COÖPERATIE PATIËNT
De coöperatie van de patiënt kan afhankelijk zijn van 3 zaken:
1) Graad van algemeen bewustzijn
2) Psychische problematiek (gedrag)
3) Neuropsychologische problematiek
1. ALGEMENE GRAAD VAN BEWUSTZIJN
1.1 GRAAD VAN BEWUSTZIJN
Activatie-niveau of Level of arousal = een zekere zintuiglijke en motorische alertheid is een
voorwaarde voor iedere vaardigheid.
o Aspecifiek
o Slaap-waak ritme: graad wakker zijn
o Activiteitsniveau
o Adequaat reageren op stimuli
Lage arousal → slaperigheid
Gemiddelde arousal → ontspannen waaktoestand
Over-arousal → overmatige stress, inspanning, opwinding of angstigheid
Beinvloeding door:
- Extreme vermoeidheid
- Medicatie (sedatie, slaapmiddel, pijndaling,…)
- Eenzaamheid → sensorische deprivatie
- Bewusteloosheid (suf, slaperigheid)
- Coma
RAS: reticulair Activatie Systeem (hersenstam):
ontvangt impulsen van afferente zintuigbanen
ARAS: ascenderend reticulair activerend systeem:
vanuit formatio reticularis naar craniaal (psyche)
DRAS: descenderend reticulair activerend systeem:
vanuit formatio reticularis naar caudaal (spierspanning / houding)
1.2 COMA
Coma = een toestand van verlaagd bewustzijn met ontbrekende of abnormale reacties op
uitwendige prikkels.
1
,COÖPERATIE PATIËNT
Coma is een verzamelwoord voor verschillende stadia/types:
o Coma
o Vegetative State (VS)
• Is zich niet bewust van zichzelf of zijn omgeving
• Schrikreacties algemeen / Visuele schrikreacties
• Abnormale reflexen
• Geen communicatie
• Slaap-waak ritme
o Persistent Vegetative State (PVS)
• 3 maanden na niet traumatisch letsel
• 6-12 maanden na traumatisch letsel
o Locked in syndrome
o Akinetic mutism
o Minimal Responsive Patient (MRP)
• Sterk verstoord bewustzijn, maar wel bewust van zichzelf en zijn omgeving
• Beweegt op verzoek
• Fixeert
• Kan bal manipuleren
• Verstaanbaar maar geen functionele communicatie
• Gerichte aandacht
o Higher State of Consciousness (HSC)
• Bewust van zichzelf en omgeving
• Fysieke problemen qua evenwicht/balans en fijne motoriek
• Cognitieve problemen: neglect
• Vertraagd
Er bestaan 2 evaluatieschalen:
o Glasgow coma schaal
• Oogscore (4) – Verbale score (5) – Motorische score (6) Zie filmpje bb
o ‘Liège’ coma schaal
• 5 Fronto-orbiculaire reflex
4 Vertikale oculocefale of oculovestibulaire reflex
3 Pupilreactie op licht
2 Horizontale oculocefale of oculovestibulaire reflex
1 Oculocardiale reflex
0 Geen hersenstamreflex
Bij patiënten die heel laag scoren bij de glasgow
coma schaal, verder testen of er geen hersenstam
reflexen zijn bij de liège coma schaal.
2
, COÖPERATIE PATIËNT
2. PSYCHISCHE PROBLEMATIEK EN GEDRAG
2.1 PSYCHISCHE PROBLEMATIEK
Na een centraal neurologisch letsel kan een karakterverandering plaatsvinden.
o Agressief gedrag
• bifrontale letsels (na verkeersongevallen)
o Impulsiviteit, ontremd gedrag (tactloos, ongepast, …)
o Emotionele labiliteit (temmingswisselingen, opvallende euforie, agressieve uitvallen)
o Apathie (verminderde empathie, inlevingsvermogen, egocentrisch gedrag)
o Angst
o Verminderd ziekte-inzicht of besef
o Depressie
• voorkomend na verschillende types van hersenletsels
• vaak geassocieerd letsels ter hoogte van linker anterior (of rechter posterior)
deel van de hersenen. Bij: cerebrovasculair accident (CVA, beroerte)
tumor
traumatic brain injury
Alzheimer disease
Parkinson’s disease
multiple sclerosis
De locatie van het letsel bepaald de psychische
problematiek.
Dysthymische stoornis → persistent depressieve stoornis
Majeure depressieve stoornis → eenmalige episode, terugkerend
Depressieve stoornis niet anders gespecifieerd → premenstrueel, postpsychotisch, …
Bipolaire stoornis → manisch-depressieve stoornis, verschillende types
Cyclothymische stoornis → verschillende periodes van manische en depressieve symptomen
Stemmingsstoornis als gevolg van een somatische medische aandoening
A. DEPRESSIE NA CENTRAAL NEUROLOGISCHE STOORNISSEN
De diagnose is moeilijk, symptomen van depressie zijn vaak ook aanwezig bij niet depressieve
patiënten (vermoeidheid, slaapstoornissen, apathie, traag spreken/denken….).
