Inhoud
Hoofdstuk 1 Verbintenissen uit rechtshandelingen......................................4
1.Verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling: het contract...............4
1.1 Het begrip contract en diverse indelingen van de contracten.........4
1.1.1 Het begrip contract....................................................................4
1.1.1.1 Consensuele contracten, vormelijke contracten en zakelijke
contracten..........................................................................................4
1.1.1.2 Wederkerige contracten en eenzijdige contracten.................5
1.1.1.7 Contracten met een consument.............................................5
1.2 Basisbeginselen van het contractenrecht........................................5
1.2.1 Wilsautonomie, contractsvrijheid en consensualisme...............6
1.2.2.1 Basisprincipes.........................................................................6
1.2.2.2 Nuancering: grenzen aan de contractsvrijheid (feitelijke &
juridische)...........................................................................................6
Voorbeeld: verbod op onrechtmatige bedingen – artikel 5.52 BW......7
Voorbeeld: verbod op onrechtmatige bedingen in het
consumentenrecht – Boek VI WER......................................................7
Voorbeeld: verbod op onrechtmatige bedingen B2B - Boek VI WER...8
1.2.2 Bindende kracht van het contract (wijzigingen in het cc)..........8
1.2.3 De goede trouw.........................................................................8
1.3 Totstandkoming van het contract....................................................9
1.3.1 De precontractuele fase en precontractuele aansprakelijkheid.9
1.3.1.1 Onderhandelingen................................................................11
1.3.2 De fase van de daadwerkelijke totstandkoming van het
contract............................................................................................11
1.3.2.1 Aanbod en aanvaarding........................................................11
1.3.2.2 De vier geldigheidsvereisten van contracten nader bekeken
.........................................................................................................13
A. de vrije en bewuste toestemming van elke partij (+wilsgebreken)
.........................................................................................................13
B. De bekwaamheid van elke partij om contracten aan te gaan......16
C. Bepaalbaar en geoorloofd voorwerp............................................17
D. Een geoorloofde oorzaak..............................................................17
1.3.3 De sanctionering van een probleem bij de totstandkoming van
het contract......................................................................................18
1
, Absolute & relatieve nietigheid........................................................18
Inwerkingstelling van de nietigheidssanctie:....................................18
Gehele nietigheid of gedeeltelijke nietigheid (deelbaar contract)....18
Uitwissing met terugwerkende kracht (‘ex tunc’) –
restitutieverplichtingen....................................................................18
1.4 Tenietgaan van het contract..........................................................19
1.4.1 Inleiding – gronden van het tenietgaan...................................19
1.4.1.2 De vrijwillige nakoming van het contract door de partijen...19
1.4.1.3 De niet-nakoming van het contract door (een van de) partijen
.........................................................................................................19
A. Ontoerekenbare niet-nakoming in hoofde van de schuldenaar van
een contractuele verbintenis – overmacht + verandering van
situaties ( imprevisie).......................................................................19
Voorwaarden van de imprevisieregeling...........................................21
Gevolgen..........................................................................................22
Imprevisieclausules..........................................................................22
B. Toerekenbare niet-nakoming in hoofde van de schuldenaar van
een contractuele verbintenis............................................................23
Bewijzen...........................................................................................24
Stappenplan.....................................................................................24
I De ingebrekestelling van de schuldenaar.......................................24
II. De niet-uitvoeringsexceptie en het retentierecht.........................25
c. Herstel van de schade...............................................................27
d. Ontbinding van het contract......................................................28
e. Prijsvermindering.......................................................................31
IV. Contractuele bedingen in verband met de niet-nakoming van het
contract............................................................................................31
a. Bevrijdingsbedingen..................................................................31
B Schadebedingen.........................................................................32
C Interestbedingen........................................................................33
1.4.1.4 Andere vormen van tenietgaan van het contract.................34
1.5 Gevolgen van het contract voor derden........................................34
1.5.1 de relativiteit van het contract................................................34
1.5.2 De tegenwerpelijkheid aan derden van het bestaan van het
contract............................................................................................35
2
, Praktisch: de registratie van een huurcontract....................................36
Praktisch: overschrijving in register op kantoor rechtszekerheid.........36
2. Verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling: de eenzijdige wilsuiting
................................................................................................................36
3
, Bundel 2 – verbintenissen uit rechtshandelingen
Hoofdstuk 1 Verbintenissen uit rechtshandelingen
Een rechtshandeling = een handeling die bewust wordt gesteld met het oog op het creëren van
rechtsgevolgen
2 soorten:
- eenzijdige rechtshandelingen = veronderstelt een wilsuiting door 1 persoon
- meerzijdige rechtshandeling = veronderstelt een wilsuiting door minstens 2 personen
1.Verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling: het contract
1.1 Het begrip contract en diverse indelingen van de contracten
1.1.1 Het begrip contract
Artikel 5.69 BW.
