NEUROFYSIOLOGIE
DEEL 1: INLEIDING + OVERZICHT NEUROANATOMIE
NEUROFYSIOLOGIE:
= studie vd werking + functie(s) v ZS
• CZS = hersenen (cerebrum + cerebellum) + hersenstam + ruggenmerg
• PZS = SZS (gemengde neuronen = sens + motor) + AZS (werking organen, klieren,.. )
CEREBRUM/GROTE HERSENEN:
Produceren gedrag: alle waarnemingen, emoties, herinneringen, motoriek, dromen, …
• Sensatie = ontvangen v signalen + transformatie
o Prikkels (foton, drukgolf) uit omgeving opvangen door recept
o Omzetten v fysisch naar elektr sign
• Perceptie = selecteren, organiseren + interpreteren vd info
o Van zelfde info kan ieder individu en afh v context andere perceptie hebben!!
o Persoonlijk + individueel!!
• Motorische output = interactie met omgeving
WERKING V HERSENEN BESTUDEREN:
Cel theorie = basiseenheid v levende organisme is de cel : functie v cel geeft info over functie orgaan
Makkelijk toe te passen op # organen maar NIET de hersenen
• Vroeger: hersenen = retilicum = netwerk van hersencellen en geen individuele cellen
• Golgi kleuring: # cellagen weergeven + zien dat dit wel indiv cellen zijn (synapsen)
Neuron doctrine = neuronen zijn anat + fysiolog basiseenh v ZS: hersenen = elektr activ neuronen
• Begrijpen samenhang gedrag + neuron = complex !
• Reductionisme : kan gedrag begrepen worden door kennis v 1 of enkele neuronen?
• Rol v andere celtypes
Werking hersenen:
• Intrinsieke eig v neuronen : moleculair, elektr, morfologisch = functionele eig
• Schakelingen v neuronen met :
o Periferie = receptor – epithelen (huid)
o Effectororganen (spieren, klieren)
o Andere neuronen : belang v netwerken en connecties tss hersengebieden
,Connectoom in kaart brengen: (connectoom humaan project)
• Bedrading is uniek voor zoogdieren
• Enkel C.Elegans is volledig connectoom in kaart gebracht (300tal neuronen)
• In kaart brengen vd belangrijkste neuronen + verbindingen v gezonde + zieke personen
o Vergelijken v gezonde pers met zieke pers
o Afwijkingen voorspellen en eventueel voorkomen (gebruiken als biomarkers)
o Diagnoses v hersenaandoeningen obv afwijkend netwerk + gerichte therapie
GLIACELLEN:
Glia = lijm : oorspronkelijk dacht men dat deze gwn struct vormden waarop neuronen lagen
Hebben belangrijke ondersteunde rol aan neuronen:
• Astrocyten : energiemetabolisme + regulatie werking synapsen
o Communicatie door astrocyten door Ca golven
• Oligondrocyten (shwancellen in PZS) : geleiding AP door myelineschede
• Microglia (MF) : immuunrespons
• Ependymcellen : productie hersenvocht
COMPLEXITEIT HERSENEN:
Relatie tss struct + functie vd hersenen veel complexer dan bij andere organen:
• Enorm struct + functionele diversiteit: veel meer celtypes
o 100miljard neuronen + 10x meer gliacellen
o > 100 # types neuronen/gliacellen
o Elk tot 1000 connecties met elkaar
• Veel niveaus in organisatie vd hersenen : belang v studie op meerdere organisatieniv
o Systeem – map – netwerk – individ neuron – synaps – moleculen aan synaps
o Op al die niveaus kan storing zijn dat zorgt voor bepaald ziektebeeld of bepaalde combi
• Oorzaak-gevolg onduidelijk
o Algemene theorie v gen – structuur – functie NIET in hersenen
o Bepaalde cognitieve of gedragsaspecten knn verklaard worden adhv eig + verbindingen
neuronen (waarneming kleur)
o Maar wat is link tss werking neuron en iemand zijn karaktertrekken?
,NEUROANATOMIE:
Hersenen zoogdieren hebben zelfde opbouw:
• Kleine dieren = glad oppervlak = lissencephalic
• Grote dieren = windingen (gyri) + groeven (sulci) = gyrencephalic
o Sulcus heeft 2 banken + 1 fundus
Structuren CZS = hersenen + RM
• Hersenen = cerebrum (grote hers) + cerebellum (kleine) + hersenstam
o Hemisferen cerebrum ontvangt sensaties en controleert beweging contralaterale kant
o Hemisferen cerebellum: controleren beweging ipsilaterale kant
o Grijze stof = cellichamen = buiten <-> witte stof = axonen = binnen
• Hersenstam = meest primitieve en vitale deel = middenhersenen + pons + medulla
o Doorsturen info v grote hers naar kleine hers + RM en vice verasa
o Regulatie vitale systemen (ademhaling, temp, bewustzijn)
• Ruggenmerg:
o Info binnen via sens neuron naar hersenen terug via motorneuron naar effector
o Afferente neuronen = dorsale wortel <-> efferente neuronen = ventrale wortel
o Grijze stof = cellichamen = binnen <-> witte stof = axonen = buiten
ANATOMISCHE REFERENTIES:
• Anterior = rostraal = voorkant hersenen
• Posterior = caudaal = achterkant hersenen
• Dorsaal = rugzijde = bovenkant hersenen
• Ventraal = buikzijde = onderkant hersenen
• Mediaal = naar midden <-> lateraal = naar buiten
• Unilateraal = aan 1 kant <-> bilateraal = aan beide zijden
• Ipsilateraal = zelfde kant <-> contralateraal = tegenovergestelde zijde
Hersensneden:
• Sagitaal = dwarse as = verticaal naar beneden = verdeelt hersenen in hemisferen
• Horizontaal = axiaal = weergave vd 2 hemisferen
• Coronaal = verticaal maar ook weergave vd 2 hemisferen
Neurologisch = links = links <-> radiologisch = linker hemisfeer = rechts
, ANATOMIE HERSENDELEN:
Hersenkwabben/lobben:
• Occipitale lob = vanachter = verwerkt vooral visuele info
• Parietale lob = wandlob = achter de centrale sulcus
• Frontale lob = voorhoofdslob = voor de centrale sulcus
• Temporale lob = slaaplob = aan zijkant
# types cortex:
• Allocortex = hippocampus (geheugen) + olfactorische cortex (reuk)
• Neocortex (enkel bij zoogdieren) = typische 6 cellagen
Brodmann: opdeling v neocortex adhv verschillen in cytoarchitectonie
• Gebieden met # architectuur hebben ook # functies
• Bv. motor cortex, premotor cortex, gebied v Broca, …
Corpus callosum = hersenbalk = dikke witte stof verbinding die links en rechts doet communiceren
Cerebellum = kleine hers = ook uit hemisferen, hersenlobben,…
Thalamus = struct bovenop middenhersenen = poort
• Alle sens syst behalve reuk sturen info 1st via station in thalamus vooraleer in hersenschors
• Regulatie + selectie sens + motor info
o Bevat l nuclei die specifiek visuele, auditieve,… info doorgeven + intern verwerken
• Ook regulatie v bewustzijn, slaap, alertheid
Subcorticale structuren = basale ganglia: controle + regul motor beweging, emotie, cognitieve functies
• Putamen
• Caudate nucleus
• Nucleus accumbens
• Globus pallidus (extern + intern)
• Substantia nigra
• Subthalamische nucleus
• Striatum = putamen + caudate nucleus
DEEL 1: INLEIDING + OVERZICHT NEUROANATOMIE
NEUROFYSIOLOGIE:
= studie vd werking + functie(s) v ZS
• CZS = hersenen (cerebrum + cerebellum) + hersenstam + ruggenmerg
• PZS = SZS (gemengde neuronen = sens + motor) + AZS (werking organen, klieren,.. )
CEREBRUM/GROTE HERSENEN:
Produceren gedrag: alle waarnemingen, emoties, herinneringen, motoriek, dromen, …
• Sensatie = ontvangen v signalen + transformatie
o Prikkels (foton, drukgolf) uit omgeving opvangen door recept
o Omzetten v fysisch naar elektr sign
• Perceptie = selecteren, organiseren + interpreteren vd info
o Van zelfde info kan ieder individu en afh v context andere perceptie hebben!!
o Persoonlijk + individueel!!
• Motorische output = interactie met omgeving
WERKING V HERSENEN BESTUDEREN:
Cel theorie = basiseenheid v levende organisme is de cel : functie v cel geeft info over functie orgaan
Makkelijk toe te passen op # organen maar NIET de hersenen
• Vroeger: hersenen = retilicum = netwerk van hersencellen en geen individuele cellen
• Golgi kleuring: # cellagen weergeven + zien dat dit wel indiv cellen zijn (synapsen)
Neuron doctrine = neuronen zijn anat + fysiolog basiseenh v ZS: hersenen = elektr activ neuronen
• Begrijpen samenhang gedrag + neuron = complex !
• Reductionisme : kan gedrag begrepen worden door kennis v 1 of enkele neuronen?
