S7 – goederenrecht: zakelijke zekerheidsrechten
1 Basisprincipes Belgisch vermogensrecht
Als SE niet betaald wordt door een vennootschap (SA), heeft de SE recht van verhaal op alle goederen van de SA (art. 3.36, eerste
lid BW)
SE kan goederen SA (laten) verkopen om zich met opbrengst te laten betalen (door ‘uitvoerend beslag’)
Verschillende SEs maken tegelijk aanspraak op de(zelfde) goederen v/d SA = ‘samenloop’ (van SEs)
Principe: alle samenlopende SEs worden gelijk behandeld (art. 3.36, tweede lid BW)
Vermogen SA is ontoereikend om alle SEs volledig te betalen (bv. bij faillissement) ‘pondspondsgewijze’ verdeling =
elke SE ontvangt een bedrag in verhouding tot de grootte van zijn vordering
= elke SE in verhouding tot de grootte v zijn schuldvordering (art. 3.36, tweede lid BW)
Voorbeeld ‘pondspondsgewijze’ verdeling tussen samenlopende SEs
De goederen van de SA worden verkocht (= €100)
=> hoe zal worden bepaald welk bedrag elke SE krijgt?
= principe pondsgewijze: SE kan aanspraak maken naargelang de schulden die SA bij die persoon had
Bedrag van zijn vordering / door totaalbedrag van zijn schulden = procent heeft bedrag weer
Afwijking gelijkheidsbeginsel en pondspondsgewijze verdeling: alleen als ‘wettige redenen van voorrang’ (van bepaalde SEs)
bestaan (art. 3.36, tweede lid BW)
Zakelijke zekerheden verschaffen wettige reden van voorrang
o Nl. recht om bij voorrang op andere SEs (zonder zekerheid) te worden betaald met opbrengst goed waarop
zekerheid betrekking heeft (art. 3.5, tweede lid BW)
o Goed dient dus als onderpand/waarborg tot nakoming hoofdverbintenis
o SE mét zakelijke zekerheid: betere rechtspositie dan ‘gewone’ (‘chirografaire’) SE
Belang:
Voor SE: meer zekerheid dat schuldvordering zal worden voldaan; minder risico bij financieel onvermogen SA
Voor SA: kan dankzij bestaan zakelijke zekerheden makkelijk(er) krediet bekomen voor investeringen (bv. aankoop huis)
Voorbeeld verdeling tussen samenlopende SEs zonder & met wettige redenen van voorrang
A gaat failliet – 3 schuldeisers melden zich aan, met volgende schuldvordering
SE 1: 200.000 euro
SE 2: 100.000 euro
SE 3: 100.000 euro
A heeft geen liquide middelen meer. In zijn vermogen bevindt zich alleen nog een OG (huis). Dit huis wordt openbaar verkocht en
brengt 300.000 euro op
Schuld = €400 000 – winst huis = €300 000 -> principe: pondsgewijze verdeling
, Hypothese 1: géén enkel SE heeft een ZZ op het huis. Hoe moet de opbrengst van de verkoop worden verdeeld onder de SEs
=> 200 000 voor SE1 = 50% dus 150 000
=> 100 000 voor SE2 en SE3 = 25% dus 75 000
Hypothese 2: SE 2 heeft een hypotheek op het huis. Hoe moet de opbrengst van de verkoop worden verdeeld onder de SEs
=> SE1 = 200 000
=> SE2 en SE3 = 50 000
Stel: opbrengt maar 100 000, dan zal dat allemaal toekomen aan SE1, want hij heeft de hypotheek (= zakelijke zekerheid)
Verschillende juridische technieken voor SEs ter indekking onvermogen SA
Kredietverzekering: verzekering die het risico dekt als de SA niet betaalt
Eigendomsvoorbehoud: (behoud) eigendomsrecht totdat de SA volledig heeft betaald (bv. bij verkoop goed op
afbetaling)
Borgstelling: derde persoon (bijkomende SA) biedt persoonlijke zekerheid voor de schuld van de SA
= ‘persoonlijke zekerheid’
! Zakelijke zekerheid: een zaak/goed (van SA of derde) dekt risico onvermogen SA
Waarborg hoofdverbintenis via zakelijke zekerheid
Waarborg hoofdverbintenis via persoonlijke zekerheid (borgstelling / borgtocht)
2 Rechtsbronnen
Huidig recht: versnipperde wetgeving
Boek 3 goederen
o (limitatieve) opsomming ZZ (art. 3.3, 4e lid BW)
o Algemene bepalingen die gelden voor alle ZZ (art. 3.4, 3.5, 2 e lid en 3.10 BW)
o Basisregels vermogensrecht (art. 3.35 – 3.36 BW)
Hypotheekwet (Titel XVII boek III OBW)
o Voorrechten
1 Basisprincipes Belgisch vermogensrecht
Als SE niet betaald wordt door een vennootschap (SA), heeft de SE recht van verhaal op alle goederen van de SA (art. 3.36, eerste
lid BW)
SE kan goederen SA (laten) verkopen om zich met opbrengst te laten betalen (door ‘uitvoerend beslag’)
Verschillende SEs maken tegelijk aanspraak op de(zelfde) goederen v/d SA = ‘samenloop’ (van SEs)
Principe: alle samenlopende SEs worden gelijk behandeld (art. 3.36, tweede lid BW)
Vermogen SA is ontoereikend om alle SEs volledig te betalen (bv. bij faillissement) ‘pondspondsgewijze’ verdeling =
elke SE ontvangt een bedrag in verhouding tot de grootte van zijn vordering
= elke SE in verhouding tot de grootte v zijn schuldvordering (art. 3.36, tweede lid BW)
Voorbeeld ‘pondspondsgewijze’ verdeling tussen samenlopende SEs
De goederen van de SA worden verkocht (= €100)
=> hoe zal worden bepaald welk bedrag elke SE krijgt?
