100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Exam (elaborations)

Verzameling alle examens financiële instellingen BLANCO en OPLOSSINGEN

Rating
-
Sold
1
Pages
201
Grade
9-10
Uploaded on
04-01-2025
Written in
2024/2025

In dit document vind je alle examens van financiële instellingen van de afgelopen jaren terug. Het eerste deel is helemaal blanco en kan je gebruiken om te oefenen (veel examenvragen komen terug op het examen), het tweede deel zijn de oplossingen van de examens.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 4, 2025
Number of pages
201
Written in
2024/2025
Type
Exam (elaborations)
Contains
Questions & answers

Subjects

Content preview

12 januari 2019 Volgnummer: .....

EXAMEN FMPI - FI
J. Meir


NAAM: ...........................................................
Voornaam: ....................................................
Studentennummer: ………………………………


Handtekening: …………………………………….


Opmerkingen vooraf
- Dit deel (FI) staat op de helft van de totaalscore voor dit opleidingsonderdeel (FMPI).
- Puntenverdeling van dit deel (FI): meerkeuzevragen: 40% ; open vragen: 60%
- Gelieve volgnummer (zie aanwezigheidslijst) te noteren in de rechterbovenhoek.
- Achteraan de bundel zijn een aantal kladbladen opgenomen. De kladbladen moeten aan de
bundel vastgeniet blijven.


I. Meerkeuzevragen
Op pp. 2-4 worden 10 meerkeuzevragen gegeven. Er is per vraag slechts 1 antwoord mogelijk. Bij de
verbetering wordt een systeem van ‘standard setting’ toegepast (wat impliceert dat zes vragen juist
moeten worden beantwoord om de helft van de punten te behalen op de meerkeuzevragen). Vergeet
niet de antwoorden in te vullen in onderstaand antwoordraster.


Kruis het correcte antwoord aan
Vraag Antwoord

A B C D
1 X
2 X
3 X
4 X
5 X
6 X
7 X
8 X
9 X
10 X




II. Open vragen
Op pp. 5-9 worden 5 open vragen gegeven. Gelieve de oplossingen voor de open vragen te noteren
na de respectievelijke vragen (waar steeds voldoende plaats is voorzien). Iedere vraag heeft een
zelfde gewicht bij de beoordeling.

,I. Meerkeuzevragen



1. Welk van de volgende uitspraken is juist ?


a. De bankbriefjes in het bezit van de banken maken wel deel uit van B (= basisgeldbedrag)
maar niet van M (= totale geldhoeveelheid).



I
b. De bankbriefjes in het bezit van de banken maken geen deel uit van B maar wel van M.
c. De bankbriefjes in het bezit van de banken maken wel deel uit van B en ook van M.
d. De bankbriefjes in het bezit van de banken maken geen deel uit van B en ook niet van M.



2. Welk van de volgende uitspraken is juist ?


a. Bij een ICB van het gesloten type is de marktprijs (dus beurskoers) van een deelbewijs steeds
gelijk aan de inventariswaarde per deelbewijs.




I
b. Bij een ICB van het gesloten type is de marktprijs (dus beurskoers) van een deelbewijs steeds
kleiner dan de inventariswaarde per deelbewijs.
c. Bij een ICB van het gesloten type is de marktprijs (dus beurskoers) van een deelbewijs steeds
groter dan de inventariswaarde per deelbewijs.
d. Geen van voorgaande uitspraken is juist.



3. Stel dat de rente op een termijnrekening met een looptijd van twee jaar lager is dan de rente
op een spaarboekje (basisrente + getrouwheidspremie). Onder welke hypothese kan een belegging in
de termijnrekening toch interessanter zijn dan een belegging in het spaarboekje ?


a. Indien de marktrente gedurende de komende twee jaar gaat dalen.




