagd in eerste zit met 17/20! Veel succes!

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 15, 2025
Number of pages
80
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

SV PROF. KUYPERS – NIER
1. INLEIDING: ANATOMIE VAN DE NIER
De menselijke nieren: macroscopische kenmerken
- Gelegen in retroperitoneale vet, subdiafragmatisch
- Rechter nier ligt 1-1,5 cm lager dan linker nier <lever
- Zelden palpeerbaar
- Elke nier heeft meestal 1 arterie en 1 vene (variaties zijn mogelijk)
o Rechter a. renalis is langer dan linker a. renalis
o Rechter v. renalis is korter dan linker v. renalis
- Nier is opgebouwd uit:
o Nierkapsel
o Schors (cortex): 1cm dik → onderscheid op echografie
o Niermerg (medulla)
o 800.000 nefronen/nier: kleinste functionele eenheid van de nier, afh van de ligging: corticale,
midcorticale en juxtamedullaire nefronen
▪ Tubulus
▪ Glomerulus
• = vaatkluwen omsloten door het kapsel van Bowman
• Vaatkluwen: vaatpool → 5 lobben → capillairen
• Thv capillairen: filtratiebarrière
o Gefenestreed endotheel van capillairen
o Glomerulaire basale membraan (GBM)
o Podocyten < viscerale epitheelcellen
o Slitmembraan met kleine poriën

,Vorming van urine
- Glomerulus: PRIMAIRE URINE
o Vorming van primaire urine < ultrafiltratie van water, elektrolyten en andere kleine molecules
doorheen de glomerulaire filter
o Ultrafiltratie door hydrostatische drukverschil: P (lumen capillair) – P (ruimte van Bowman)
o Glomerulair filtraat bevat bijna geen eiwitten < afmetingsselectiviteit van filtratiebarrière:
▪ Poriën → moleculen van max 900kD
▪ Negatief geladen glycoproteïnen op poriën → doorlaatbaar voor positief geladen
eiwitten (bv. Bence Jones eiwt), en minder voor negatief geladen eiwitten (bv.
albumine) = LADINGSSELECTIVITEIT
▪ Slitmembraantjes: fijnere poriën → moleculen van max 150kD
o Mesangium tussen glomerulaire capillairen (geen basale membraan → geen filtratiebarrière
→ grote moleculen en cellen diffunderen naar mesangium vanuit glomerulaire capillairen)
- Tubulus: UITEINDELIJKE URINE
o = buisvormige structuur waarin modulatie van primaire urine plaatsvindt, vnl door absorptie
en secretie → uiteindelijke urine
o Tubuli worden onderverdeeld in
▪ kronkelend en recht deel van proximale tubulus (verbruikt meeste ATP)
▪ afdalende en stijgende deel van lis van Henle
▪ rechte en kronkelende deel van de distale tubulus
▪ afvoerbuisjes: tubuli colligentes
▪ verzamelbuizen: ductuli colligentes
o tubuli zijn omgeven door interstitieel weefsel: peritubulaire capillairen, lymfevaten,
zenuwvezels en interstitiële cellen


2. DIAGNOSTIEK BIJ DE NEFROLOGISCHE PATIËNT
Nieraandoeningen zijn vaak asymptomatisch tot ernstige nierfunctiebeperking aanwezig is → nierziekten vaak
toevallig gevonden via routine-onderzoek (bv. dipstick: eiwitten, RBC).
Screeningsonderzoek: dipstick/teststrookonderzoek, bv. Combur-test
- Bij voorkeur 2e ochtendurine, midstream staal
- Onderzoek binnen 30-60min na mictie
- Onderzoek met teststrook: vergelijking van kleur van teststrook met referentiekleur
o → leukocyten, nitriet, eiwit, glucose, ketonen, hemoglobine (RBC) en pH
o Dipstick+ → verder onderzoek in klinisch labo adhv urinemicroscopie


2.1. LABORATORIUMDIAGNOSTIEK


2.1.1. ERYTHROCYTURIE EN/OF HEMATURIE
= aanwezigheid van hemoglobine en/of RBC in de urine.
Dipstick positief voor hemoglobine ≠ per se aanwezigheid van RBC (bv. forse hemolyse). → evaluatie van RBC =
combinatie dipstick + urinemicroscopie van urinesediment
Urinemicroscopie
Microscopische telling
- Tegenwoordig geautomatiseerd met flowcytometer
- Pathologisch: > 20 RBC/𝜇l of > 6 RBC/𝜇l

,Oorzaak hematurie: glomerulaire of urologische pathologie
- RBC kunnen dysmorf (= abnormale vorm) of isomorf (=normale biconcave vorm) zijn
- Dysmorfe/glomerulaire hematurie
o Door de doorgang doorheen het hyperosmolair tubulair afvoersysteem, zullen de
glomerulaire RBC hun biconcaaf uitzicht verliezen
o Dysmorfe RBC: uitstulpingen op wand, opgeblazen korreltjes: “acanthocyten”
o Voorwaarde: verse urine en niet gemengd met menstrueel bloed
- Isomorfe hematurie
o Isomorfe RBC: Normale biconcave vorm
o Urologische hematurie < pelvis, ureter, blaas
In normale urine zijn er meestal een aantal dysmorfe RBC aanwezig = fysiologisch.