= principe pondsgewijze: SE kan aanspraak maken naargelang de schulden die SA bij die persoon had
Bedrag van zijn vordering / door totaalbedrag van zijn schulden = procent heeft bedrag weer
Afwijking gelijkheidsbeginsel en pondspondsgewijze verdeling: alleen als ‘wettige redenen van voorrang’ (van bepaalde SEs)
bestaan (art. 3.36, tweede lid BW)
Zakelijke zekerheden verschaffen wettige reden van voorrang
o Nl. recht om bij voorrang op andere SEs (zonder zekerheid) te worden betaald met opbrengst goed waarop
zekerheid betrekking heeft (art. 3.5, tweede lid BW)
o Goed dient dus als onderpand/waarborg tot nakoming hoofdverbintenis
o SE mét zakelijke zekerheid: betere rechtspositie dan ‘gewone’ (‘chirografaire’) SE
Belang:
Voor SE: meer zekerheid dat schuldvordering zal worden voldaan; minder risico bij financieel onvermogen SA
Voor SA: kan dankzij bestaan zakelijke zekerheden makkelijk(er) krediet bekomen voor investeringen (bv. aankoop huis)
Voorbeeld verdeling tussen samenlopende SEs zonder & met wettige redenen van voorrang
A gaat failliet – 3 schuldeisers melden zich aan, met volgende schuldvordering
SE 1: 200.000 euro
SE 2: 100.000 euro
SE 3: 100.000 euro
A heeft geen liquide middelen meer. In zijn vermogen bevindt zich alleen nog een OG (huis). Dit huis wordt openbaar verkocht en
brengt 300.000 euro op
Schuld = €400 000 – winst huis = €300 000 -> principe: pondsgewijze verdeling
, Hypothese 1: géén enkel SE heeft een ZZ op het huis. Hoe moet de opbrengst van de verkoop worden verdeeld onder de SEs
=> 200 000 voor SE1 = 50% dus 150 000
=> 100 000 voor SE2 en SE3 = 25% dus 75 000
Hypothese 2: SE 2 heeft een hypotheek op het huis. Hoe moet de opbrengst van de verkoop worden verdeeld onder de SEs
=> SE1 = 200 000
=> SE2 en SE3 = 50 000
Stel: opbrengt maar 100 000, dan zal dat allemaal toekomen aan SE1, want hij heeft de hypotheek (= zakelijke zekerheid)
Verschillende juridische technieken voor SEs ter indekking onvermogen SA
Kredietverzekering: verzekering die het risico dekt als de SA niet betaalt
Eigendomsvoorbehoud: (behoud) eigendomsrecht totdat de SA volledig heeft betaald (bv. bij verkoop goed op
afbetaling)
Borgstelling: derde persoon (bijkomende SA) biedt persoonlijke zekerheid voor de schuld van de SA
= ‘persoonlijke zekerheid’
! Zakelijke zekerheid: een zaak/goed (van SA of derde) dekt risico onvermogen SA
Waarborg hoofdverbintenis via zakelijke zekerheid
Waarborg hoofdverbintenis via persoonlijke zekerheid (borgstelling / borgtocht)
2 Rechtsbronnen
Huidig recht: versnipperde wetgeving
Boek 3 goederen
o (limitatieve) opsomming ZZ (art. 3.3, 4e lid BW)
o Algemene bepalingen die gelden voor alle ZZ (art. 3.4, 3.5, 2 e lid en 3.10 BW)
o Basisregels vermogensrecht (art. 3.35 – 3.36 BW)
Hypotheekwet (Titel XVII boek III OBW)
o Voorrechten