100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Beginselen van recht voor kinesitherapeuten

Rating
-
Sold
4
Pages
62
Uploaded on
14-12-2024
Written in
2024/2025

Samenvatting waarbij ik de leerstof van het boek gecombineerd heb met eigen noties en de PowerPoint. (Enkel van het laatste deel aansprakelijkheid geen eigen notities)

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 14, 2024
Number of pages
62
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inleiding
Aan vele handelingen, daden of acties zit een juridisch aspect
Er staan voorbeeldexamenvragen online maak die eens!!

Leerdoelen
 Vertrouwd maken let de juridische aspecten van de opleiding en de
beroepsuitoefening  weten wanneer je later hulp moet zoeken


Deel I. Basisbegrippen van het recht
Hoofdstuk 1: Het recht
Er is recht nodig om van een natuurstaat naar een rechtsstaat te kunnen gaan.
Doel van het recht  afh. vd onderliggende normen en waarden

Oorsprong van het recht
Vroeger = Natuurstaat: toestand waar geld geen rol speelt  de sterksten gaan
winnen en de zwakken gaan onderuit -> survivel of the fitest
Nu = Rechtsstaat: samenleven gaan we ordenen (er bestaat een recht)
Doel: afspraken maken zodat we de zwaksten meenemen en we een
rechtsvaardige verdeling hebben
 Waar er een maatschappij is is er ook recht

Begripsomschrijving van het recht
Objectief recht
Gaat over rechtsverhoudingen -> relaties waar recht op van toepassing is (vb.
wettelijk samenwonen)
Algemene gedragsregels opgelegd door bevoegde personen die het ordenen van
de maatschappij beogen en waarvan de naleving afdwingbaar is.
 De regels zijn voor iedereen van toepassing
o Over een bepaald of onbepaald gedrag
 Bepaald: bevel, verbod, toelating
 Onbepaald: moet wel een bepaald doel bereiken
o Normatieve bepaling  geven aan hoe het hoort te zijn
 Instantie die macht heeft om een rechtsregel op te leggen
 Ordent de samenleving en zorgt voor rechtsvaardige samenleving
 Afdwingbaar: je kan het afdwingen als hij niet wordt nageleefd
o Enkel overheid bevoegdheid om regels af te dwingen




Symbool: vrouwe Justitia of Themis -> 3 symbolen
 Blinddoek: geen vooroordelen/ onpartijdig

1

,  Weegschaal: rechter moet belang beide partijen in balans houden
 Zwaard: verplicht om uitspraak te doen (knoop doorhakken)


Subjectief recht
= Individualisering van de rechtsregels = de aanspraak die jij en ik ontlenen aan
een objectief recht
Bronnen van ontlening (vb)
1. Feit: alles wat werkelijk is of heeft plaatsgehad (feit dat het bliksemt)
Telkens 2. Rechtsfeit: als feit rechtsgevolgen teweegbrengt en dus relevant wordt
deelverza voor het recht (bliksem slaat in en er is brand)
meling 3. Rechtshandeling: als die rechtsgevolgen gewild zijn (brandverzekering
moet schade verhouden) menselijke handelingen die worden gesteld met
het oog op rechtsgevolgen
Soorten
 Burgerlijke subjectieve rechten
o Private rechtsbetrekkingen tss particulieren
 Persoonlijkheidsrechten, familiale rechten, vermogensrechten
 Politieke subjectieve rechten
o Staatsburgerschap van een rechtssubject -> subjectieve rechten die
men heeft als burger

Pedagogische opdeling van het recht
Recht opdelen in verschillende rechtstakken -> en die verlenen dan regels binnen
bepaald gebied (je hebt ook mengvormen: zogenaamde gemengde rechstakken)
Nationaal recht: Belgisch
Publieksrecht: recht die recht = merendeel van
betrekking heeft op juridische recht
werking vd overheid
onderling en alles tss Supranationaal: EU = wat
overheid en burgers er gebeurd binnen
verschillende staten ->
Privaatrecht: regels die recht/ bevoegdheden
gelden tss burgers afgegeven aan hogerop
onderling (burgerlijk
Internationaal: tss naties =
Samenvatting
recht dat tot stand komt
omdat verschillende landen
een verdacht sluiten




Hoofdstuk 1. Het recht




2

,Het rechtssubject en het rechtsobject
Het rechtssubject – natuurlijke personen en rechtspersonen
= Drager of titularis van subjectieve rechten en plichten
= De uiteindelijke bestemmeling van het recht

2 soorten
Natuurlijk persoon = mensen (vanaf je geboorte tot je overlijd) = jij en ik
 Foetus: dus nog niet geboren kan uitz ook al beschouwd worden als een
persoon voor het recht -> alleen voor rechten (vb recht op erfenis)
 ALTIJD drager van rechten en plichten
o Onmogelijk om iemand van al zijn rechten te ontnemen (burgerlijke
dood)
o Je kan wel specifieke rechten afnemen
o Ook vluchtelingen hebben rechten en plichten maar ≠ Belgische
nationaliteit
 Dieren  geen rechten


Rechtspersoon = Juridische structuur gecreëerd door wet of verdrag het is
abstract (onlichamelijk wezen) (vb. rechtspersoon oprichten voor je kine praktijk)
 Ook titularis/ drager van rechten en plichten
 2 basisprincipes
o Wettelijkheidsbeginsel
 Steeds wettelijke basis nodig voordat je het kan opbouwen
o Doelbeperking
 Wordt steeds met een doel opgebouwd
 2 soorten
o Privaatrechterlijk: handelsvennootschappen met rechts-
persoonlijkheid
o Publiekrechterlijk: overheidsinstellingen
o Resultaat: rechtspersonen kunnen zich in het rechtsverkeer begeven
NIET Feitelijke vereniging
 Feitelijke vereniging: GEEN rechtspersoon -> gevaar als er
iets fout loopt kan je persoonlijk worden aangesproken
Het rechtssubject – bekwaamheid


Wat kunnen/ mogen rechtssubjecten
allemaal doen?
Bekwaamheid
o Feitelijk: is persoon in staat
om concreet handeling te
stellen? (kan hij fysiek
handtekening zetten?)
o Juridisch: mag hij het ook echt doen?
 Rechtsbekwaamheid: mag een persoon rechten en plichten
hebben? (die specifieke)

3

,  Handelingsbekwaamheid: mag de persoon de rechten en
plichten zelf uitvoeren? (regel = iedereen, uitz = dementie,
minderjarigen)
Het rechtsobject
 Voorwerpen die voor het recht een belang hebben en het voorwerp kunnen
zijn van rechten en plichten
o Dieren en lijken horen hierbij maar ook stuk grond, auto…
 Bij burgerlijke dood -> mens  rechtsobject: hij verliest alle rechten
behalve het recht op leven

Hoofdstuk 2: bronnen van het recht
Waar kunnen we het recht vinden?

Materiële bronnen van het recht
Verklaren inhoud van het recht -> waarom is het recht zoals
het is?
 Wetenschappelijke inzichten kunnen verklaren waarom
we een regel hebben (verbonden met legitimiteit)
 Politieke opvattingen: homohuwelijk wrm soms wel,
soms niet
 Wisselwerking tss de verschillende opvattingen

Formele bronnen van het recht
Bepaalde vindplaats van het recht  legaliteit van het recht
Bindende formele bronnen van recht
1. Wetgeving
= Schriftelijk vastgestelde rechtsnorm die tot stand
gebracht is door een daartoe bevoegd orgaan -> wet =
belangrijkste bron van wetgeving
 Formele zin = belangrijkste -> wet die uitgaat van de
wetgevende macht(en)
o Start België -> 1 wetgever
o Nu -> verschillende (9) wetgevers met complexe staatstructuur die
allemaal formele wetten oprichten




 Materiële
zin - > kunnen
naar inhoud van
een wet gezien
worden
(algemeen
bindende
inhoud vd norm van doorslaggevend belang en niet het orgaan dat de
norm uitvaardigde)

4
$9.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
liesevanzandweghe

Get to know the seller

Seller avatar
liesevanzandweghe Université catholique de Louvain
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
9
Member since
1 year
Number of followers
1
Documents
5
Last sold
3 days ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions