Neurologie AJ 24-25 Prof. Boon
1. Grote localisatorische syndromen
1.1. Motorische func0es in het zenuwstelsel
Vrijwillige en automa<sche bewegingen Meeste bewegingen zijn een combina1e van
vrijwillige en automa1sche bewegingen
1.1.1. Pyramidaal systeem
è Bewuste, vrijwillige bewegingen
Tractus pyramidalis = tractus cor1cospinalis
Gyrus precentralis / Area 4 van Brodman
¯
Capsula interna
¯
Medulla oblongata
¯
Kruising 90% vezels t.h.v. decussa<o pyramidum
¯
Tractus cor<cospinalis lateralis
¯
Synaps met motorische voorhoorncellen (ventrale
hoorn spinaal) = PMN (onderdeel van CZS)
OF
Synaps met motorische kernen craniale zenuwen
CMN: pyramidebaan (cellichaam in primaire motorische cortex)
PMN: motorische voorhoorncel met uitloper naar spier
• Innerva<e van spieren (alfa-neuronen)
• Reflexboog (gamma-neuronen)
1
,Neurologie AJ 24-25 Prof. Boon
Als excita1e wegvalt = verlamming
Als inhibi1e wegvalt = kramp / tetanie
è CMN hee\ invloed op PMN:
• Exciterende werking: spiercontrac<e en bewuste vrijwillige bewegingen
• Inhiberende werking: voorkomen hyperreflexie en hypertonie (~ spas<citeit)
Letsels van CMN
• Acuut:
o Contralaterale uitval van exciterende func<e
o Paralyse
o Areflexie
o Hypotonie
• Chronisch: uren-weken nadien
o Uitval inhiberende werking
o Hyperreflexie
o Hypertonie (~ spas<citeit)
Letsels van PMN
• Ipsilaterale parese
• Hypotonie
• Areflexie
• Atrofie (wegvallen trofische func<e van PMN è perifere zenuw is trofisch centrum)
• Fascicula<es (spiertrillingen)
2
,Neurologie AJ 24-25 Prof. Boon
1.1.2. Extrapiramidaal systeem
è Onbewuste, automa<sche bewegingen
Cor<cale zones in frontale kwab
¯
Basale ganglia
¯
Mesencefale kernen
• Nucleus subthalamicus
• Substan<a nigra
• Nucleus ruber
¯
Medulla oblongata
• Oliva inferior
• Substan<a re<cularis
Stoornissen van het extrapyramidaal systeem:
• Spiertonus: verhoogd (hypertonie è rigiditeit) + tandradfenomeen (gelijk
aanspannen agonisten en antagonisten)
• Onwillekeurige bewegingen
o Nemen toe bij emo<e/stress en verdwijnen bij slaap
o Dyskinesieën (= overma<ge, ongecontroleerde bewegingen)
o Tremor (extrapyramidale tremor = TIJDENS RUST bv. Parkinson)
o Chorea (= niet-vaste frequen<e bewegingen met kleine amplitude)
o Athetose (= grote amplitude bewegingen)
o Hemiballisme (= unilaterale he\ige bewegingen)
o Myoclonie (= bv. schokken <jdens inslapen, korte spiertrekking niet-repe<<ef)
o Dystonie (= abnormale houding bv. s<jve nek)
3
, Neurologie AJ 24-25 Prof. Boon
• Stoornis in motorische tempo en automa<sme
o Hyperkinesie: onwillekeurige bewegingen
o Hypokinesie: minder mimiek (pokerface), minder oogknipperen, minder
armslag, gang met kleine pasjes, flexiehouding, monotone spraak, kleinschri\,
valneiging bij draaien, moeilijk starten en stoppen
1.1.3. Cerebellair systeem
è Coördina<e van bewegingen
è Regeling van spiertonus
è Behoud van evenwicht
Cerebellum interac<e met:
• Cortex
• Ves<bulair systeem
• Propriocep<e
Stoornissen van het cerebellair systeem:
• Ataxie = afwezigheid van gecoördineerde bewegingen
• Hypermetrie = doorschieten van bewegingen ( ~ tonus)
• Inten<etremor (verergert <jdens beweging)
• Dysdiadochokinese = geen snel alternerende bewegingen kunnen uitvoeren
