11h30
PERSONENBELASTING
INLEIDENDE BEGRIPPEN
1 Inkomensbelastingen
= belastingen die je betaalt op je inkomen
1. Personenbelasting (PB)
2. Vennootschapsbelasting (VenB): de winst die een vennootschap maakt, wordt belast
3. Belasting niet- rijksinwoners (BNI): mensen die niet in België wonen, worden ook niet in België
belast bv. Een Fransman die in België inkomen verdient
4. Rechtspersonenbelasting (RPB): belasting voor speciale rechtspersonen bv. gevangeniswezen,
speciale eigen belasting
Regelgeving met betrekking tot belastingen Wetboek inkomstenbelasting ’92
Wie, wanneer, aan welk tarief belastingplichtig is
Belastingsubjecten binnen de personenbelasting:
Rijksinwoner = natuurlijke personen, met de woonplaats of zetel van fortuin in België
Betaalt de personenbelasting
Vestigingsplaats is doorslaggevend, ‘behoudens tegenbewijs’ kijkt men naar de inschrijving in
het bevolkingsregister domicilie, inschrijving
Nationaliteit maakt niet uit, wel de feitelijke omstandigheid
Woonplaats = waar men feitelijk verblijft, bestendigheid
Zetel van fortuin = van waaruit men toezicht houdt op zijn vermogen
(beheren van je vermogen bv. bankrekening, beleggingsportefeuille, eigendommen, ….)
Asielzoeker = personen die zijn ingeschreven in het wachtregister, zijn niet onderworpen aan
personenbelastingen
Geen domicilie / zetel van fortuin in België en toch rijksinwoner:
De niet- rijksinwoners
o Natuurlijk persoon met domicilie / zetel van fortuin niet in België
- Eigenlijke niet- rijksinwoners: woonplaats niet in België
- Oneigenlijke rijksinwoners: verblijven wel in België maar worden gelijkgesteld met niet-
inwoners bv. Amerikanen die in Brussel wonen maar voor de Amerikaanse ambassade
hier werken, worden niet belast aan de Belgische personenbelasting
Beide groepen worden wel onderworpen aan de ‘Belasting niet- inwoners’ (BNI)
Mogelijks met vrijstelling (zie dubbelbelastingverdragen)
2 Wereldwijd inkomen en niet- ontvangen inkomen als oprichter van een
juridische constructie
Een rijksinwoner is ook belastbaar op de inkomsten die een juridische constructie die hij heeft opgericht,
verkrijgt, net alsof hij die inkomsten persoonlijk heeft bekomen. Dit geldt, zelfs al bekomt hij helemaal
geen inkomen uit die constructie Kaaimantaks / doorkijktaks (regelmatig wetswijzigingen 2.0, …)
Juridische constructie = wanneer je op fiscaal vlak ervoor zorgt dat je geen of minder belastingen dient
te betalen (of een voordeel), niet via fraude (er worden geen fouten gemaakt of wetten overschreden).