• Rol v andere celtypes
Werking hersenen:
• Intrinsieke eig v neuronen : moleculair, elektr, morfologisch = functionele eig
• Schakelingen v neuronen met :
o Periferie = receptor – epithelen (huid)
o Effectororganen (spieren, klieren)
o Andere neuronen : belang v netwerken en connecties tss hersengebieden
,Connectoom in kaart brengen: (connectoom humaan project)
• Bedrading is uniek voor zoogdieren
• Enkel C.Elegans is volledig connectoom in kaart gebracht (300tal neuronen)
• In kaart brengen vd belangrijkste neuronen + verbindingen v gezonde + zieke personen
o Vergelijken v gezonde pers met zieke pers
o Afwijkingen voorspellen en eventueel voorkomen (gebruiken als biomarkers)
o Diagnoses v hersenaandoeningen obv afwijkend netwerk + gerichte therapie
GLIACELLEN:
Glia = lijm : oorspronkelijk dacht men dat deze gwn struct vormden waarop neuronen lagen
Hebben belangrijke ondersteunde rol aan neuronen:
• Astrocyten : energiemetabolisme + regulatie werking synapsen
o Communicatie door astrocyten door Ca golven
• Oligondrocyten (shwancellen in PZS) : geleiding AP door myelineschede
• Microglia (MF) : immuunrespons
• Ependymcellen : productie hersenvocht
COMPLEXITEIT HERSENEN:
Relatie tss struct + functie vd hersenen veel complexer dan bij andere organen:
• Enorm struct + functionele diversiteit: veel meer celtypes
o 100miljard neuronen + 10x meer gliacellen
o > 100 # types neuronen/gliacellen
o Elk tot 1000 connecties met elkaar
• Veel niveaus in organisatie vd hersenen : belang v studie op meerdere organisatieniv
o Systeem – map – netwerk – individ neuron – synaps – moleculen aan synaps
o Op al die niveaus kan storing zijn dat zorgt voor bepaald ziektebeeld of bepaalde combi
• Oorzaak-gevolg onduidelijk
o Algemene theorie v gen – structuur – functie NIET in hersenen
o Bepaalde cognitieve of gedragsaspecten knn verklaard worden adhv eig + verbindingen
neuronen (waarneming kleur)
o Maar wat is link tss werking neuron en iemand zijn karaktertrekken?
,NEUROANATOMIE:
Hersenen zoogdieren hebben zelfde opbouw:
• Kleine dieren = glad oppervlak = lissencephalic
• Grote dieren = windingen (gyri) + groeven (sulci) = gyrencephalic
o Sulcus heeft 2 banken + 1 fundus
Structuren CZS = hersenen + RM
• Hersenen = cerebrum (grote hers) + cerebellum (kleine) + hersenstam
o Hemisferen cerebrum ontvangt sensaties en controleert beweging contralaterale kant
o Hemisferen cerebellum: controleren beweging ipsilaterale kant
o Grijze stof = cellichamen = buiten <-> witte stof = axonen = binnen
• Hersenstam = meest primitieve en vitale deel = middenhersenen + pons + medulla
o Doorsturen info v grote hers naar kleine hers + RM en vice verasa
o Regulatie vitale systemen (ademhaling, temp, bewustzijn)
• Ruggenmerg:
o Info binnen via sens neuron naar hersenen terug via motorneuron naar effector
o Afferente neuronen = dorsale wortel <-> efferente neuronen = ventrale wortel
o Grijze stof = cellichamen = binnen <-> witte stof = axonen = buiten
ANATOMISCHE REFERENTIES:
• Anterior = rostraal = voorkant hersenen
• Posterior = caudaal = achterkant hersenen
• Dorsaal = rugzijde = bovenkant hersenen
• Ventraal = buikzijde = onderkant hersenen
• Mediaal = naar midden <-> lateraal = naar buiten
• Unilateraal = aan 1 kant <-> bilateraal = aan beide zijden
• Ipsilateraal = zelfde kant <-> contralateraal = tegenovergestelde zijde
Hersensneden:
• Sagitaal = dwarse as = verticaal naar beneden = verdeelt hersenen in hemisferen
• Horizontaal = axiaal = weergave vd 2 hemisferen
• Coronaal = verticaal maar ook weergave vd 2 hemisferen
Neurologisch = links = links <-> radiologisch = linker hemisfeer = rechts
, ANATOMIE HERSENDELEN:
Hersenkwabben/lobben:
• Occipitale lob = vanachter = verwerkt vooral visuele info
• Parietale lob = wandlob = achter de centrale sulcus
• Frontale lob = voorhoofdslob = voor de centrale sulcus
• Temporale lob = slaaplob = aan zijkant
# types cortex:
• Allocortex = hippocampus (geheugen) + olfactorische cortex (reuk)
• Neocortex (enkel bij zoogdieren) = typische 6 cellagen
Brodmann: opdeling v neocortex adhv verschillen in cytoarchitectonie
• Gebieden met # architectuur hebben ook # functies
• Bv. motor cortex, premotor cortex, gebied v Broca, …
Corpus callosum = hersenbalk = dikke witte stof verbinding die links en rechts doet communiceren
Cerebellum = kleine hers = ook uit hemisferen, hersenlobben,…
Thalamus = struct bovenop middenhersenen = poort
• Alle sens syst behalve reuk sturen info 1st via station in thalamus vooraleer in hersenschors
• Regulatie + selectie sens + motor info
o Bevat l nuclei die specifiek visuele, auditieve,… info doorgeven + intern verwerken
• Ook regulatie v bewustzijn, slaap, alertheid
Subcorticale structuren = basale ganglia: controle + regul motor beweging, emotie, cognitieve functies
• Putamen
• Caudate nucleus
• Nucleus accumbens
• Globus pallidus (extern + intern)
• Substantia nigra
• Subthalamische nucleus
• Striatum = putamen + caudate nucleus