Hoofdstuk 1
1. Het gegeven, dat de systeemtheorie een metatheorie is, betekent dat het een theorie is, die
A ernaar streeft om verschillende theorieën, die een verklaring trachten te geven voor hetzelfde
verschijnsel, met elkaar te verbinden om op deze wijze enig systeem in de wetenschap aan te
brengen
B geen inhoudelijke verklaring geeft voor bepaalde verschijnselen, maar meer een bepaalde manier
is van naar-de-dingen-kijken, een bepaalde benaderingswijze met betrekking tot verschillende
terreinen van wetenschap
C pas in de context van andere theorieën tot zijn recht komt en begrepen kan worden
D uit zeer veel tamelijk losstaande onderdelen bestaat, die slechts met moeite tot een geheel
geïntegreerd kunnen worden
2. Systeemtheorie is een stroming in de psychologie die,
A zich ten doel stelt om meer samenhang en systeem te brengen in de wetenschap
B zoekt naar emoties en frustraties achter het gedrag van mensen
C een verklaring tracht te geven van dat menselijk gedrag, dat niet verklaard wordt vanuit de
traditionele individugerichte psychologie
D vindt, dat het uitvoeren van psychologisch onderzoek veel systematischer dient te worden
aangepakt
3. De drie stromingen in de psychologie, die aan de systeemtheorie vooraf gingen, zijn:
A psychoanalyse, functieleer en ontwikkelingspsychologie
B psychoanalyse, behaviorisme en humanistische benadering
C psychoanalyse, bedrijfspsychologie en sociale psychologie
D ontwikkelingspsychologie, klinische psychologie en gestalttherapie
4. De psychoanalytische zienswijze biedt samen met de andere individugerichte benaderingen in de
psychologie
A voldoende mogelijkheden om alle gedragingen van mensen te verklaren
B onvoldoende mogelijkheden om alle gedragingen van mensen te verklaren
C voldoende inzicht in relaties, relatiepatronen en gezinsdynamiek
D een grondige kennis van interactiesystemen
5. Door de volgende stroming in de psychologie wordt beweerd, dat men – om het menselijk gedrag
te kennen – dit gedrag in een breder kader of in een ruimere sociale context dient te plaatsen
A psychoanalyse
B systeemtheorie
C behaviorisme
D humanistische benadering
6. Systeemtheorie is een stroming in de sociale wetenschappen, die
A het menselijk gedrag wil begrijpen vanuit zijn directe sociale omgeving
B geheel denkend vanuit het zender-bericht-ontvanger-model de factoren tracht op te sporen, die
voor de vervorming van berichten verantwoordelijk zijn
C methoden en technieken ontwikkelt om de communicatieve vaardigheden van mensen te
vergroten
D een bijdrage probeert te leveren aan een groter begrip tussen de mensen