100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting praktische economie Module 1 H3 en Module 2 H1

Rating
-
Sold
-
Pages
7
Uploaded on
30-12-2024
Written in
2024/2025

Een samenvatting over hoofdstuk 3 van module 1 en hoofdstuk 1 van module 2. Het is een overzichtelijke samenvatting, de belangrijke kenmerken / begrippen zijn onderstreept. Ik heb hier een mooi cijfer mee behaald :)

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Module 1 hoofdstuk 3 en module 2 hoofdstuk 1
Uploaded on
December 30, 2024
Number of pages
7
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Geld, smeerolie van ruil
Vroeger geen geld, het is niet praktisch om alle ruilverhoudingen vast te
stellen. Oplossing: bepaal voor alle middelen een ruilverhouding ten
opzichte van een en hetzelfde middel: geld. De ruilverhoudingen tot geld
heten: prijzen. Geld heeft 3 functies: ruilmiddel, oppotmiddel en
rekenmiddel.

Door geld als ruilmiddel te gebruiken, wordt een directe ruil vervangen
door een indirecte ruil. Je gebruikt geld als tussenmiddel. Geld ruilen
voor een middel heet: betalen. Geld is een betaalmiddel. Ieder land of
regio heeft zijn eigen betaalmiddel, dit heet de valuta. De
transactiekosten van een ruil worden enorm verlaagd door het bestaan
van geld.

Geld maakt het mogelijk te ruilen over de tijd. Door bijvoorbeeld je geld
op de bank te zetten, kan je het later nog gebruiken. Geld is dan een
oppotmiddel.

Met geld kun je gemakkelijk rekenen. Geld als rekenmiddel is een
abstracte vorm van geld (bij een rekensom hoeft er geen concreet geld
aan te pas te komen) Er wordt geen middel afgedragen of een dienst
afgenomen. Geld als rekenmiddel is een waardemeter (het gaat namelijk
om de geldwaarde van middelen).

Geld moet aan 4 technische vereisten voldoen:
- het moet deelbaar zijn
- het moet handzaam zijn (makkelijk mee te nemen)
- het moet duurzaam zijn
- het moet niet makkelijk na te maken zijn

Een geldwissel is een officieel document waarop het aantal en soort
munten stond dat naar de bank was gebracht. Op den duur gingen
mensen de geldwissel zelfs als betaalmiddel gebruiken, hierdoor
veranderden geldwissels geleidelijk in bankbiljetten.

We spreken nu van fiduciair geld. Dat betekent dat het geld zijn waarde
ontleent aan het vertrouwen dat mensen erin hebben. Dus niet de

, waarde van het materiaal. Modern geld komt voor als chartaal geld en
giraal geld. Chartaal zijn de briefjes en muntjes. Giraal staat op je
bankrekening. Om het vertrouwen in giraal geld te behouden is het
belangrijk dat dit direct is om te zetten in chartaal geld.

De intrinsieke waarde is de waarde van het materiaal. De nominale
waarde is gelijk aan de denominatie: de waarde die op het geld gedrukt
staat. Het wordt ook wel extrinsieke waarde genoemd. De reële waarde is
de koopkracht van geld: de hoeveelheid middelen die je kan kopen voor
het geld. Wordt ook wel interne waarde genoemd. De externe waarde is
de waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt. Ook wel de
wisselkoers.

De nominale waarde blijft altijd gelijk. De intrinsieke waarde van geld
verandert wel (de waarde van het materiaal). De reële waarde verandert
ook. Meestal naar beneden, je kan steeds minder middelen van je geld
kopen. Dit heet geldontwaarding en wordt veroorzaakt door inflatie: de
stijging van het algemeen prijspeil. Het algemeen prijspeil is de
gemiddelde prijs van een groep goederen of diensten. Dus door inflatie
daalt de reële waarde van geld ( de koopkracht). De externe waarde
wordt bepaald door de wisselkoers. Bij vaste wisselkoersen kan de
waarde niet veranderen, het staat in een vaste verhouding. Bij een
zwevende wisselkoers kan de externe waarde wel veranderen. De
wisselkoers wordt hierbij bepaald door vraag en aanbod op de
valutamarkt. Iedere regio is vrij om te kiezen voor een vaste of zwevende
wisselkoers. Chartaal geld blijft in omloop zolang de nominale waarde
(waarde op briefje)> intrinsieke waarde (waarde materiaal)

Als er meer geld in omloop komt, ontstaat er inflatie en daalt de reële
waarde van dat geld.

Het in omloop brengen van chartaal geld en het reguleren van de girale
geldhoeveelheid is wettelijk voorbehouden aan een onafhankelijke
instantie: de centrale bank. De centrale bank is de bank van de banken.
Alle andere banken hebben een bankrekening bij deze bank.
(Bijvoorbeeld: Rabobank, ING) De Nederlandsche Bank (DNB) is de
centrale bank van Nederland. De DNB is weer onderdeel van een

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
femkestudy
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
18
Member since
2 year
Number of followers
9
Documents
21
Last sold
2 months ago
Femkestudy

Ik verkoop handige samenvattingen tegen een goede prijs, neem snel een kijkje en laat een beoordeling achter :)

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions