INSTRUMENTELE ANALYSE
BIOMEDISCHE LABORATORIUMTECHNOLOGIE
Laura Pauwels | FBT/2C | 2023-2024
,H1 : UV-VIS SPECTROFOTOMETRIE
1. Terug naar grondtoestand + energie
2. Niet terug naar grondtoestand maar
omgezet tot iets anders
3. Terug naar grondtoestand +
licht/energie(hv)
1.1 LAMBERT-BEER !!!
De afname van intensiteit van monochromatische straling die invalt op een absorberend
milieu is recht evenredig met
de intensiteit van de opvallende straling
de hoeveelheid materiaal in de lichtweg
Wit licht -> polychromatisch (verschillende golflengtes)
Monochromatisch (1 golflengte) -> bestaat bijna niet
B is uw weglengte
1.1.1 DE WET
Telkens als de intensiteit een molecule gaat tegen
komen gaat deze afnemen
Delta I is uw totale verandering
PAGE 1
,1.1.2 AFLEIDINGEN
Indien b = constant (1 cm) én monochromatisch licht
A = + ελ c of A = f (c)
Indien ελ gekend: c uit A
Indien ελ niet (accuraat genoeg) gekend: ijklijn
Indien b = constant (1cm) en C = constant
A = f (λ)
Zichtbaar spectrum = 400-800
Zitten we onder 400 -> UV
We gaan of een top of een dal meten
We gebruiken hier zichtbaar licht
Kaliumpermanganaat is paars van
kleur
We hebben altijd wel verlies van intensiteit
van de straal
In theorie zien we dit niet zo
Al het licht wordt geabsorbeerd (kan in
werkelijkheid niet)
1.1.3 TRANSMISSIE
Wordt minder gebruikt -> we hebben hier
geen mooi lineair verband
We gaan heel veel meer punten moeten
bepalen om een mooie recht te kunnen
hebben
Geen transmissie -> we steken er een plaatje
voor
Het licht gaat er niet door
PAGE 2
, 1.1.4 OEFENING
De molaire extinctiecoëfficiënt van het gekleurde reactieproduct bij een glucosebepaling
is 3000 l/mol cm. De gemeten absorbantie in een 1 cm cuvet is 0,935. De oplossing werd
bereid door 20,00 ml glucose stockoplossing te mengen met 10,00 ml kleurreagens en
50,00 ml AD.
A. Bereken de concentratie van de glucose stockopl.
B. Hoeveel mg glucose (180,16 g/mol) werd afgewogen om 1000 ml stockoplossing
te bekomen?
C. Bereken het procent transmissie van de meetoplossing indien gemeten wordt in
een 2 cm cuvet.
Kans op een oef op het examen is zo goed als 0
A en B zijn het belangrijkste en zouden heel miss gevraagd worden
a) 0,935 = 3000 . C . 1
c = 0,3117 mM
(20 + 10 + 50)
c . 4 = 1,2467
b) C . MM = 1,2467 . 180,16 = 224,6
c) Gaat hij nooit vragen
T% = 10 - ελ c b + 2
= 10 – (3000 . 0,0003117 . 2)+2
= 1,35
1.1.5 METEN IN DE PRAKTIJK
oplosmiddel is uw blanco
Intensiteit dat hier doorkomt noemen
we I0 ook al is dit in het werkelijkheid
niet
Enkel in de oplossing zit de stof die je
wilt meten
We maken dus altijd foutjes
Zijn relatief klein normaal
PAGE 3
BIOMEDISCHE LABORATORIUMTECHNOLOGIE
Laura Pauwels | FBT/2C | 2023-2024
,H1 : UV-VIS SPECTROFOTOMETRIE
1. Terug naar grondtoestand + energie
2. Niet terug naar grondtoestand maar
omgezet tot iets anders
3. Terug naar grondtoestand +
licht/energie(hv)
1.1 LAMBERT-BEER !!!
De afname van intensiteit van monochromatische straling die invalt op een absorberend
milieu is recht evenredig met
de intensiteit van de opvallende straling
de hoeveelheid materiaal in de lichtweg
Wit licht -> polychromatisch (verschillende golflengtes)
Monochromatisch (1 golflengte) -> bestaat bijna niet
B is uw weglengte
1.1.1 DE WET
Telkens als de intensiteit een molecule gaat tegen
komen gaat deze afnemen
Delta I is uw totale verandering
PAGE 1
,1.1.2 AFLEIDINGEN
Indien b = constant (1 cm) én monochromatisch licht
A = + ελ c of A = f (c)
Indien ελ gekend: c uit A
Indien ελ niet (accuraat genoeg) gekend: ijklijn
Indien b = constant (1cm) en C = constant
A = f (λ)
Zichtbaar spectrum = 400-800
Zitten we onder 400 -> UV
We gaan of een top of een dal meten
We gebruiken hier zichtbaar licht
Kaliumpermanganaat is paars van
kleur
We hebben altijd wel verlies van intensiteit
van de straal
In theorie zien we dit niet zo
Al het licht wordt geabsorbeerd (kan in
werkelijkheid niet)
1.1.3 TRANSMISSIE
Wordt minder gebruikt -> we hebben hier
geen mooi lineair verband
We gaan heel veel meer punten moeten
bepalen om een mooie recht te kunnen
hebben
Geen transmissie -> we steken er een plaatje
voor
Het licht gaat er niet door
PAGE 2
, 1.1.4 OEFENING
De molaire extinctiecoëfficiënt van het gekleurde reactieproduct bij een glucosebepaling
is 3000 l/mol cm. De gemeten absorbantie in een 1 cm cuvet is 0,935. De oplossing werd
bereid door 20,00 ml glucose stockoplossing te mengen met 10,00 ml kleurreagens en
50,00 ml AD.
A. Bereken de concentratie van de glucose stockopl.
B. Hoeveel mg glucose (180,16 g/mol) werd afgewogen om 1000 ml stockoplossing
te bekomen?
C. Bereken het procent transmissie van de meetoplossing indien gemeten wordt in
een 2 cm cuvet.
Kans op een oef op het examen is zo goed als 0
A en B zijn het belangrijkste en zouden heel miss gevraagd worden
a) 0,935 = 3000 . C . 1
c = 0,3117 mM
(20 + 10 + 50)
c . 4 = 1,2467
b) C . MM = 1,2467 . 180,16 = 224,6
c) Gaat hij nooit vragen
T% = 10 - ελ c b + 2
= 10 – (3000 . 0,0003117 . 2)+2
= 1,35
1.1.5 METEN IN DE PRAKTIJK
oplosmiddel is uw blanco
Intensiteit dat hier doorkomt noemen
we I0 ook al is dit in het werkelijkheid
niet
Enkel in de oplossing zit de stof die je
wilt meten
We maken dus altijd foutjes
Zijn relatief klein normaal
PAGE 3