Enkel ‘creatieve’ stappen om minder belasting te betalen
Probleem juridische constructie: de fiscus ziet dat er geld ‘ontsnapt’ regel: ‘wanneer je hier belast
moet worden, moet alsook belast worden een eventuele creatieve constructie doorkijktaks (alsof de
constructie niet bestaat)
Roerende inkomsten op rekening van vereniging die zelf geen belasting betaalt, wordt belast bij de
rijksinwoner die de rekening beheert (mits uitzonderingen)
1
, PERSONENBELASTING
Roerende inkomsten die geboekt worden op naam van verenigingen (inkomsten uit belegginsgelden)
waarbij op de een of andere manier geen belastingen worden betaalt, zal de fiscus toch belasten op
de persoon die uiteindelijk de begunstigde is (rekeningen beheert)
3 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar
De personenbelasting treft normaal de inkomsten van één kalenderjaar = belastbaar tijdperk
= jaar waarin de inkomsten verworven / verdient worden = inkomstenjaar
Daaropvolgend is het aanslagjaar, het jaar waarin de inkomsten belast worden, ‘de aanslag’ wordt
berekend (jaar dat volgt op het belastbaar tijdperk
De wetgeving mag aangepast worden t.e.m. 31 december inkomstenjaar PB kan retroactief gewijzigd
worden
Uitzonderingen: in sommige gevallen valt het belastbaar tijdperk samen met een gedeelte van het kalenderjaar:
Bij overlijden: nabestaanden dienen aangifte te doen + personenbelasting betalen
o Indien nooit beroepsinkomsten verworven (nooit gewerkt) fiscus beslist dat het belastbaar
tijdperk / inkomstenjaar = aanslagjaar
o Indien wel beroepsinkomsten aanslagjaar = tijdperkjaar + 1 (normale regeling)
Winsten en baten vallen in een ‘boekjaar’ aanslag jaar = belastbaar tijdperk (inkomstenjaar) + 1
(regeling voor zelfstandigen)
o Indien het boekjaar korter / langer is dan één kalenderjaar: winst valt in 31/12 van het jaar
waarin het boekjaar afsluit
Belastbaar tijdperk is maar een deel van het jaar (geen algemene regel)
o Meestal de grensbedragen, max- en min bedragen in verhouding nemen, in x/12
- 15e dag van de maand hoort er nog bij? maand telt volledig (soms dag per dag)
o Afrondingsregels, meestal in veelvouden van 10euro
2
, PERSONENBELASTING
4 Individuele aanslag of gemeenschappelijke aanslag
Synthetische belasting = belast op het totale inkomen, alles wordt bij elkaar gebracht (inkomens
inclusief buitenlandse inkomsten) sterkste schouders dragen de zwaarste lasten
Individuele aanslag voor alleenstaanden en feitelijk samenwonende apart belasten
Gehuwden en wettelijk samenwonenden samen belasten
Feitelijk samenwonenden: hebben hetzelfde domicilie maar daar blijft het bij
Wettelijk samenwonenden: hebben hetzelfde domicilie én hebben dit verklaard in het
gemeentehuis in een contract vallen fiscaal onder het stelsel van gehuwden
o Indien einde wettelijk samenwonen, dien je ook de regels te volgen van het beëindigen
van het huwelijk
o Voordelen die gelden voor gehuwden, gelden ook voor wettelijk samenwonenden
4.1 Echtgenoten / gehuwden
Dienen één gemeenschappelijke aangifte in
Vermelden élk hun eigen inkomsten (2 kolommen op aangifte: linker kolom oudste, rechter kolom
jongste) = 2 aanslagbasissen bepaald
De berekening van de belastingen gebeurt individueel, maar het te betalen / terug te geven bedrag
wordt bepaald door de optelling van beide resultaten
4.2 Wettelijk samenwonenden
Op fiscaal gebied volledig gelijkgeschakeld met ‘gehuwden’
Wettelijk samenwonenden = personen die bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de
gemeenschappelijke woonplaats een verklaring hebben afgelegd wettelijk samenwonen
Registratie kan ook via een notarieel samenlevingscontract
o Regeling overeenkomen omtrent goederen en inkomsten
o Samenlevingscontract dient bij de notaris opgemaakt te worden voordat de verklaring van
wettelijk samenwonen bij de gemeente wordt afgelegd
Voorwaarden wettelijke samenwoning Einde van wettelijke samenwoning
