SK | Samenvatting H1 – H6
H1
1.1 stofeigenschappen
Scheikunde = stoffen
Mengsel = 2 of meer stoffen bijv. zeewater en melk
Zuivere stof = een stof bijv. suiker
Stof verandert in een andere stof = chemische reactie
Elke stof heeft unieke eigenschappen = stofeigenschappen
Bijv smelt en kookpunt
Smeltpunt = 0 graden bij water
Kookpunt = 100 graden bij water
Massa, volume = geen stofeigenschap
Dichtheid = combi van massa en volume dichtheid is wel stofeigenschap
(bepalen waar de stof van gemaakt is)
Dichtheid = massa : volume in g/ml of kg/m3
1.2 Veiligheid
Stoffen kunnen gevaarlijk zijn gevarenpictogrammen
H zinnen = gezondheidsgevaren
P zinnen = voorkomen van ongelukken
1.3 Faseveranderingen
, Fasen = vast, vloeibaar en gas
S, L en G
Zuivere stof smeltpunt/kookpunt
Mengsel smelttraject/kooktraject
C + 273 = K
K – 273 = C
1.4 Soorten mengsels en PH
Oplossing = mengsel van s, l, g in een vloeistof helder, kleurloos of gekleurt
Suspensie = troebel, kan er niet doorheen kijken
Emulsie = troebel mengsel van 2 vloeistoffen Emulgator is een extra stof die
ervoor zorgt dat het niet ontmengt.
Oplossingen kunnen zuur, neutraal of basisch zijn
Zure oplossingen geldt: PH < 7
Basische oplossingen geldt: PH > 7
Neutrale oplossingen geldt: PH = 7
Je meet de PH met PH papier
H2 Bouwstenen van stoffen
2.1 Macro en Micro
Macro = kun je waarnemen met je zintuigen
H1
1.1 stofeigenschappen
Scheikunde = stoffen
Mengsel = 2 of meer stoffen bijv. zeewater en melk
Zuivere stof = een stof bijv. suiker
Stof verandert in een andere stof = chemische reactie
Elke stof heeft unieke eigenschappen = stofeigenschappen
Bijv smelt en kookpunt
Smeltpunt = 0 graden bij water
Kookpunt = 100 graden bij water
Massa, volume = geen stofeigenschap
Dichtheid = combi van massa en volume dichtheid is wel stofeigenschap
(bepalen waar de stof van gemaakt is)
Dichtheid = massa : volume in g/ml of kg/m3
1.2 Veiligheid
Stoffen kunnen gevaarlijk zijn gevarenpictogrammen
H zinnen = gezondheidsgevaren
P zinnen = voorkomen van ongelukken
1.3 Faseveranderingen
, Fasen = vast, vloeibaar en gas
S, L en G
Zuivere stof smeltpunt/kookpunt
Mengsel smelttraject/kooktraject
C + 273 = K
K – 273 = C
1.4 Soorten mengsels en PH
Oplossing = mengsel van s, l, g in een vloeistof helder, kleurloos of gekleurt
Suspensie = troebel, kan er niet doorheen kijken
Emulsie = troebel mengsel van 2 vloeistoffen Emulgator is een extra stof die
ervoor zorgt dat het niet ontmengt.
Oplossingen kunnen zuur, neutraal of basisch zijn
Zure oplossingen geldt: PH < 7
Basische oplossingen geldt: PH > 7
Neutrale oplossingen geldt: PH = 7
Je meet de PH met PH papier
H2 Bouwstenen van stoffen
2.1 Macro en Micro
Macro = kun je waarnemen met je zintuigen