→ Overdiagnose
→ Onderdiagnose
Vb.: komt de vermoeidheid is door het letsel of door depressie…
3
De coöperatie van de patiënt kan afhankelijk zijn van 3 zaken:
1) Graad van algemeen bewustzijn
2) Psychische problematiek (gedrag)
3) Neuropsychologische problematiek
1. ALGEMENE GRAAD VAN BEWUSTZIJN
1.1 GRAAD VAN BEWUSTZIJN
Activatie-niveau of Level of arousal = een zekere zintuiglijke en motorische alertheid is een
voorwaarde voor iedere vaardigheid.
o Aspecifiek
o Slaap-waak ritme: graad wakker zijn
o Activiteitsniveau
o Adequaat reageren op stimuli
Lage arousal → slaperigheid
Gemiddelde arousal → ontspannen waaktoestand
Over-arousal → overmatige stress, inspanning, opwinding of angstigheid
Beinvloeding door:
- Extreme vermoeidheid
- Medicatie (sedatie, slaapmiddel, pijndaling,…)
- Eenzaamheid → sensorische deprivatie
- Bewusteloosheid (suf, slaperigheid)
- Coma
RAS: reticulair Activatie Systeem (hersenstam):
ontvangt impulsen van afferente zintuigbanen
ARAS: ascenderend reticulair activerend systeem:
vanuit formatio reticularis naar craniaal (psyche)
DRAS: descenderend reticulair activerend systeem:
vanuit formatio reticularis naar caudaal (spierspanning / houding)
1.2 COMA
Coma = een toestand van verlaagd bewustzijn met ontbrekende of abnormale reacties op
uitwendige prikkels.
1
,COÖPERATIE PATIËNT
Coma is een verzamelwoord voor verschillende stadia/types:
o Coma
o Vegetative State (VS)
• Is zich niet bewust van zichzelf of zijn omgeving
• Schrikreacties algemeen / Visuele schrikreacties
• Abnormale reflexen
• Geen communicatie
• Slaap-waak ritme
o Persistent Vegetative State (PVS)
• 3 maanden na niet traumatisch letsel
• 6-12 maanden na traumatisch letsel
o Locked in syndrome
o Akinetic mutism
o Minimal Responsive Patient (MRP)
• Sterk verstoord bewustzijn, maar wel bewust van zichzelf en zijn omgeving
• Beweegt op verzoek
• Fixeert
• Kan bal manipuleren
• Verstaanbaar maar geen functionele communicatie
• Gerichte aandacht
o Higher State of Consciousness (HSC)
• Bewust van zichzelf en omgeving
• Fysieke problemen qua evenwicht/balans en fijne motoriek
• Cognitieve problemen: neglect
• Vertraagd
Er bestaan 2 evaluatieschalen:
o Glasgow coma schaal
• Oogscore (4) – Verbale score (5) – Motorische score (6) Zie filmpje bb
o ‘Liège’ coma schaal
• 5 Fronto-orbiculaire reflex
4 Vertikale oculocefale of oculovestibulaire reflex
3 Pupilreactie op licht
2 Horizontale oculocefale of oculovestibulaire reflex
1 Oculocardiale reflex
0 Geen hersenstamreflex
Bij patiënten die heel laag scoren bij de glasgow
coma schaal, verder testen of er geen hersenstam
reflexen zijn bij de liège coma schaal.
2
, COÖPERATIE PATIËNT
2. PSYCHISCHE PROBLEMATIEK EN GEDRAG
2.1 PSYCHISCHE PROBLEMATIEK
Na een centraal neurologisch letsel kan een karakterverandering plaatsvinden.
o Agressief gedrag
• bifrontale letsels (na verkeersongevallen)
o Impulsiviteit, ontremd gedrag (tactloos, ongepast, …)
o Emotionele labiliteit (temmingswisselingen, opvallende euforie, agressieve uitvallen)
o Apathie (verminderde empathie, inlevingsvermogen, egocentrisch gedrag)
o Angst
o Verminderd ziekte-inzicht of besef
o Depressie
• voorkomend na verschillende types van hersenletsels
• vaak geassocieerd letsels ter hoogte van linker anterior (of rechter posterior)
deel van de hersenen. Bij: cerebrovasculair accident (CVA, beroerte)
tumor
traumatic brain injury
Alzheimer disease
Parkinson’s disease
multiple sclerosis
De locatie van het letsel bepaald de psychische
problematiek.
Dysthymische stoornis → persistent depressieve stoornis
Majeure depressieve stoornis → eenmalige episode, terugkerend
Depressieve stoornis niet anders gespecifieerd → premenstrueel, postpsychotisch, …
Bipolaire stoornis → manisch-depressieve stoornis, verschillende types
Cyclothymische stoornis → verschillende periodes van manische en depressieve symptomen
Stemmingsstoornis als gevolg van een somatische medische aandoening
A. DEPRESSIE NA CENTRAAL NEUROLOGISCHE STOORNISSEN
De diagnose is moeilijk, symptomen van depressie zijn vaak ook aanwezig bij niet depressieve
patiënten (vermoeidheid, slaapstoornissen, apathie, traag spreken/denken….).
→ Overdiagnose
→ Onderdiagnose
Vb.: komt de vermoeidheid is door het letsel of door depressie…
3