Overeenkomst kan maar door 2 personen worden Overlijden van een van de partners
afgesloten Huwen van een van de partners
Partners moeten meerderjarig zijn Door overhandiging van een schriftelijke verklaring
Elke partner mag niet verbonden zijn door het van beëindiging aan de ambtenaar van de burgerlijke
huwelijk, noch door andere wettelijke stand (kan eenzijdig of in onderling overleg)
samenwoningsverklaring
Kan ook familiale band zijn
Opmerkingen:
- Als wettelijk samenwonende in een volgend jaar beslissen om met elkaar te huwen, wordt voor het
jaar van het huwelijk, géén afzonderlijke aanslag gevestigd, maar blijven beide partners
onderworpen aan gemeenschappelijke aanslag
- Als de wettelijke samenwoning beëindigd wordt met een verklaring van ontbinding bij de gemeente,
wordt dit fiscaal gelijk gesteld aan een echtscheiding
- De feitelijke scheiding van twee wettelijk samenwonende wordt gelijkgesteld met de feitelijke
scheiding van twee gehuwden
4.3 Alleenstaanden
Één aangifte enkel de linker kolom invullen
Één belastbare grondslag
3
, PERSONENBELASTING
Fiscaal worden volgende personen als ‘alleenstaanden’ beschouwd:
Gehuwde personen, vóór het jaar van het huwelijk / wettelijk samenwonenden, voor het jaar van
de verklaring van wettelijke samenwoning
o Als twee wettelijk samenwonenden in het huwelijk treden, blijven de regels van
gemeenschappelijke aanslag van toepassing voor het jaar van het huwelijk, tenzij de
verklaring van wettelijke samenwoning en het huwelijk tijdens hetzelfde kalenderjaar vallen
(laatste situatie: stelsel van individuele aanslagen)
Gehuwde personen voor het jaar van echtscheiding
o Onder de datum van de echtscheiding, moet worden verstaan: de datum van de
overschrijving van de echtscheiding in de bevolkingsregisters
Wettelijk samenwonenden voor het jaar van de beëindiging van de wettelijke samenwoning
Feitelijk gehuwden / wettelijk samenwonenden voor het jaar dat volgt op het jaar waarin de
feitelijke scheiding heeft plaats gevonden
o Duurzaam en werkelijk afzonderlijk wonen
o Geen vonnis van rechtbank nodig
o Moet worden bewezen door belastingplichtige (attesten of rekeningen)
Gehuwde personen / wettelijke samenwonenden waarbij een van beide partners een
beroepsinkomen heeft gehad van meer dan 12.500euro, dat bij overeenkomst is vrijgesteld zonder
progressievoorbehoud (op grond van een internationaalrechtelijke regel volledig vrijgesteld van
belastingen)
Gehuwde personen / wettelijk samenwoners voor het jaar van ontbinding van het huwelijk /
wettelijke samenwoning door overlijden
o Voor het jaar van overlijden kan de langstlevende partner ervoor kiezen om gezamenlijk
belast te worden
o Als beide echtgenoten / wettelijk samenwonenden in hetzelfde jaar overlijden, kan de optie
voor gemeenschappelijke aanslag gemaakt worden door de erfgenamen of begiftigden van de
laatst overledene
Opmerking:
Personen die samenwonen maar niet gehuwd zijn en ook geen verklaring van wettelijke samenwoning
hebben afgelegd, zijn feitelijke samenwoners geen juridisch gevolg worden fiscaal als
alleenstaanden behandeld
4.4 Inkomsten van kinderen
Belastbare inkomsten van kinderen worden bij de inkomsten van de ouders gevoegd, zolang de
ouders het wettelijk genot hebben van de inkomsten van hun kinderen
Wettelijk genot van de inkomsten van de kinderen = recht dat aan de ouders verleent wordt om de
(on)roerende goederen van de kinderen te gebruiken en inkomsten ervan te genieten, tot de kinderen
meerderjarig of ontvoogd zijn
Voor beide ouders samen. Indien een van de ouders overlijdt recht wettelijk genot voor de
overlevende ouder
Wettelijk genot dooft niet uit door scheiding
Ouders worden op de inkomsten ervan belast
Opmerkingen:
-Beroepsinkomsten en onderhoudsgelden ten behoeve van het kind, dient kind altijd zelf aan te geven
(ook indien minderjarig) eigen aangifte indienen (op naam van kind)
