Overheidsfinanciën samenvatting
HOOFDSTUK + – SYLLABUS WET WOZ EN GEMEENTELIJKE HEFFINGEN.............................................1
+.1 INLEIDING.....................................................................................................................................1
+.2 OBJECTAFBAKENING........................................................................................................................1
+.3 DE WAARDE..................................................................................................................................1
+.4 SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN.........................................................................................................2
+.4.1 BODEMVERONTREINIGING...............................................................................................................2
+.4.2 OMZETBELASTING..........................................................................................................................3
+.5 VRIJSTELLINGEN.............................................................................................................................3
+.6 TAXATIEMETHODEN........................................................................................................................3
+.6.1 WAARDEBEGRIPPEN.......................................................................................................................3
+.6.2 WAARDE IN HET ECONOMISCHE VERKEER...........................................................................................3
+.6.3 GECORRIGEERDE VERVANGINGSWAARDE.............................................................................................4
+.7 GEMEENTELIJKE HEFFINGEN..............................................................................................................4
+.7.1 INLEIDING.....................................................................................................................................4
+.7.2 DE ONROERENDE-ZAAKBELASTING.....................................................................................................4
+.7.3 ROERENDE WOON- EN BEDRIJFSRUIMTEHEFFING..................................................................................5
+.7.4 BAATBELASTING.............................................................................................................................5
+.7.5 TOERISTENBELASTING/VERMAKELIJKHEDENRETRIBUTIE..........................................................................5
+7.6 RIOOLRECHTEN...............................................................................................................................5
+.7.7 REINIGINGSHEFFINGEN....................................................................................................................6
+.7.8 HONDENBELASTING........................................................................................................................6
+.7.9 PARKEERBELASTING........................................................................................................................6
+.7.10 RECLAMEBELASTING.....................................................................................................................6
+.7.11 PRECARIOBELASTING.....................................................................................................................6
+.7.12 FORENSENBELASTING....................................................................................................................6
, Hoofdstuk + – Syllabus Wet WOZ en gemeentelijke heffingen
+.1 Inleiding
De Wet Waardering onroerende zaken is ingevoerd om een uniform waardebegrip voor alle
onroerende zaken te geven, dit wordt in de IB, VPB en onroerende-zaalbelasting gebruikt.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van de waardering, deze vaststelling
wordt daarna aan afnemers zoals de Belastingdienst verstrekt.
Bij de afbakening van het belastingobject en het waardebegrip is aangesloten bij de reeds
bestaande regelgeving in de Gemeentewet.
De waardepeildatum is tegenwoordig jaarlijks, maar in het begin was het om de 4 jaar. In een
belastingjaar wordt de waarde van het vorige jaar genomen.
De WOZ-waarde wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld, per onroerende
zaak 1 beschikking voor zowel de eigenaar als gebruiker. De beschikking wordt binnen 8
weken na het begin van het tijdvak genomen. Binnen 6 weken kun je in bezwaar tegen de
beschikking bij het College van B&W, een bezwaar tegen de OZB geldt ook als een tegen de
WOZ-waarde.
Buiten de bezwaar termijn mogen gemeenten ambtshalve een bewaarschrift honoreren
(Uitv.besl.WOZ). Dit kan bij een bezwaarschrift die indien tijdig ingediend gehonoreerd was
en het verzoek binnen 5 jaar na de beschikking komt, de waarde moet 20% te hoog zijn
ingeschat.
+.2 Objectafbakening
De objectafbakening is de basis voor de waardebepaling (art. 16 WOZ). Tegen een onjuiste
afbakening kun je in bezwaar, als het onjuist blijkt worden de beschikkingen vernietigd,
daarna moet de gemeente een nieuwe waarde vaststellen. Bij de afbakening is aangesloten
bij de Gemw.
Tot het WOZ-object horen ook de objecten welke voor de waardering zijn vrijgesteld.
Afbakening vindt plaats in 3 fasen:
- Eigendom, grenzen van eigendom lopen vaak samen met zakelijke grenzen. De
ondergrond en gebouwde eigendommen zijn dan het belastingobject. Er wordt wel
onderscheid gemaakt in gebouwd en ongebouwd eigendom, dit is relevant voor
vrijstellingen.
- Zelfstandig te gebruiken eenheden, als een gedeelte van het eigendom bedoeld is om
afzonderlijk te gebruiken moet zij apart gewaardeerd worden. Of iets zelfstandig te
gebruiken is beoordeel je naar de feitelijke aard, hiervoor zijn 2 criteria: gedeelte redelijk
afsluitbaar en gebruiker van het gedeelte is niet afhankelijk van voorzieningen elders in
het gebouwd (HR).
- Complexregeling, als twee losse eigendommen aan eenzelfde belastingplichtige behoren
en naar omstandigheden beoordeeld samen gebruikt worden kunnen zij als 1 object
beoordeeld worden. Deze moet dan tezamen gewaardeerd worden.
+.3 De waarde
De waardering wordt gedaan over het WOZ-object met inachtneming van 2 ficties (art. 17
WOZ), het object wordt geacht:
- Volle en onbezwaarde eigendom te zijn, hierdoor hebben zakelijke rechten geen
waardedrukkend effect op het pand.
- Onmiddellijk in volle omvang in gebruik te nemen is, hemen gaat dus uit van een pand in
vrij opleverbare staat.
