16.1
Koolhydraten
Een koolhydraat heeft over het algemeen de formule CnH2mOm.
Koolhydraten worden enkel gevormd door fotosynthese. Koolhydraten
zijn een brandstof in het lichaam en zorgen ook voor stevigheid, denk
aan cellulose. Glucose heeft een lineaire structuur, wanneer deze
structuur zich bij elkaar vormt ontstaat de ringvormige(6-hoekige)
structuur. Deze 6-hoekige structuur is een hele stabiele structuur.
Doordat ze zo stabiel zijn komt de lineaire structuur maar 0,9% voor en
de ringvormige structuur 99,1%. De koolhydraten die heet ringvormige
eenheden bestaan noem je ook wel sachariden of suikers.
Monosachariden zijn koolhydraten waarvan de moleculen uit één
ringvormige eenheid van 5 of 6 atomen bestaan. De meest
voorkomende monosacharide is glucose. In binas 67F1 zijn
monosachariden te vinden. Er zijn twee soorten glucose, wanneer je
weet dat er uit een disacharide een glucose ontstaat, dan moet je kijken
naar de richting van de OH-groepen om te bepalen om welke
monosacharide het gaat.
Koolhydraten waarvan de moleculen uit twee ringvormige eenheden
bestaan noem je disachariden. Voorbeelden hiervan zijn sacharose en
lactose. Door een condensatiereactie tussen twee monosachariden
(komt water vrij) ontstaat een disacharide. Wanneer veel
monosachariden aan elkaar gekoppeld worden, ontstaat hierdoor een
polysacharide(binas 67F3).
, 16.2
Vetten
Oliën en vetten zijn esters van vetzuren en glycerol. De vorming gebeurt
dus door een zuur en een alcohol te binden waarbij het een ester wordt:
(Binas 67G1 de reactie voor de vorming van een vet en in binas 67G2
de structuurformules voor bekende vetzuren)
Glycerol heeft 3 OH-groepen waar ook 3 vetzuren aan kunnen koppelen.
Dit komt vaak voor, je noemt ze ook wel triglyceriden of lipiden. Bij de
meeste triglyceriden zijn er een even aantal C-atomen, de meeste die
voorkomen hebben het aantal C-atomen: 12, 14, 16 en 18.
Vetzuren waarin een dubbele C=C binding is noem je ook wel
onverzadigde vetzurgen.
Vetmoleculen bevatten geen OH- of NH-groepen en daarom worden er
dus geen waterstofbruggen gevormd en zijn ze apolair en slecht
oplosbaar in water.
Sommige vetzuren kun je zelf met je lichaam maken. Dit komt doordat
de vetten in je spijsvertering worden gehydrolyseerd en er dus weer vrije
vetzuren en glycerol gemaakt worden. Er zijn ook vetzuren die je enkel
kunt binnenkrijgen via je voeding, waar je dus afhankelijk van bent. Dit
zijn de essentiële vetzuren.
Koolhydraten
Een koolhydraat heeft over het algemeen de formule CnH2mOm.
Koolhydraten worden enkel gevormd door fotosynthese. Koolhydraten
zijn een brandstof in het lichaam en zorgen ook voor stevigheid, denk
aan cellulose. Glucose heeft een lineaire structuur, wanneer deze
structuur zich bij elkaar vormt ontstaat de ringvormige(6-hoekige)
structuur. Deze 6-hoekige structuur is een hele stabiele structuur.
Doordat ze zo stabiel zijn komt de lineaire structuur maar 0,9% voor en
de ringvormige structuur 99,1%. De koolhydraten die heet ringvormige
eenheden bestaan noem je ook wel sachariden of suikers.
Monosachariden zijn koolhydraten waarvan de moleculen uit één
ringvormige eenheid van 5 of 6 atomen bestaan. De meest
voorkomende monosacharide is glucose. In binas 67F1 zijn
monosachariden te vinden. Er zijn twee soorten glucose, wanneer je
weet dat er uit een disacharide een glucose ontstaat, dan moet je kijken
naar de richting van de OH-groepen om te bepalen om welke
monosacharide het gaat.
Koolhydraten waarvan de moleculen uit twee ringvormige eenheden
bestaan noem je disachariden. Voorbeelden hiervan zijn sacharose en
lactose. Door een condensatiereactie tussen twee monosachariden
(komt water vrij) ontstaat een disacharide. Wanneer veel
monosachariden aan elkaar gekoppeld worden, ontstaat hierdoor een
polysacharide(binas 67F3).
, 16.2
Vetten
Oliën en vetten zijn esters van vetzuren en glycerol. De vorming gebeurt
dus door een zuur en een alcohol te binden waarbij het een ester wordt:
(Binas 67G1 de reactie voor de vorming van een vet en in binas 67G2
de structuurformules voor bekende vetzuren)
Glycerol heeft 3 OH-groepen waar ook 3 vetzuren aan kunnen koppelen.
Dit komt vaak voor, je noemt ze ook wel triglyceriden of lipiden. Bij de
meeste triglyceriden zijn er een even aantal C-atomen, de meeste die
voorkomen hebben het aantal C-atomen: 12, 14, 16 en 18.
Vetzuren waarin een dubbele C=C binding is noem je ook wel
onverzadigde vetzurgen.
Vetmoleculen bevatten geen OH- of NH-groepen en daarom worden er
dus geen waterstofbruggen gevormd en zijn ze apolair en slecht
oplosbaar in water.
Sommige vetzuren kun je zelf met je lichaam maken. Dit komt doordat
de vetten in je spijsvertering worden gehydrolyseerd en er dus weer vrije
vetzuren en glycerol gemaakt worden. Er zijn ook vetzuren die je enkel
kunt binnenkrijgen via je voeding, waar je dus afhankelijk van bent. Dit
zijn de essentiële vetzuren.