-Kinderen onder het statuut van verlengde minderjarigheid worden met minderjarigen beneden de
15jaar gelijkgesteld en blijven aan het onderlijk gezag onderworpen
-Kinderen die beide ouders hebben verloren, zijn persoonlijk belastbaar op al hun inkomsten (voogd
kan nooit op inkomsten van kinderen belast worden)
4
, PERSONENBELASTING
Huwelijksvermogensrecht
Huwelijksvermogensrecht ≠ fiscaal recht
Basis huwelijksvermogensrecht: twee manieren wettelijk of scheiding van goederen (via notaris)
1. Huwelijk onder het wettelijk stelsel:
Het vermogen: Baten en schulden (inkomsten binnen het huwelijk:
Eigen vermogen partner 1 + eigen vermogen partner 2 + Baten van het gemeenschappelijk vermogen
gemeenschappelijk vermogen (voordelen of opbrengsten)
Het EV van elke echtgenoot: ieder heeft het recht zijn Beroepsinkomsten (loon)
eigen vermogen te beheren Opbrengsten van eigen goederen
Eigen door herkomst: roerend en onroerend Geschonken aan hen beiden
bezit op dag huwelijk + schenking, erfenis Niet bewezen eigen goederen
Eigen door de aard
Schulden van het gemeenschappelijk vermogen
o Eigen OG of eigen waardepapieren
Aangegaan door beiden
o Was reeds mede- eigenaar
Ten behoeve van huishouden of kinderen
o Gereedschap beroep
In het belang van het gemeenschappelijk
o Wederbeleggingen bv. erfenis die deels /
vermogen, zelfs indien door één partner
volledig in vastgoed zit, wat voor
aangegaan
rendement zorgt
Van giften voor hen beiden
Eigen karakter moet bewezen worden
Onderhoudsuitkeringen voor kinderen van één
Het gemeenschappelijk vermogen: iedere echtgenoot van beiden
heeft gelijke rechten, belang van het gezin alles Niet bewezen dat ze eigen zijn
waarvan je niet bewijst dat het eigen is, wordt onder
gemeenschappelijk vermogen gezien
2. Huwelijk onder stelsel scheiding van goederen:
Scheiding van goederen via notaris huwelijkscontract (of wijziging ervan) ondertekenen
Geen gemeenschappelijk vermogen / goederen, maar samen aankopen van goederen =
gewone onverdeeldheid, ieder is 50% eigenaar (kan ook afwijken van %)
Indien partner niet werkt, zal hij/zij ook achter blijven met niks beroepsinkomsten worden hier
niet verdeeld (tegenovergestelde principe van het wettelijk stelsel)
Wettelijk samenwonen = stelsel scheiding van goederen
Bij het gemeentehuis een verklaring afleggen niet gehuwd maar op vermogensvlak zal je
behandeld worden zoals bij scheiding van goederen
Fiscaal recht, het huwelijk
WIB 92 maakt geen onderscheid naargelang geslacht van echtgenoten
Gemeenschappelijke aanslag voor gehuwden
Stelsel van decumul = grootste schouders dragen het zwaarste werk
Beroepsinkomsten van partners worden individueel, afzonder belast = decumul iedere persoon
individueel
Reden decumul: het niet willen benadelen van het huwelijk ten opzichte van andere
samenlevingsvormen
Uitzondering: indien één partner een klein beroepsinkomen heeft, kan er een deel van de andere
partner zijn beroepsinkomen worden ‘geplakt’ bij het kleine beroepsinkomen enkel bij heel grote
verschillen van beroepsinkomen = huwelijks quotiënt
5
, PERSONENBELASTING
Gemeenschappelijke aanslag in personenbelasting
Één aanslag op naam van beide echtgenoten, máár het belastbaar inkomen van iedere echtgenoot
wordt afzonderlijk vastgesteld
Belastingplichtige ben je individueel, elke echtgenoot afzonderlijk (maar je vult wel samen een
aangifte in)
Voor iedere persoon wordt er een belastbare basis vastgesteld = aftrekbare bestedingen
(worden afzonderlijk bepaald) = uitgaven die je doet, maar op bijzondere manier waardoor je er
niet op wordt belast
bv. alimentatie deel van het beroepsinkomen wordt meteen afgestaan aan alimentatie
(ingehouden én dus geen belasting op te betalen) = aftrekbare besteding
Afwijkingen: op algemene principe gemeenschappelijke aanslag voor het jaar van het huwelijk of
wettelijk samenwonen
o Wettelijk samenwonenden die huwen gemeenschappelijke aanslag blijft behouden