4
1. Grote localisatorische syndromen
1.1. Motorische func0es in het zenuwstelsel
Vrijwillige en automa<sche bewegingen Meeste bewegingen zijn een combina1e van
vrijwillige en automa1sche bewegingen
1.1.1. Pyramidaal systeem
è Bewuste, vrijwillige bewegingen
Tractus pyramidalis = tractus cor1cospinalis
Gyrus precentralis / Area 4 van Brodman
¯
Capsula interna
¯
Medulla oblongata
¯
Kruising 90% vezels t.h.v. decussa<o pyramidum
¯
Tractus cor<cospinalis lateralis
¯
Synaps met motorische voorhoorncellen (ventrale
hoorn spinaal) = PMN (onderdeel van CZS)
OF
Synaps met motorische kernen craniale zenuwen
CMN: pyramidebaan (cellichaam in primaire motorische cortex)
PMN: motorische voorhoorncel met uitloper naar spier
• Innerva<e van spieren (alfa-neuronen)
• Reflexboog (gamma-neuronen)
1
,Neurologie AJ 24-25 Prof. Boon
Als excita1e wegvalt = verlamming
Als inhibi1e wegvalt = kramp / tetanie
è CMN hee\ invloed op PMN:
• Exciterende werking: spiercontrac<e en bewuste vrijwillige bewegingen
• Inhiberende werking: voorkomen hyperreflexie en hypertonie (~ spas<citeit)
Letsels van CMN
• Acuut:
o Contralaterale uitval van exciterende func<e
o Paralyse
o Areflexie
o Hypotonie
• Chronisch: uren-weken nadien
o Uitval inhiberende werking
o Hyperreflexie
o Hypertonie (~ spas<citeit)
Letsels van PMN
• Ipsilaterale parese
• Hypotonie
• Areflexie
• Atrofie (wegvallen trofische func<e van PMN è perifere zenuw is trofisch centrum)
• Fascicula<es (spiertrillingen)
2
,Neurologie AJ 24-25 Prof. Boon
1.1.2. Extrapiramidaal systeem
è Onbewuste, automa<sche bewegingen
Cor<cale zones in frontale kwab
¯
Basale ganglia
¯
Mesencefale kernen
• Nucleus subthalamicus
• Substan<a nigra
• Nucleus ruber
¯
Medulla oblongata
• Oliva inferior
• Substan<a re<cularis
Stoornissen van het extrapyramidaal systeem:
• Spiertonus: verhoogd (hypertonie è rigiditeit) + tandradfenomeen (gelijk
aanspannen agonisten en antagonisten)
• Onwillekeurige bewegingen
o Nemen toe bij emo<e/stress en verdwijnen bij slaap
o Dyskinesieën (= overma<ge, ongecontroleerde bewegingen)
o Tremor (extrapyramidale tremor = TIJDENS RUST bv. Parkinson)
o Chorea (= niet-vaste frequen<e bewegingen met kleine amplitude)
o Athetose (= grote amplitude bewegingen)
o Hemiballisme (= unilaterale he\ige bewegingen)
o Myoclonie (= bv. schokken <jdens inslapen, korte spiertrekking niet-repe<<ef)
o Dystonie (= abnormale houding bv. s<jve nek)
3
, Neurologie AJ 24-25 Prof. Boon
• Stoornis in motorische tempo en automa<sme
o Hyperkinesie: onwillekeurige bewegingen
o Hypokinesie: minder mimiek (pokerface), minder oogknipperen, minder
armslag, gang met kleine pasjes, flexiehouding, monotone spraak, kleinschri\,
valneiging bij draaien, moeilijk starten en stoppen
1.1.3. Cerebellair systeem
è Coördina<e van bewegingen
è Regeling van spiertonus
è Behoud van evenwicht
Cerebellum interac<e met:
• Cortex
• Ves<bulair systeem
• Propriocep<e
Stoornissen van het cerebellair systeem:
• Ataxie = afwezigheid van gecoördineerde bewegingen
• Hypermetrie = doorschieten van bewegingen ( ~ tonus)
• Inten<etremor (verergert <jdens beweging)
• Dysdiadochokinese = geen snel alternerende bewegingen kunnen uitvoeren
4