Deel 1 Vlaamsonderwijssysteem:
1. de Vlaamse onderwijsstructuur
3 onderwijsniveaus
- Basisonderwijs (kleuter en lager)
- Secundaironderwijs
- Hoger onderwijs
Momenteel een hervorming die in het 6de middelbaar
Kleuteronderwijs 2,5 tot 6j
- Tussen 2,5 en 3j starten op volgende data:
o 1ste schooldag
o Na zomer, herfst, kerst, krokus en paasvakantie
o 1ste schooldag van februari
o 1ste schooldag na hemelvaart
- Een kleuter moet 2,5 zijn
- Leefgroepen of per leeftijd
- Leerplicht geld vanaf 5j
Lager onderwijs 6 tot 12j
- Toelatingsvoorwaarden: 290 halve dagen kleuteronderwijs,
nederlandstalig
- Voltijdse leerplicht
o Anders doktersattest
o Briefje ouders
- Doorkleuteren = een jaar langer kleuteronderwijs, maar wel voltijds
want leerplicht, kind is nog niet rijp
- Min 4j max 5j lager onderwijs
- Leerplicht is niet hetzelfde als schoolplicht, men kan ook thuis
onderwijs volgen
- Na basisonderwijs en secundair krijgt men een getuigschrift
2. een korte duik in de Belgische geschiedenis
19de – 20ste eeuw conflict tussen katholieken en liberalen uiting van
betere ideologische tegenstelling onderwijs door katholieke of door de
staat
- België is in 1830 ontstaan
Eerste schoolstrijd: 1878 – 1884
- Liberale onderwijs seculariseren meer officiële scholen door de
staat en invloed van kerk verminderen
- Kerk verzet steun zoeken
- Strijd om ziel van het kind
- Verkiezingen 1884 kerk wint krijgen subsidies ( wet van
peznaut)
2de schoolstrijd: 1950 – 1959
- Katholieke <--> liberalen/ socialisten
- Na WOII terug scholen van de staat
, - Kerk protesteert
- 1959: schoolpact bij verkiezingen = mijlpaal
o Elke school krijgt geld iedereen even veel
o Iedereen mag een school oprichten
- Onderwijs werd vlaamse bevoegdheid vanaf de staatshervorming
van 1988 – 1989
- 4de staatshervorming:
o 3 ministers van onderwijs
o Verschillende bevoegdheden zoals onderwijs gingen van
federaalniveau naar gemeenschappen: frans, vlaams en duits
gaf de ruimte om eigen onderwijssysteem te ontwikkelen
aangepast aan specifieke noden en culturele kenmerken van
een regio
3. Vlaams onderwijssysteem anno 21ste eeuw
- Tot op de dag van vandaag nog steeds een schoolpacht vb: een
gemeentelijke school en een katholieke school die op enkele min van
elkaar zitten
3.1 indeling in onderwijsnetten
2 soorten onderwijs op basis van hun inrichtende macht:
- Officieel onderwijs:
o Overheid heeft inrichtende macht
o Kiezen levensbeschouwelijke lessen
o 1958: staat, de provincie of de gemeente = rijksonderwijs
o 1989: gemeenschapsonderwijs
- Vrij onderwijs:
o Vrije particulier is inrichtende macht
o Grotendeels tot katholiek onderwijs maar ook protestantse,
methode en vrijzinnige scholen
3 soorten onderwijsnetten op basis van subsidiëring
, 3.2 onderwijskoepels:
- Ondersteunen en vertegenwoordigen de bij hen aangesloten
schoolbesturen
- Officieel onderwijs bestaat uit 3 onderwijskoepels
o Gemeenschapsonderwijs (GO!): Worden ingericht door de
Vlaamse gemeenschap: de vroegere staatsscholen
o Provinciaal onderwijs Vlaanderen (POV): Verenigt
provinciale scholen
o Onderwijs voor Vlaamse steden en gemeenten (OVSG):
Ondersteunt het onderwijsproject van de Vlaamse steden en
gemeenten
Vrij (gesubsidieerd) onderwijs:
o Katholiek onderwijs Vlaanderen (KOV): verenigt
katholieke scholen en is de grootste onderwijskoepel
o Federatie van onafhankelijke pluralistische
emancipatorische methodescholen (FOPEM): verenigt
methodescholen, freinetscholen, ervaringsgerichte scholen en
buurtscholen
o Federatie steinerscholen: verenigt scholen die de
stienerpedagogie toepassen
o Raad van inrichtende machten van het protestants-
christelijk onderwijs (IPCO): verenigt het protestants-
christelijk onderwijs
o Vlaams onderwijs overlegplatform (VOOP): verenigt
scholen die een innoverend, actueel en zingevend onderwijs
willen aanreiken (vrijzinnig humanisme)
1. de Vlaamse onderwijsstructuur
3 onderwijsniveaus
- Basisonderwijs (kleuter en lager)
- Secundaironderwijs
- Hoger onderwijs
Momenteel een hervorming die in het 6de middelbaar
Kleuteronderwijs 2,5 tot 6j
- Tussen 2,5 en 3j starten op volgende data:
o 1ste schooldag
o Na zomer, herfst, kerst, krokus en paasvakantie
o 1ste schooldag van februari
o 1ste schooldag na hemelvaart
- Een kleuter moet 2,5 zijn
- Leefgroepen of per leeftijd
- Leerplicht geld vanaf 5j
Lager onderwijs 6 tot 12j
- Toelatingsvoorwaarden: 290 halve dagen kleuteronderwijs,
nederlandstalig
- Voltijdse leerplicht
o Anders doktersattest
o Briefje ouders
- Doorkleuteren = een jaar langer kleuteronderwijs, maar wel voltijds
want leerplicht, kind is nog niet rijp
- Min 4j max 5j lager onderwijs
- Leerplicht is niet hetzelfde als schoolplicht, men kan ook thuis
onderwijs volgen
- Na basisonderwijs en secundair krijgt men een getuigschrift
2. een korte duik in de Belgische geschiedenis
19de – 20ste eeuw conflict tussen katholieken en liberalen uiting van
betere ideologische tegenstelling onderwijs door katholieke of door de
staat
- België is in 1830 ontstaan
Eerste schoolstrijd: 1878 – 1884
- Liberale onderwijs seculariseren meer officiële scholen door de
staat en invloed van kerk verminderen
- Kerk verzet steun zoeken
- Strijd om ziel van het kind
- Verkiezingen 1884 kerk wint krijgen subsidies ( wet van
peznaut)
2de schoolstrijd: 1950 – 1959
- Katholieke <--> liberalen/ socialisten
- Na WOII terug scholen van de staat
, - Kerk protesteert
- 1959: schoolpact bij verkiezingen = mijlpaal
o Elke school krijgt geld iedereen even veel
o Iedereen mag een school oprichten
- Onderwijs werd vlaamse bevoegdheid vanaf de staatshervorming
van 1988 – 1989
- 4de staatshervorming:
o 3 ministers van onderwijs
o Verschillende bevoegdheden zoals onderwijs gingen van
federaalniveau naar gemeenschappen: frans, vlaams en duits
gaf de ruimte om eigen onderwijssysteem te ontwikkelen
aangepast aan specifieke noden en culturele kenmerken van
een regio
3. Vlaams onderwijssysteem anno 21ste eeuw
- Tot op de dag van vandaag nog steeds een schoolpacht vb: een
gemeentelijke school en een katholieke school die op enkele min van
elkaar zitten
3.1 indeling in onderwijsnetten
2 soorten onderwijs op basis van hun inrichtende macht:
- Officieel onderwijs:
o Overheid heeft inrichtende macht
o Kiezen levensbeschouwelijke lessen
o 1958: staat, de provincie of de gemeente = rijksonderwijs
o 1989: gemeenschapsonderwijs
- Vrij onderwijs:
o Vrije particulier is inrichtende macht
o Grotendeels tot katholiek onderwijs maar ook protestantse,
methode en vrijzinnige scholen
3 soorten onderwijsnetten op basis van subsidiëring
, 3.2 onderwijskoepels:
- Ondersteunen en vertegenwoordigen de bij hen aangesloten
schoolbesturen
- Officieel onderwijs bestaat uit 3 onderwijskoepels
o Gemeenschapsonderwijs (GO!): Worden ingericht door de
Vlaamse gemeenschap: de vroegere staatsscholen
o Provinciaal onderwijs Vlaanderen (POV): Verenigt
provinciale scholen
o Onderwijs voor Vlaamse steden en gemeenten (OVSG):
Ondersteunt het onderwijsproject van de Vlaamse steden en
gemeenten
Vrij (gesubsidieerd) onderwijs:
o Katholiek onderwijs Vlaanderen (KOV): verenigt
katholieke scholen en is de grootste onderwijskoepel
o Federatie van onafhankelijke pluralistische
emancipatorische methodescholen (FOPEM): verenigt
methodescholen, freinetscholen, ervaringsgerichte scholen en
buurtscholen
o Federatie steinerscholen: verenigt scholen die de
stienerpedagogie toepassen
o Raad van inrichtende machten van het protestants-
christelijk onderwijs (IPCO): verenigt het protestants-
christelijk onderwijs
o Vlaams onderwijs overlegplatform (VOOP): verenigt
scholen die een innoverend, actueel en zingevend onderwijs
willen aanreiken (vrijzinnig humanisme)