o Wettelijk samenwonenden én die huwen binnen hetzelfde jaar individuele aanslag
Pas het jaar nadien wordt je als gemeenschappelijk beschouwd
Einde van een relatie / scheiding:
Feitelijke scheiding = feiten dienen aangetoond te worden dat je gescheiden bent, huwelijk stopt
in de praktijk bv. beide huren apart een
Echtscheiding = via de rechter een scheiding ontbinden, rechter dient zich hierover uit te spreken
(pas nádat rechter zich uitspreekt wordt je individueel belast)
Jaar NA feitelijke scheiding , voorwaarde: feitelijke scheiding is niet ongedaan gemaakt
Jaar overlijden van één van de echtgenoten keuze gemeenschappelijk of individuele
aanslag
o effect: huwelijksquotiënt: indien een van de partners een groot beroepsinkomen heeft
en de andere een klein inkomen, mag er een deel overgedragen worden (interessant
om gemeenschappelijk belast te worden)
o geldt uiteraard enkel voor één jaar daarna (daarna heb je geen inkomen meer als
overledenen)
Jaar van de echtscheiding
5 Stelsel van volledige decumul bij een gemeenschappelijke aanslag
Alle belastbare inkomsten van echtgenoten en wettelijk samenwonenden worden volledig
gedecumuleerd vastgesteld en belast door integrale decumul wordt het individu getaxeerd op eigen
inkomsten (per belastingplichtige gesplitste belastbare grondslag
Totale netto- inkomen bestaat uit: (eigen inkomsten van de partner)
Eigen beroepsinkomsten (na toekenning van huwelijksquotiënt of meewerkinkomen)
(beroepsinkomen is gemeenschappelijk, belastingen betaal je alleen)
Persoonlijke diverse inkomsten
Andere ‘eigen inkomsten’ op basis van het vermogensrecht
o onroerende en roerende inkomsten
o diverse inkomsten
(inkomsten zijn enkel belastbaar, bij de echtgenoot die ze behaalt, zijn de inkomsten
gemeenschappelijk dan is het voor 50% belastbaar bij iedere echtgenoot)
Inkomsten van kinderen: beide ouders hebben wettelijk genot voor 50% belastbaar bij iedere
ouder
o alimentatie en beroepsinkomsten zijn eigen voor het kind
o overige wordt voor 50% belast bij ouders
bv. kind erft appartement (onroerend inkomen: 50% vader & 50% moeder
bij scheiding en een van de ouders hertrouwt: 50% moeder, 25% vader, 25% stiefmoeder
50% van de som van alle andere gezamenlijke en onverdeelde inkomsten van beide partners samen
6
, PERSONENBELASTING
Subjectiviteit = niet eerlijk, op basis van meningen
Progressiviteit = toenemend, groeien
Personenbelasting is subjectief: voor elke persoon anders, afhankelijk van persoonlijke situatie bv.
kinderlast, handicap, leeftijd, beroepsactiviteit, … sterkste schouders dragen de zwaarste lasten
Tarief is progressief = stijgend
Aard van de inkomsten (groepen inkomsten):
1) Onroerende inkomsten
2) Roerende inkomsten
3) Diverse inkomsten
4) Beroepsinkomsten
Ook buitenlandse inkomsten worden in deze groepen onderverdeeld
Automatische indexatie
In WIB 92 staan absolute cijfers, worden aangepast via indexatie (met uitzonderingen om budgettaire
redenen) steeds werken met de geïndexeerde bedragen (document Canvas)
Kan leiden tot hoger cijfer dan voorgaande jaar
Cedulair karakter: personenbelasting = kohierbelasting (geen contantenbelasting
Kohier: digitaal, direct betalen (indien je niet betaalt, mag de fiscus een deurwaarder sturen)
Voorheffingen zijn geen eigenlijke belastingen
6 Berekening van de belasting (per belastingplichtige)
Per belastingplichtige fiscale woonplaats op 01/01 aanslagjaar in een gewest
Federale- & gewestelijke personenbelasting
Via tax on web
Aangifte: zie canvas voor basisdocumenten en voorbeeldformulier (nooit na 18 oktober)
7 Progressieve belasting
Personenbelasting is een progressieve belasting tarief van de belasting stijgt naarmate het inkomen groter wordt
Principe: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten
Progressieve tarieven voor de gezamenlijk belastbare inkomsten
Staat los van de relatievorm huwelijk etc.
Inkomsten worden samen per belastingplichtige opgeteld en samen aan één tarief belast
= progressief tarief = tarief stijgt naarmate er meer van deze inkomsten zijn
Hoe meer inkomen, des te hogere tarieven voor de gezamenlijke belastbare inkomsten (stelsel van
decumul: eigen gezamenlijke inkomsten wat ík verdien wordt opgeteld, wordt gezamenlijk belast aan
progressieve tarieven)
Afzonderlijke belastbare inkomsten = inkomen wordt belast aan een afzonderlijk tarief
bv. dividenden worden aan 30% belast, onafhankelijk van inkomen
Sommige inkomsten worden belast aan een gemiddelde aanslagvoet van het laatste jaar vorige jaar
waarin er een normale beroepswerkzaamheid was bv. ontslagvergoeding
Vrijstellingen en verminderingen
Dubbelbelastingverdragen, volgens OESO- modelverdrag
Dubbele belastingverdragen
Steeds bi lateraal = tussen twee landen
Toch structuur door gebruik van OESO- modelverdrag
Voorkomt dubbele belasting
7
, PERSONENBELASTING
VAK III INKOMSTEN VAN ONROERENDE GOEDEREN
VAK III is bestemd voor het invullen van de inkomsten uit onroerende goederen, behaald buiten de
uitoefening van de beroepswerkzaamheid
1 Uitgangspunt bij belastbare grondslag
Het belastingstelsel van onroerende inkomsten is afhankelijk van de aard en de bestemming van de
onroerende goederen
Aard: gebouwd, onbebouwd, materieel en outillage
Bestemming: eigenaar / huurder, zuiver privé of geheel / gedeeltelijk voor beroepsdoeleinden
Plaats: binnenland of buitenland
Voor in het buitenland gelegen onroerende goederen moet je de gegevens herhalen oog op de
toepassing van de vrijstelling met progressievoorbehoud, waarmee België een dubbelbelastingssysteem
heeft afgesloten
Indien het dubbelbelastingssysteem niet is afgesloten toepassing van belastingvermindering van 50%
1.1 Kadastraal inkomen (KI)
Er wordt een KI vastgesteld voor alle onroerende goederen in België of in het buitenland gelegen
Gebouwd bv. gebouwen, woningen, fabriekspanden, …
Ongebouwd onroerende goederen bv. gronden, bossen, wegen, vijvers
Materieel en outillage die onroerend zijn van nature of door bestemming bv. toestellen,
machines, installaties die in grond zijn geïncorporeerd zoals benzinepompen
Het KI inkomen van gebouwde en ongebouwde onroerende goederen = normale gemiddelde
jaarlijkse netto- inkomen
Vastgesteld o.b.v. normale netto huurwaarde op bepaald referentietijdstip (01/01/1975)
Jaarlijkse indexatie 2024: 2,1763
Afronden tot op de euro
KI = geeft aan wat het goed zou opbrengen, indien het verhuurd wordt fiscus heft hier belastingen
op
In de aangifte moet de belastingplichtige altijd het niet- geïndexeerde kadestraal inkomen invullen
bv. indexatie: niet geïndexeerde KI van een huis bedraagt €900. In 2024 = 900 x 2,1763 = €1958
Bestaan van het KI:
ste
Nieuwbouw: vanaf dag 1 van ingebruikname of 1 verhuring
Verbouwingswerken: verhoogde KI vanaf de dag van de voltooiingswerken (zelf aangeven)
KI nog niet gekend: als er nog geen kadestraal inkomen betekend is op het ogenblik van de
indiening van de aangifte van de personenbelasting, moet de belastingplichtige:
o Uitstel vragen van aangifte
o Niets invullen en nadien bezwaar indienen
Verminderen van het KI wegens onproductiviteit: in verhouding tot de duur en omvang van de
niet- bewoning of onproductiviteit:
o Niet gemeubeld gebouw min. 90 dagen onvrijwillig geen inkomen / gebruikt