I
b. Indien de marktrente gedurende de komende twee jaar gaat stijgen.
c. Indien de overheid de roerende voorheffing zou verhogen.
d. Onder geen enkele hypothese kan een belegging in de termijnrekening interessanter zijn dan
een belegging in het spaarboekje.



4. Welk van de volgende uitspraken is juist ?


a. De commerciële marge activa is steeds gelijk aan de commerciële marge passiva.
b. De commerciële marge activa is steeds kleiner dan de commerciële marge passiva.


I
c. De commerciële marge activa is steeds groter dan de commerciële marge passiva.
d. Geen van voorgaande uitspraken is juist.




2

,5. Welk van de volgende uitspraken is juist ?


a. Als de bank een rentestijging verwacht moet ze haar rentegap (voor de kleine(re)
looptijd(en)) laten stijgen.
b. Als de bank een rentestijging verwacht moet ze haar rentegap (voor de kleine(re)


1
c.
looptijd(en)) laten dalen.
Als de bank een rentestijging verwacht moet ze haar rentegap (voor de kleine(re)
looptijd(en)) constant houden.
d. Geen van voorgaande uitspraken is juist.



6. Veronderstel een obligatiefonds dat belegt in Belgische overheidsobligaties in euro. De
beheerder van dat obligatiefonds verwacht een rentestijging maar de rente daalt. Wat gebeurt er in
dat geval (ceteris paribus) met de inventariswaarde (per deelbewijs) van dat obligatiefonds ?


a. De inventariswaarde (per deelbewijs) stijgt en de omvang van deze stijging is groot.
b. De inventariswaarde (per deelbewijs) stijgt maar de omvang van deze stijging is klein.

1
c. De inventariswaarde (per deelbewijs) daalt en de omvang van deze daling is groot.
d. De inventariswaarde (per deelbewijs) daalt maar de omvang van deze daling is klein.



7. Stel dat volgende gegevens gekend zijn omtrent bank X:
* Nettowinst = 8
* Verwacht Verlies (EL) = 4
* Balanstotaal = 1000
* (Economisch) Eigen Vermogen = 50
Waaraan is dan de RAROC van bank X gelijk ?


a. 10%
b. 8%

1
c. 4%
d. Niet te bepalen



8. Welk van de volgende uitspraken is juist ?


a. Een sicav is een beleggingsfonds naar Luxemburgs recht.
b. Een sicav is een bevek naar Luxemburgs recht.

1
c. Een sicav is een bevak naar Luxemburgs recht.
d. Een sicav is een privak naar Luxemburgs recht.




3

, 9. Een bank heeft een ‘aanvaard risico’ van 0,000001 (binnen de geavanceerde methode van
Basel 2). Welk van de volgende uitspraken hieromtrent is juist ?


a. De kans dat de ex ante provisie voor EL (‘expected loss’) ontoereikend is om het
(krediet)verlies op te vangen is gelijk aan 0,000001.
b. De kans dat het EEV (economisch eigen vermogen) ontoereikend is om het (krediet)verlies op

1c.
te vangen is gelijk aan 0,000001.
De kans dat de som van de ex ante provisie voor EL en het EEV ontoereikend is om het
(krediet)verlies op te vangen is gelijk aan 0,000001.
d. Geen van voorgaande uitspraken is juist.



10. In een bepaald jaar zijn de activa van de toetreders tot ICB’s groter dan de activa van de
uittreders uit die ICB’s. Welk van de volgende uitspraken is juist ?


a. Dit zal leiden tot een toename van de activa (dus de inventariswaarde) van die ICB’s.
b. Dit kan leiden tot een toename van de activa (dus de inventariswaarde) van die ICB’s.
1c. Dit zal niet leiden tot een toename van de activa (dus de inventariswaarde) van die ICB’s.
d. Dit kan niet leiden tot een toename van de activa (dus de inventariswaarde) van die ICB’s.




4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
MasteringHW Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
63
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
11
Last sold
3 days ago

3.3

4 reviews

5
1
4
0
3
2
2
1
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions