Dit is een samenvatting van het vak calculaties. Deze samenvatting is geschreven in het schooljaar 2019/2020 voor de opleiding marketing en communicatie niveau 4, versneld.
HOOFDSTUK 1 BALANS EN FINANCIERINGSVORMEN
DE BALANS
Een balans geeft een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen
van een onderneming op een bepaald moment. Heeft 2 zijden.
1. Activazijde of debetzijde (wat heeft de onderneming qua geld?)
2. Passivazijde of creditzijde (hoe is de onderneming aan het geld gekomen, de
schulden?)
Balans
Debet Credit
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Kort vreemd vermogen
Liquide middelen Lang vreemd vermogen
Totaal activa Totaal passiva
Vaste activa = gebouwen, grond en transportmiddelen
Vlottende activa = voorraden of debiteuren
Liquide middelen = banksaldo, kasgeld of spaarsaldo
Credit is schulden.
Schulden hebben een termijn langer dan een jaar of korten dan een jaar.
Langer dan een jaar zijn hypotheekschulden en een lening langer dan een jaar
Korter dan een jaar zijn bankkredieten en crediteuren
ACTIVAZIJDE VAN DE BALANS
Vaste activa bestaat uit materiële zaken, zoals gebouwen, terreinen en
transportmiddelen. Maar ook een patent of auteursrecht. Deze twee heten immateriële
activa.
Financiële vaste activa behoort ook tot vaste activa. Denk aan dat jouw bedrijf mede-
eigenaar is van een ander bedrijf. In de vorm van aandelenkapitaal.
Vaste activa is duurzaam, het is lastig om ze te verkopen.
Vlottende activa zijn zaken die als geld aanwezig zijn of die je binnen een jaar kunt
omzetten in geld zoals voorraden of debiteuren.
Debiteuren: bedrijven of klanten waarvan de onderneming nog geld krijgt.
Het totaal hiervan is het werkkapitaal.
Liquide middelen zijn zaken waarover je snel kunt beschikken: banksaldo, kassaldo. LM is
een onderdeel van vlottende activa. Hiermee kun je op korte termijn aan je
betalingsverplichting voldoen = liquiditeit van de onderneming.
PASSIVAZIJDE VAN DE BALANS
- Eigen vermogen
- Uitstaande schulden
o Voor lange termijn zoals hypothecaire lening
o Korter dan 1 jaar zoals leverancierskrediet (pas na 60 dagen betalen)
,BEGROTING EN RESULTATENREKENING
Welke inkomsten en uitgaven kan een ondernemer verwachten? Inkomsten is de omzet.
Inschatting van de omzet die hij zal behalen in een jaar heet een begroting. De begroting
bevat:
Een beginbalans;
Een resultatenrekening (winst-en verliesrekening)
Een eindbalans
De balans geeft een financiële positie weer van een bepaald moment.
Aan het eind van het jaar wordt de eindrekening opgesteld. Dit zijn de werkelijke kosten.
Zijn de kosten van de begroting behaald?
Bruto omzet is de totale opbrengsten (Ex. BTW)
Netto omzet is de opbrengst uit de verkoop van goederen of diensten (ex btw) onder
aftrek van eventuele kortingen.
Brutowinst is de opbrengst – de inkoop en productiekosten
Nettowinst is de totale opbrengsten – de totale kosten
Economisch resultaat is het resultaat na aftrek van salaris en na aftrek van een
vergoeding op EV.
FINANCIERINGSVORMEN
1. Bank;
Bekendste leningsvormen bij de bank:
Hypothecaire lening. Is officieel geregistreerd goed. Bank is
hypotheeknemer en ondernemer is hypotheekgever.
Bestaat uit 4 onderdelen: hypotheekrente, inleg aflossing, verzekering
Banklening. Een lening zonder onderpand gevraagd wordt.
Bankgarantie. Zekerheid aan de leverancier dat de spullen betaald worden
Leasing, Je betaalt voor het gebruik van objecten zoals een leaseauto.
Nadeel is dat het nooit je eigendom wordt.
Financial lease: soort huurcontract met mogelijkheid tot verlenging
Operational lease:
2. Familie en vrienden;
3. Crowdfunding; een publiek dat ineresse heeft, kan geld uitlenen.
4. Kredietunie;
5. Ketenfinanciering.
1
, HOOFDSTUK 2 BEGROTEN
Alle bedrijven, overheden, instellingen en stichtingen die met geldstromen te maken
hebben, moeten een begroting maken. Een begroting is een overzicht met daarin
verwachte inkomsten en uitgaven. Het geeft de financiële positie van het bedrijf weer op
een bepaald moment.
Een begroting bevat:
Een beginbalans
Een resultatenrekening (winst- en verliesrekening)
Een eindbalans
BUDGET
Uit de begroting kan het budget worden toegekend aan een afdeling of een bepaalde
activiteit. Denk aan personeelsbudget.
Budget is een financiële planning op korte termijn
Soorten budgetten:
- Vast budget: er wordt gewerkt met een vast bedrag
- Variabel budget: budget dat afhankelijk is van de omzet
- Gemengd budget
Functies van budgetten:
- Soort huishoudboekje. Wat moet er gehaald worden?
- Taakopdracht. Er wordt een doel gesteld om te halen.
- Controlemiddel
Vooraf een overzicht maken van de opbrengsten en kosten van een nieuw jaar, heet
voorcalculatie.
Achteraf nagaan wat je werkelijk hebt uitgegeven heet een nacalculatie.
Verschil is budgetverschil.
LIQUIDITEITSBEGROTING
Liquiditeit is de mate waarin een bedrijf in staat is om op korte termijn te voldoen aan
haar betalingsverplichtingen.
Liquiditeitsbegroting heet ook wel cashflowbegroting
BTW moet wel worden vermeld (heeft invloed op liquide middelen)
Vermeldt alleen de verwachte inkomsten en uitgaven. Geen
opbrengst/kosten!!!
Verschil tussen opbrengsten en inkomsten:
Inkomsten geeft de werkelijke geldtransactie aan (wanneer geld bedrijf binnenkomt)
Verschil kosten en uitgaven:
Uitgaven zijn bedragen die je daadwerkelijk aan een ander betaalt. Kosten zijn
bedragen die in een bepaalde periode je winst verminderen. Kosten = afschrijvingen
Liquiditeitsbegroting opstellen:
1. Bepaal beginsaldo op 1 januari
2. Stel welke inkomst en uitgaven je maandelijks verwacht
3. Stel vast welke maanden je teveel ontvangt en welke maanden te weinig
4. Werk begroting bij om de maanden te kunnen overbruggen waarin je tekorten
hebt
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tvoortman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.16. You're not tied to anything after your purchase.