(geen inkomen opgebracht) onvrijwillige onproductiviteit
o Gebouw of materieel / outillering voor ten minste van 25% KI vernield is
o Materieel en outillering minimaal 90dagen voor 25% van KI buiten werking is
8
, PERSONENBELASTING
1.2 Brutohuur
Brutohuur = huurprijs + huurvoordelen
Huurprijs = werkelijke ontvangen huurinkomsten
Vooruitbetaling meerdere jaren:
o Bedrag gelijk verdelen over de periode waarop de betaling betrekking heeft, mits
schriftelijk akkoord van de belastingplichtige
o Als het contract van onbepaalde duur is, of bij gebrek aan een huurcontract, mag de
vooruitbetaalde huur gespreid worden over 3 jaar
Huurvoordelen = kosten die de eigenaar normaal moet dragen, maar die om bepaalde redenen
ten laste gelegd worden van de huurder bv. verbeteringswerken, herstellingen, onroerende
voorheffing
Huurlast voor de huurder (en huurvoordeel voor de verhuurder) veronderstelt dat de
huurder de verplichting heeft om het voorwerp van de huurlast uit te voeren en dat de
verhuurder het recht heeft om de uitvoering ervan te eisen opgelegd in juridische zin
o = opgenomen in huurcontract = verplichting voor de huurder
Huurvoordeel uitgave:
o eenmalige uitgave van de huurder bedrag wordt verdeeld over de gehele duur van
de huurovereenkomst
o in de loop van de huurovereenkomst: aantal jaren dat de huurovereenkomst nog loopt,
te rekenen vanaf 1 januari van het belastbare tijdperk waarin die last is betaalt of
gedragen
o onbepaalde duur of geen geschreven huurovereenkomst eenmalige uitgave wordt
verdeeld over 3 jaar
Persoonlijke lasten van de huurder (verwarming, water) die door de eigenaar worden
gedragen en niet door de huurder worden terugbetaald dienen afgetrokken te worden
van de huurprijs en -voordelen
In buitenland gelegen onroerende goederen: belastingen reeds in buitenland betaald op die
onroerende goederen mogen niet worden afgetrokken van de brutohuur
1.3 Vrijstelling van het onroerend inkomen in de personenbelasting
Het onroerend inkomen wordt vrijgesteld van aangifte in de personenbelasting in onderstaande situaties:
1) Onroerende goederen bestemd voor weldadigheidsdoeleinden
Er geldt een vrijstelling voor het kadestraal inkomen van in de Europese Economische Ruimte
gelegen onroerende goederen (gebouwen of gronden) of delen van onroerende goederen die
een belastingplichtige of bewoner zonder winstoogmerk heeft bestemd voor:
- Erediensten, onderwijs en vestigen van rusthuizen, ziekenhuizen, vakantiehuizen voor kinderen
of gepensioneerden of andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen
Voor deze onroerende goederen geldt er ook een vrijstelling van de onroerende voorheffing
Omdat het kadestraal inkomen is vrijgesteld, betekent dit dat het onroerend goed niet mag
worden aangegeven in de personenbelasting
2) Onroerende goederen verhuurd in het kader van loopbaanpacht
Pacht voor vaste periode
Vanaf afsluiten contract tot pachter 65 jaar is, looptijd is min. 27 jaar
Gebouwen en grond
KI en huur niet aangeven
3) Onroerend inkomen van de eigen woning:
Eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder
Bewoningsverplichting
Sociale / beroepsredenen
Niet het deel dat beroepsmatig gebruikt wordt of bewoond wordt door iemand anders dan
een gezinslid
9
Meerdere woningen zelf betrekken: de fiscale woonplaats is eigen woning in dit geval