WERKING VAN
GENEESMIDDELEN:
ALGEMENE FARMACO
2023-2024
BIOLOGISCH EN FORMACEUTISCHE LABORATORIUM TECHNOLOGIEN
,Lowie Boels Ontwikkeling en werking van geneesmiddelen: algemene farmaco
1. Inleiding ...........................................................................................................................3
1.1. Herkomst van geneesmiddelen ................................................................................3
1. Geneesmiddelen van plantaardige oorsprong ...........................................................3
2. Micro-organisme als bron van geneesmiddelen.........................................................3
3. Geneesmiddelen met dierlijke oorsprong ..................................................................3
4. De chemische industrie ...........................................................................................3
5. Biologische geneesmiddelen ....................................................................................4
1.2. Ontdekken van geneesmiddelen ...............................................................................4
1.3. Ontwikkelen van geneesmiddelen ............................................................................4
1. Preklinische fase = preklinisch onderzoek van nieuwe geneesmiddelen .....................5
2. Klinische fase = klinisch onderzoek ...........................................................................6
3. Registratie ...............................................................................................................7
4. Farmacovigilantie = geneesmiddelenbewaking .........................................................7
2. Farmacokinetiek en farmacodynamie ...............................................................................8
2.1 Dosering van geneesmiddelen ..................................................................................8
2.2 De Farmaceutische fase...........................................................................................8
2.3 De Farmacokinetische fase ......................................................................................9
1. Absorptie .................................................................................................................9
2. Distributie.............................................................................................................. 12
3. Biotransformatie .................................................................................................... 13
4. Renale excretie ...................................................................................................... 17
2.4 De farmacodynamische fase .................................................................................. 18
1. Soorten receptoren ................................................................................................ 18
2. Belangrijke farmacodynamische begrippen............................................................. 18
3. Voorbeelden van geneesmiddel – receptor interacties ............................................. 21
4. Variabiliteit in de reacties op GM ............................................................................. 22
5. Nevenwerkingen van GM ........................................................................................ 23
6. Interacties tussen GM ............................................................................................ 23
7. GM bij zwangerschap en borstvoeding .................................................................... 24
3. Biofarmacie en farmacokinetiek...................................................................................... 26
3.1. Inleiding ................................................................................................................ 26
3.2. Compartimentmodellen en farmacokinetische kengetallen ..................................... 27
1. Het open, lineair-1-compartiment model ................................................................ 27
2. Het open, 2 compartiment model ........................................................................... 27
3. Kinetische kengetallen ........................................................................................... 28
1
,Lowie Boels Ontwikkeling en werking van geneesmiddelen: algemene farmaco
3.3. Eenmalige intraveneuze toediening van een GM ...................................................... 29
3.4. Intraveneuze toediening met constante snelheid (intraveneus infuus) ...................... 33
3.5. Multiple intraveneuze toediening ............................................................................ 34
3.6. Extravasculaire toediening van GM ......................................................................... 34
3.7. Factoren die de BB beïnvloeden.............................................................................. 35
1. Invloeden van het organisme op de resorptie van GM .............................................. 36
2. Farmaceutische variabelen .................................................................................... 37
2
, Lowie Boels Ontwikkeling en werking van geneesmiddelen: algemene farmaco
1. Inleiding
1.1. Herkomst van geneesmiddelen
1. Geneesmiddelen van plantaardige oorsprong
• Veel geneesmiddelen afkomstig van planten door isolatie van chemische stoffen uit de plant.
o Morfine (uit sap vd bloembollen vd Papaver Somniferum)
o Cocaine (uit cocablad)
o Atropine (uit wolfskers)
• Later konden deze stoffen dan synthetisch geproduceerd w wanneer er meer over de
structuurformules bekend was
• Huidige plantengeneeskunde = fytotherapie ➔ gebruik van planten of delen van planten of
poedervormen maken van deze delen vd planten
• Homeopathie = therapievorm die gebruik maakt van plantaardige bestandsdelen maar is geen
fytotherapie
o Wat? Het toevoegen van symptoom uitlokkende stoffen als medicatie maar dan sterk
verdund
o 3 pijlers:
▪ Onderzoek naar werking vd geneesmiddelen gebeurt op gezond menselijke
individuen
▪ Toepassing vd regel Similia similibus curentur (het gelijke door het gelijkende
genezen)
▪ Toedienen van zeer sterk verdunde hoeveelheden dat als genezende stimulans
gezien w zonder dat er schade optreedt
• Allopathie = Het toevoegen van stoffen / medicijnen die symptomen onderdrukken
2. Micro-organisme als bron van geneesmiddelen
• Levende, verzwakte en dode pathogenen van bacteriën en virussen ➔ vaccins
o Immuunstof productie opwekken
• Levende, niet pathogene microben ➔ gebruikt voor gunstige fermentatie
o Bv: melkzuurbacillen
• Alexander Fleming ➔ schimmels (penicillium notatum) geven toxines af dat bacteriën
vernietigde
o Toxines weinig effect op humane cellen
o ➔ therapeutisch gebruik van penicilline = start ontwikkeling van antibiotica
o Ook semisynthesische producten beschikbaar
3. Geneesmiddelen met dierlijke oorsprong
• Vroegere geneeskunde → vaker gebruikt als substitutie therapieën (bv: insuline)
• Moderne therapieën → te verwaarlozen
• Er w wel gebruik gemaakt van dierlijke toxines om effecten te onderzoeken
4. De chemische industrie
• Tegenwoordig de belangrijkste bron is de chemische industrie
• Gefocust op de synthese van bestaande, actieve producten afkomstig uit de natuur
o Nadien ook nieuwe moleculen getest
o Chemische modificaties aan molecule leidt tot oneindig veel mogelijkheden in
ontwikkeling van de geneesmiddelen
3