HOOFDSTUK + – SYLLABUS WET WOZ EN GEMEENTELIJKE HEFFINGEN.............................................1
+.1 INLEIDING.....................................................................................................................................1
+.2 OBJECTAFBAKENING........................................................................................................................1
+.3 DE WAARDE..................................................................................................................................1
+.4 SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN.........................................................................................................2
+.4.1 BODEMVERONTREINIGING...............................................................................................................2
+.4.2 OMZETBELASTING..........................................................................................................................3
+.5 VRIJSTELLINGEN.............................................................................................................................3
+.6 TAXATIEMETHODEN........................................................................................................................3
+.6.1 WAARDEBEGRIPPEN.......................................................................................................................3
+.6.2 WAARDE IN HET ECONOMISCHE VERKEER...........................................................................................3
+.6.3 GECORRIGEERDE VERVANGINGSWAARDE.............................................................................................4
+.7 GEMEENTELIJKE HEFFINGEN..............................................................................................................4
+.7.1 INLEIDING.....................................................................................................................................4
+.7.2 DE ONROERENDE-ZAAKBELASTING.....................................................................................................4
+.7.3 ROERENDE WOON- EN BEDRIJFSRUIMTEHEFFING..................................................................................5
+.7.4 BAATBELASTING.............................................................................................................................5
+.7.5 TOERISTENBELASTING/VERMAKELIJKHEDENRETRIBUTIE..........................................................................5
+7.6 RIOOLRECHTEN...............................................................................................................................5
+.7.7 REINIGINGSHEFFINGEN....................................................................................................................6
+.7.8 HONDENBELASTING........................................................................................................................6
+.7.9 PARKEERBELASTING........................................................................................................................6
+.7.10 RECLAMEBELASTING.....................................................................................................................6
+.7.11 PRECARIOBELASTING.....................................................................................................................6
+.7.12 FORENSENBELASTING....................................................................................................................6
, Hoofdstuk + – Syllabus Wet WOZ en gemeentelijke heffingen
+.1 Inleiding
De Wet Waardering onroerende zaken is ingevoerd om een uniform waardebegrip voor alle
onroerende zaken te geven, dit wordt in de IB, VPB en onroerende-zaalbelasting gebruikt.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van de waardering, deze vaststelling
wordt daarna aan afnemers zoals de Belastingdienst verstrekt.
Bij de afbakening van het belastingobject en het waardebegrip is aangesloten bij de reeds
bestaande regelgeving in de Gemeentewet.
De waardepeildatum is tegenwoordig jaarlijks, maar in het begin was het om de 4 jaar. In een
belastingjaar wordt de waarde van het vorige jaar genomen.
De WOZ-waarde wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld, per onroerende
zaak 1 beschikking voor zowel de eigenaar als gebruiker. De beschikking wordt binnen 8
weken na het begin van het tijdvak genomen. Binnen 6 weken kun je in bezwaar tegen de
beschikking bij het College van B&W, een bezwaar tegen de OZB geldt ook als een tegen de
WOZ-waarde.
Buiten de bezwaar termijn mogen gemeenten ambtshalve een bewaarschrift honoreren
(Uitv.besl.WOZ). Dit kan bij een bezwaarschrift die indien tijdig ingediend gehonoreerd was
en het verzoek binnen 5 jaar na de beschikking komt, de waarde moet 20% te hoog zijn
ingeschat.
+.2 Objectafbakening
De objectafbakening is de basis voor de waardebepaling (art. 16 WOZ). Tegen een onjuiste
afbakening kun je in bezwaar, als het onjuist blijkt worden de beschikkingen vernietigd,
daarna moet de gemeente een nieuwe waarde vaststellen. Bij de afbakening is aangesloten
bij de Gemw.
Tot het WOZ-object horen ook de objecten welke voor de waardering zijn vrijgesteld.
Afbakening vindt plaats in 3 fasen:
- Eigendom, grenzen van eigendom lopen vaak samen met zakelijke grenzen. De
ondergrond en gebouwde eigendommen zijn dan het belastingobject. Er wordt wel
onderscheid gemaakt in gebouwd en ongebouwd eigendom, dit is relevant voor
vrijstellingen.
- Zelfstandig te gebruiken eenheden, als een gedeelte van het eigendom bedoeld is om
afzonderlijk te gebruiken moet zij apart gewaardeerd worden. Of iets zelfstandig te
gebruiken is beoordeel je naar de feitelijke aard, hiervoor zijn 2 criteria: gedeelte redelijk
afsluitbaar en gebruiker van het gedeelte is niet afhankelijk van voorzieningen elders in
het gebouwd (HR).
- Complexregeling, als twee losse eigendommen aan eenzelfde belastingplichtige behoren
en naar omstandigheden beoordeeld samen gebruikt worden kunnen zij als 1 object
beoordeeld worden. Deze moet dan tezamen gewaardeerd worden.
+.3 De waarde
De waardering wordt gedaan over het WOZ-object met inachtneming van 2 ficties (art. 17
WOZ), het object wordt geacht:
- Volle en onbezwaarde eigendom te zijn, hierdoor hebben zakelijke rechten geen
waardedrukkend effect op het pand.
- Onmiddellijk in volle omvang in gebruik te nemen is, hemen gaat dus uit van een pand in
vrij opleverbare staat.