2.1.2. CILINDRURIE
= cilinders in de urine
- zijn afgietsels van tubulaire lumen (distale tubulus)
- bestaan uit Tamm-Horsfall glycoproteïnen (=uromoduline)
- zure pH → gelei-achtige substantie van uromoduline waarin cellen van het tubulair lumen zitten →
Hyalijne cilinders (zonder cellen) komen ook in normale urine voor
Pathologische cilinders
- ontstaan bij verminderde urinestroom en hoge concentraties van eiwitten en abnormale ionen
- RBC cilinders, hemoglobine cilinders → glomerulaire hematurie
- WBC cilinders → ernstige pyelonefritis of interstitiële nefritis
- Wascilinders → zware proteïnurie
- Granulaire donkerbruine cilinders → acute tubulusnecrose (ATN)
Andere structuren
- Afgeschilferde tubuluscellen met veel vet in cytoplasma → ernstige proteïnurie
- Micro-organismen: bacteriën, gisten, parasieten
- Witte bloedcellen
o pyurie (>10WBC/mm3) → urinaire infectie
o Steriele pyurie (>10WBC/mm3, geen bacteriën) → renale tuberculose of vormen van
interstitiële nefritis

, 2.1.3. PROTEÏNURIE


Hoe proteïnurie opsporen?
- Definitie: > 150mg eiwit/24u in de urine
o Proteïnurie > 3,5g/24u → nefrotisch syndroom (indien GEEN oedemen en hypo-albuminemie
spreekt men van ‘nefrotische range proteïnurie’)
- Diagnostiek
o Dipstick
▪ Onbetrouwbaar bij concentratie <150-250mg/l
▪ Vals negatief: positief geladen eiwitten, bv. Bence Jones eiwitten (dipstick is
gevoeliger voor negatief geladen eiwitten, bv. albumine)
▪ Vals positief: iodiumhoudende CM, sterk alkalische urine (pH>8), uitgesproken
hematurie, antiseptica (bv. chloorhexidine)
o 24uursurinecollectie, radioimmunoassay (RIA), Albumin Excretion Rate (AER)
▪ 24u collectie: meet de totale hoeveelheid eiwitten in de urine (NIET specifieke
eiwitten)
▪ RIA: kan de hoeveelheid van een specifiek eiwit opsporen, bv. albumine (Albumin
Excretion Rate, AER) → gebruikt bij diabetische nefropathie
• Fysiologisch: <30mg albumine /24u
• Micro-albuminemie: 30-300mg albumine/24u
• = vroege merker van nierschade bij DM, AHT, glomerulair lijden, CV risico
o Urine proteïne/creatinine ratio (UPCR)
▪ = semi-kwantitatieve methode om 24u proteïnurie in te schatten bij patiënten met
gekende nierziekten → 24u collectie wordt overbodig
▪ Correleert goed met 24u proteïnurie, behalve bij uitgesproken proteïnurie en zeer
hoge/lage spiermassa


Hoe ontstaat proteïnurie?
Glomerulaire proteïnurie
o <verhoogde doorlaatbaarheid vd glomerulaire filter voor proteïnen
o Beschadiging van de glomerulus geeft:
▪ Selectiviteit voor grootte → lek van eiwitten <500kD: proteïnurie met albumine en
complementfactoren (uitz: IgM (900kD) blijft in het capillair lumen)
▪ Selectiviteit voor lading (owv negatief geladen poriën) → sterk negatieve albumine
zal minder gemakkelijk lekken dan sterk kationische Bence Jones eiwitten
o Meestal zowel kleine (albumine) als grote (IG) proteïnen in de urine → selectiviteitsindex
berekenen
▪ Selectiviteitsindex <0,2 → selectieve proteïnurie, bv. “minimal changes”
glomerulonefritis
𝑘𝑙𝑎𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑔𝑟𝑜𝑡𝑒 𝑝𝑟𝑜𝑡𝑒ï𝑛𝑒𝑛 (𝐼𝐺)
𝑠𝑒𝑙𝑒𝑐𝑡𝑖𝑣𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡𝑠𝑖𝑛𝑑𝑒𝑥 =
𝑘𝑙𝑎𝑟𝑖𝑛𝑔 𝑘𝑙𝑒𝑖𝑛𝑒 𝑝𝑟𝑜𝑡𝑒ï𝑛𝑒𝑛 (𝑎𝑙𝑏)


Tubulaire proteïnurie
- <tubulaire aandoening bij een normale glomerulaire doorlaatbaarheid
- < syndroom van Fanconi, intoxicatie met zware metalen, cystinosis
- Nooit meer dan 2g/dag, bestaat uit klein-moleculaire proteïnen

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Paracetamol123 Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
403
Member since
2 year
Number of followers
72
Documents
43
Last sold
8 hours ago

Vragen over een samenvatting? Stuur mij gerust een berichtje!

4.7

39 reviews

5
30
4
7
3
1
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions