HOORCOLLEGE 1
X = onafhankelijke variabele (horizontaal)
Y = afhankelijke variabele (verticaal), wat je wilt verklaren door je model
N = populatie
n = steekproef populatie
x-hoed = steekproefgemiddelde
s = steekproefstandaarddeviatie
s2 = steekproefvariantie
sXY = steekproefcovariantie
oXY = populatiecovariantie
Mu = steekproef verwachting/gemiddelde
s^2 = variantie
s = standaardafwijking
x-hoed en s = analyze > descriptie statistics > options > mean + std. deviation
Kwadranten:
> veel punten op de lijn van links onder naar rechts boven (I en III > 0)
Kwadraatlijnen toevoegen in scatterplot = twee keer op de scatterdot
klikken > add a reference line to the Y-as > Set to Mean +
add a reference line to the X-as > Set to Mean
Lineare lijn toevoegen in scatterplot = twee keer op de scatterdot klikken >
add fit line at total
,Covarianties:
Correlaties:
(lineare samenhang sterk rond 1 en -1, zwak rond 0!)
Correlatiecoefficient r:
Correltatie = Analyze > correlate >bivariate > options: Means and standard
deviations + Cross-product deviations and covariances
Correlatie(coëfficië
nt) van de
steekproef (r)
p-waarde
correlatie
, Steekproefcovariantie