Inhoudsopgave verloskundige methodiek - verloskundige basis –
deel 1: weke en beenderig baringskanaal
INHOUDSOPGAVE
H2 Factoren van de baring.................................................................................................................................2
1. Baringskanaal.............................................................................................................................................2
2. BEENDERIG baringskanaal..........................................................................................................................2
2.1. Structuren............................................................................................................................................2
2.1.1. Bekkenverbindingen of bekkengewrichten.....................................................................................6
2.1.2. Os sacrum en os coccygis.................................................................................................................7
2.2. Ligamenta pelvis (= ligamenten).........................................................................................................8
2.3. Gynaecoïd bekken..............................................................................................................................9
2.4. Bekkenevaluatie................................................................................................................................15
3. WEKE baringskanaal.................................................................................................................................16
3.1. Organa genitalia externa = vulva.......................................................................................................16
3.2. Organa genitalia interna...................................................................................................................18
OEFENINGEN: antwoorden van chatgpt..........................................................................................................22
Hulpmiddelen:..................................................................................................................................................22
Latijnse, Nederlandse en Engelse termen kennen!
Bekken kunnen oriënteren + onderdelen kennen
Hoe kan een baby door de vagina?
→ Er moet ontsluiting zijn vd baarmoeder om het hoofd vd baby erdoor te k laten
→ Persdrang: kracht vd mama (plus contracties/weeën) om baby mee nr beneden te k duwen en ontsluiting
te bevorderen
→ Beenderig baringskanaal moet wijd genoeg zijn
→ Spildraai: draai dat hoofd moet maken om te k passeren door vagina
Zin in het lich nr voor gekanteld: 60° inclinatio pelvis
→ Inclinatiehoek: bekken maakt hoek van 45°, het bekken gaat meer nr voor tijdens zwangerschap door
zware buik
Rugklachten: door zware buik > rug inbuigen: normale gemakkelijke positie maar belastend voor
de rug, dus niet zoveel doen
(let op! > altijd id richting vd mama denken, dus als je nr bekken kijken is links rechts en recht is links)
→ Kleine en grote bekken: linea innominalis
Groot bekken: hoofdje veel plaats veel ligamenten
Klein bekken: onder linea innominalis (symfysis pubis > eminantia > 1ste sacrale wervel), 1ste
wervel: promotorium (uitsteeksel)
Uitwendig voelbaar: heupvleugels, zitbeentjes (tuber inferiçor os ischii), os pubis (boven en onder symfyse), os coccygis:
kan bewegen, maar onwillekeurig veel ligamenten
, H2 Factoren van de baring
1. Baringskanaal
= kanaal waardoor de foetus uitgedreven w. bij de geboorte
o Beenderig baringskanaal: kleine bekken met bekkeningang, bekkenholte en bekkenuitgang
o Weke baringskanaal:
– Uterus (OUS: onderste uterussegment)
– Cervix uteri
– Vagina
– Vulva
– Bekkenbodemspieren
– Perineum
Vrouwelijk bekken heeft lichtere beenderen, is ondieper en wijder dan de bekken vd man.
2. BEENDERIG baringskanaal
2.1. Structuren
o Os coxae = 2 heupbeenderen = inominate bones
– Os ilium = darmbeen
– Os ischii = zitbeen
– Os pubis = schaambeen
o Os sacrum = heiligbeen
o Os coccygis = staartbeen
Bekken w. in 2 verdeeld door: linea innominata = linea terminalis = ondenkbeeldige lijn (lijn is er aanwezig door vorm vh
bekken, bep waar het smaller wordt ih bekken, bep de bekkeningang vh kleine bekken)
o Groot bekken: bóven linea innominata
o Klein bekken: ónder linea innominata
boven de symfyse: alle punten hebben weinig verloskundig belang (5)
Verloskundig belang: het diepste stuk, stuk meer naar onder (onderste stuk: moeilijkste deel om door te raken)
!Herken waar os coxae zich bevindt in het volledige pelvis + herken binnenzijde -en buitenzijde/voor -en achterkant!
Dit is het rechterheupbeen
Hoe herken je voor en achterkant vh heupbeen?
- Anterior > symfyse, os pubis (donkerblauw)
- Posterior > plaats waar heupbeen een gewricht vormt
(plaats
waar de femur in komt te staan) (groen)
> 23: zitbeenknobbel
> kun je ook herkennen aan
, uitsteeksel: spina
ischiadicae (roze, nr 17)
Welke punten kan je voelen: os pubis, spina ilicae (anterior,
superior), staartbeentje (heel diep voelen)
deel 1: weke en beenderig baringskanaal
INHOUDSOPGAVE
H2 Factoren van de baring.................................................................................................................................2
1. Baringskanaal.............................................................................................................................................2
2. BEENDERIG baringskanaal..........................................................................................................................2
2.1. Structuren............................................................................................................................................2
2.1.1. Bekkenverbindingen of bekkengewrichten.....................................................................................6
2.1.2. Os sacrum en os coccygis.................................................................................................................7
2.2. Ligamenta pelvis (= ligamenten).........................................................................................................8
2.3. Gynaecoïd bekken..............................................................................................................................9
2.4. Bekkenevaluatie................................................................................................................................15
3. WEKE baringskanaal.................................................................................................................................16
3.1. Organa genitalia externa = vulva.......................................................................................................16
3.2. Organa genitalia interna...................................................................................................................18
OEFENINGEN: antwoorden van chatgpt..........................................................................................................22
Hulpmiddelen:..................................................................................................................................................22
Latijnse, Nederlandse en Engelse termen kennen!
Bekken kunnen oriënteren + onderdelen kennen
Hoe kan een baby door de vagina?
→ Er moet ontsluiting zijn vd baarmoeder om het hoofd vd baby erdoor te k laten
→ Persdrang: kracht vd mama (plus contracties/weeën) om baby mee nr beneden te k duwen en ontsluiting
te bevorderen
→ Beenderig baringskanaal moet wijd genoeg zijn
→ Spildraai: draai dat hoofd moet maken om te k passeren door vagina
Zin in het lich nr voor gekanteld: 60° inclinatio pelvis
→ Inclinatiehoek: bekken maakt hoek van 45°, het bekken gaat meer nr voor tijdens zwangerschap door
zware buik
Rugklachten: door zware buik > rug inbuigen: normale gemakkelijke positie maar belastend voor
de rug, dus niet zoveel doen
(let op! > altijd id richting vd mama denken, dus als je nr bekken kijken is links rechts en recht is links)
→ Kleine en grote bekken: linea innominalis
Groot bekken: hoofdje veel plaats veel ligamenten
Klein bekken: onder linea innominalis (symfysis pubis > eminantia > 1ste sacrale wervel), 1ste
wervel: promotorium (uitsteeksel)
Uitwendig voelbaar: heupvleugels, zitbeentjes (tuber inferiçor os ischii), os pubis (boven en onder symfyse), os coccygis:
kan bewegen, maar onwillekeurig veel ligamenten
, H2 Factoren van de baring
1. Baringskanaal
= kanaal waardoor de foetus uitgedreven w. bij de geboorte
o Beenderig baringskanaal: kleine bekken met bekkeningang, bekkenholte en bekkenuitgang
o Weke baringskanaal:
– Uterus (OUS: onderste uterussegment)
– Cervix uteri
– Vagina
– Vulva
– Bekkenbodemspieren
– Perineum
Vrouwelijk bekken heeft lichtere beenderen, is ondieper en wijder dan de bekken vd man.
2. BEENDERIG baringskanaal
2.1. Structuren
o Os coxae = 2 heupbeenderen = inominate bones
– Os ilium = darmbeen
– Os ischii = zitbeen
– Os pubis = schaambeen
o Os sacrum = heiligbeen
o Os coccygis = staartbeen
Bekken w. in 2 verdeeld door: linea innominata = linea terminalis = ondenkbeeldige lijn (lijn is er aanwezig door vorm vh
bekken, bep waar het smaller wordt ih bekken, bep de bekkeningang vh kleine bekken)
o Groot bekken: bóven linea innominata
o Klein bekken: ónder linea innominata
boven de symfyse: alle punten hebben weinig verloskundig belang (5)
Verloskundig belang: het diepste stuk, stuk meer naar onder (onderste stuk: moeilijkste deel om door te raken)
!Herken waar os coxae zich bevindt in het volledige pelvis + herken binnenzijde -en buitenzijde/voor -en achterkant!
Dit is het rechterheupbeen
Hoe herken je voor en achterkant vh heupbeen?
- Anterior > symfyse, os pubis (donkerblauw)
- Posterior > plaats waar heupbeen een gewricht vormt
(plaats
waar de femur in komt te staan) (groen)
> 23: zitbeenknobbel
> kun je ook herkennen aan
, uitsteeksel: spina
ischiadicae (roze, nr 17)
Welke punten kan je voelen: os pubis, spina ilicae (anterior,
superior), staartbeentje (heel diep voelen)