Definitie: Een contract is een overeenkomst waarbij een of
meer personen zich jegens een of meer andere verbinden iets ‘Een contract dat geldig tot stand is
te geven, te doen, of niet te doen. gekomen, strekt degenen die het
hebben gesloten tot wet.’
Overeenkomst is 1 van de bronnen van verbintenissen
Een contract ontstaat altijd uit een meerzijdige
rechtshandeling
Overeenkomst is geen verbintenis1.1.2 Diverse indelingen van de contracten
1.1.1.1 Consensuele contracten, vormelijke contracten en zakelijke contracten
Onderscheidingscriterium: wijze van totstandkoming tussen de partijen
Consensueel = Overeenkomst komt doordat 2 partijen
akkoord gaan / Dit zijn contracten die geldig tot stand komen
door de wilsovereenstemming van de partijen, zonder dat er
speciale formaliteiten nodig zijn. Het enkele feit dat de
partijen het eens zijn over de inhoud van het contract is
voldoende voor de geldigheid.
4
Hoofdstuk 1 Verbintenissen uit rechtshandelingen......................................4
1.Verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling: het contract...............4
1.1 Het begrip contract en diverse indelingen van de contracten.........4
1.1.1 Het begrip contract....................................................................4
1.1.1.1 Consensuele contracten, vormelijke contracten en zakelijke
contracten..........................................................................................4
1.1.1.2 Wederkerige contracten en eenzijdige contracten.................5
1.1.1.7 Contracten met een consument.............................................5
1.2 Basisbeginselen van het contractenrecht........................................5
1.2.1 Wilsautonomie, contractsvrijheid en consensualisme...............6
1.2.2.1 Basisprincipes.........................................................................6
1.2.2.2 Nuancering: grenzen aan de contractsvrijheid (feitelijke &
juridische)...........................................................................................6
Voorbeeld: verbod op onrechtmatige bedingen – artikel 5.52 BW......7
Voorbeeld: verbod op onrechtmatige bedingen in het
consumentenrecht – Boek VI WER......................................................7
Voorbeeld: verbod op onrechtmatige bedingen B2B - Boek VI WER...8
1.2.2 Bindende kracht van het contract (wijzigingen in het cc)..........8
1.2.3 De goede trouw.........................................................................8
1.3 Totstandkoming van het contract....................................................9
1.3.1 De precontractuele fase en precontractuele aansprakelijkheid.9
1.3.1.1 Onderhandelingen................................................................11
1.3.2 De fase van de daadwerkelijke totstandkoming van het
contract............................................................................................11
1.3.2.1 Aanbod en aanvaarding........................................................11
1.3.2.2 De vier geldigheidsvereisten van contracten nader bekeken
.........................................................................................................13
A. de vrije en bewuste toestemming van elke partij (+wilsgebreken)
.........................................................................................................13
B. De bekwaamheid van elke partij om contracten aan te gaan......16
C. Bepaalbaar en geoorloofd voorwerp............................................17
D. Een geoorloofde oorzaak..............................................................17
1.3.3 De sanctionering van een probleem bij de totstandkoming van
het contract......................................................................................18
1
, Absolute & relatieve nietigheid........................................................18
Inwerkingstelling van de nietigheidssanctie:....................................18
Gehele nietigheid of gedeeltelijke nietigheid (deelbaar contract)....18
Uitwissing met terugwerkende kracht (‘ex tunc’) –
restitutieverplichtingen....................................................................18
1.4 Tenietgaan van het contract..........................................................19
1.4.1 Inleiding – gronden van het tenietgaan...................................19
