Samenvatting Ruimtelijk beleid en planning 2 De Rooy Zino
1) Gastcollege Vlaams Bouwmeester
a. Aan elk gebouw ligt een concept aan de oorsprong
b. Architectuur is gebonden aan context, footprint, karakter en sociale ambitie
i. Bv past het bij het straatbeeld
ii. Publieke ruimte delen met anderen
c. Het team vlaams bouwmeester blijft hetzelfde
i. Ervaring en wetenschap
d. Ondersteuning publieke bouwheren met oog op kwaliteitsverhoging
i. Begeleiden en inspireren
ii. Visievorming en reflectie met oog op architectuurkwaliteit
e. Meer ruimtelijke kwaliteit ipv kwantiteit
i. Bouwshift, ontharding, samenwonen
2) Gastcollege mobiliteit
a. Mensen doen gemiddeld 3 verplaatsingen per dag en zijn 70minuten onderweg
b. Wet van Lindy: iets wat al lang bestaat heeft meer kans om te blijven bestaan
c. 3 D’s: dichtheid (nabijheid), diversiteit (functiemix), design (vervoer aantrekkelijk
maken)
3) Gastcollege provincie
a. Vergunning grote bedrijven, fietsostrades, provinciale domeinen,
overstromingsgebieden
b. Beleidsplan:
i. Doel: ruimte creëren om te kampen met meer mensen, meer activiteit, meer
mobiliteit en nieuwe uitdagingen
ii. Overeenkomst, afspraken, principes visie
1. Principes
a. Zuinig ruimtegebruik:
i. efficiënt gebruik, verspilling ruimte voorkomen
b. Nabijheid:
i. Beperken van verplaatsingen
c. Bereikbaarheid:
i. Verplaatsen gemakkelijker maken
d. Veerkracht
i. Vrije en bebouwde ruimte versterken
e. Eigenheid
i. Op een aangename manier in de kernen kunnen
werken, wonen, ontspannen,…
iii. 3 beleidskaders:
1. Ruimte en mobiliteit
2. Sterke kernen
3. Verdichten en ontdichten
iv. 15 minutenplan: alle basisbehoefte moeten binnen 15min fietsen of
wandelen van uw woning te vinden zijn.
4) Gastcollege Tom Coppens
a. Ruimtebeslag = ruimte die ingenomen is voor menselijke activiteiten: wonen,
industrie, recreatie, infrastructuur,…
i. = 33% van vlaanderen
b. Verspreid wonen: problemen met openbaar vervoer, langer onderweg, meer gebruik
wagen, hogere kosten infrastructuur (hogere belastingen)
, Samenvatting Ruimtelijk beleid en planning 2 De Rooy Zino
c. RO in 3 episodes:
i. Gewestplan
1. Zones vastleggen om na-oorlogse wildgroei tegen te gaan
2. Prijsverschil in zones zorgt voor bijkomende linten en
woonuitbreidingsgebieden
3. Opvulregel: landbouwgebied tussen 2 bebouwde percelen die max
70m uit elkaar liggen wordt bouwgrond.
ii. Structuurplan
1. Zorgen dat minder wordt gebouwd en investering in stadsomgeving
a. Afbakeningsplannen: stad wordt afgebakend, alles
daarbuiten is buitengebied
2. Afschaffen opvulregel
3. Zonevreemde woningen: krijgen vergunningen voor uitbreidingen ->
nog meer bouw waar het niet mocht
4. Priaks: werden toegelaten in woonuitbreidingsgebieden omdat de
gemeente meer belastingen nodig had
iii. Beleidsplan
1. Bouwshift: van 6ha naar 0ha per dag
2. Herbestemming grond: grond krijgt andere bestemmign
a. Planschade: voor eigenaars die verlies van waarde van grond
lijden
d. Oplossingen
i. Regelgeving en uitzonderingen afschaffen en vereenvoudigen
ii. Uitgangspunt moet planning worden: visie vormen en vergunningen toetsen
aan die visie
iii. Mensen die ver van dorpskern wonen meer belasten
iv. Pakt om open ruimte te beschermen.