1.4.1.2 De vrijwillige nakoming van het contract door de partijen...19
1.4.1.3 De niet-nakoming van het contract door (een van de) partijen
.........................................................................................................19
A. Ontoerekenbare niet-nakoming in hoofde van de schuldenaar van
een contractuele verbintenis – overmacht + verandering van
situaties ( imprevisie).......................................................................19
Voorwaarden van de imprevisieregeling...........................................21
Gevolgen..........................................................................................22
Imprevisieclausules..........................................................................22
B. Toerekenbare niet-nakoming in hoofde van de schuldenaar van
een contractuele verbintenis............................................................23
Bewijzen...........................................................................................24
Stappenplan.....................................................................................24
I De ingebrekestelling van de schuldenaar.......................................24
II. De niet-uitvoeringsexceptie en het retentierecht.........................25
c. Herstel van de schade...............................................................27
d. Ontbinding van het contract......................................................28
e. Prijsvermindering.......................................................................31
IV. Contractuele bedingen in verband met de niet-nakoming van het
contract............................................................................................31
a. Bevrijdingsbedingen..................................................................31
B Schadebedingen.........................................................................32
C Interestbedingen........................................................................33
1.4.1.4 Andere vormen van tenietgaan van het contract.................34
1.5 Gevolgen van het contract voor derden........................................34
1.5.1 de relativiteit van het contract................................................34
1.5.2 De tegenwerpelijkheid aan derden van het bestaan van het
contract............................................................................................35
2
, Praktisch: de registratie van een huurcontract....................................36
Praktisch: overschrijving in register op kantoor rechtszekerheid.........36
2. Verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling: de eenzijdige wilsuiting
................................................................................................................36
3
, Bundel 2 – verbintenissen uit rechtshandelingen
Hoofdstuk 1 Verbintenissen uit rechtshandelingen
Een rechtshandeling = een handeling die bewust wordt gesteld met het oog op het creëren van
rechtsgevolgen
2 soorten:
- eenzijdige rechtshandelingen = veronderstelt een wilsuiting door 1 persoon
- meerzijdige rechtshandeling = veronderstelt een wilsuiting door minstens 2 personen
1.Verbintenissen uit meerzijdige rechtshandeling: het contract
1.1 Het begrip contract en diverse indelingen van de contracten
1.1.1 Het begrip contract
Artikel 5.69 BW.
Definitie: Een contract is een overeenkomst waarbij een of
meer personen zich jegens een of meer andere verbinden iets ‘Een contract dat geldig tot stand is
te geven, te doen, of niet te doen. gekomen, strekt degenen die het
hebben gesloten tot wet.’
Overeenkomst is 1 van de bronnen van verbintenissen
Een contract ontstaat altijd uit een meerzijdige
rechtshandeling
Overeenkomst is geen verbintenis1.1.2 Diverse indelingen van de contracten
1.1.1.1 Consensuele contracten, vormelijke contracten en zakelijke contracten
Onderscheidingscriterium: wijze van totstandkoming tussen de partijen
Consensueel = Overeenkomst komt doordat 2 partijen
akkoord gaan / Dit zijn contracten die geldig tot stand komen
door de wilsovereenstemming van de partijen, zonder dat er
speciale formaliteiten nodig zijn. Het enkele feit dat de
partijen het eens zijn over de inhoud van het contract is
voldoende voor de geldigheid.
4