5) Gastcollege dorpsbouw
a. Verstedelijking dorpen: grote gebouwen en appartementen in smalle straten die niet
thuis horen in een dorp
b. Kernversterking: meer groen overhouden in de dorpskernen (bv publieke ruimte
zoals parking vervangen door groene parken)
i. Aangename wandelomgeving: goede stoep, voordeur langs de straatkant
ii. Stel de vraag: wordt het dorp hier beter van? Niet gewoon bouwen om uit te
breiden
iii. Inzetten op publieke ruimte
iv. Rekening houden met openbaar vervoer
c. Gebouwenpark statbel: tool om bebouwingsgroei etc te zien
Inleiding in ruimtelijke ordening en VCRO:
6) Algemene inhoud VCRO
a. Nood aan structureel en toekomstgericht beleid
b. Evolutie
i. Wet op de stedenbouw
ii. Gewestplan
1. Juridisch vastleggen bestemmingszones
iii. Ruimtelijk structuurplan en RUP
1. Overgang naar gewestbevoegdheid
1) Gastcollege Vlaams Bouwmeester
a. Aan elk gebouw ligt een concept aan de oorsprong
b. Architectuur is gebonden aan context, footprint, karakter en sociale ambitie
i. Bv past het bij het straatbeeld
ii. Publieke ruimte delen met anderen
c. Het team vlaams bouwmeester blijft hetzelfde
i. Ervaring en wetenschap
d. Ondersteuning publieke bouwheren met oog op kwaliteitsverhoging
i. Begeleiden en inspireren
ii. Visievorming en reflectie met oog op architectuurkwaliteit
e. Meer ruimtelijke kwaliteit ipv kwantiteit
i. Bouwshift, ontharding, samenwonen
2) Gastcollege mobiliteit
a. Mensen doen gemiddeld 3 verplaatsingen per dag en zijn 70minuten onderweg
b. Wet van Lindy: iets wat al lang bestaat heeft meer kans om te blijven bestaan
c. 3 D’s: dichtheid (nabijheid), diversiteit (functiemix), design (vervoer aantrekkelijk
maken)
3) Gastcollege provincie
a. Vergunning grote bedrijven, fietsostrades, provinciale domeinen,
overstromingsgebieden
b. Beleidsplan:
i. Doel: ruimte creëren om te kampen met meer mensen, meer activiteit, meer
mobiliteit en nieuwe uitdagingen
ii. Overeenkomst, afspraken, principes visie
1. Principes
a. Zuinig ruimtegebruik:
i. efficiënt gebruik, verspilling ruimte voorkomen
b. Nabijheid:
i. Beperken van verplaatsingen
c. Bereikbaarheid:
i. Verplaatsen gemakkelijker maken
d. Veerkracht
i. Vrije en bebouwde ruimte versterken
e. Eigenheid
i. Op een aangename manier in de kernen kunnen
werken, wonen, ontspannen,…
iii. 3 beleidskaders:
1. Ruimte en mobiliteit
2. Sterke kernen
3. Verdichten en ontdichten
iv. 15 minutenplan: alle basisbehoefte moeten binnen 15min fietsen of
wandelen van uw woning te vinden zijn.
4) Gastcollege Tom Coppens
a. Ruimtebeslag = ruimte die ingenomen is voor menselijke activiteiten: wonen,
industrie, recreatie, infrastructuur,…
i. = 33% van vlaanderen
b. Verspreid wonen: problemen met openbaar vervoer, langer onderweg, meer gebruik
wagen, hogere kosten infrastructuur (hogere belastingen)
, Samenvatting Ruimtelijk beleid en planning 2 De Rooy Zino
c. RO in 3 episodes:
i. Gewestplan
1. Zones vastleggen om na-oorlogse wildgroei tegen te gaan
2. Prijsverschil in zones zorgt voor bijkomende linten en
woonuitbreidingsgebieden
3. Opvulregel: landbouwgebied tussen 2 bebouwde percelen die max
70m uit elkaar liggen wordt bouwgrond.
ii. Structuurplan
1. Zorgen dat minder wordt gebouwd en investering in stadsomgeving
a. Afbakeningsplannen: stad wordt afgebakend, alles
daarbuiten is buitengebied
2. Afschaffen opvulregel
3. Zonevreemde woningen: krijgen vergunningen voor uitbreidingen ->
nog meer bouw waar het niet mocht
4. Priaks: werden toegelaten in woonuitbreidingsgebieden omdat de
gemeente meer belastingen nodig had
iii. Beleidsplan
1. Bouwshift: van 6ha naar 0ha per dag
2. Herbestemming grond: grond krijgt andere bestemmign
a. Planschade: voor eigenaars die verlies van waarde van grond
lijden
d. Oplossingen
i. Regelgeving en uitzonderingen afschaffen en vereenvoudigen
ii. Uitgangspunt moet planning worden: visie vormen en vergunningen toetsen
aan die visie
iii. Mensen die ver van dorpskern wonen meer belasten
iv. Pakt om open ruimte te beschermen.
5) Gastcollege dorpsbouw
a. Verstedelijking dorpen: grote gebouwen en appartementen in smalle straten die niet
thuis horen in een dorp
b. Kernversterking: meer groen overhouden in de dorpskernen (bv publieke ruimte
zoals parking vervangen door groene parken)
i. Aangename wandelomgeving: goede stoep, voordeur langs de straatkant
ii. Stel de vraag: wordt het dorp hier beter van? Niet gewoon bouwen om uit te
breiden
iii. Inzetten op publieke ruimte
iv. Rekening houden met openbaar vervoer
c. Gebouwenpark statbel: tool om bebouwingsgroei etc te zien
Inleiding in ruimtelijke ordening en VCRO:
6) Algemene inhoud VCRO
a. Nood aan structureel en toekomstgericht beleid
b. Evolutie
i. Wet op de stedenbouw
ii. Gewestplan
1. Juridisch vastleggen bestemmingszones
iii. Ruimtelijk structuurplan en RUP
1. Overgang naar gewestbevoegdheid