Johnson et al
Hoofdstuk 1: conceptual models and their relevance to assessment and intervention
Conceptualiseren afwijkend gedrag
Bij complexe casuïstiek moet er een beoordeling gemaakt worden over verschillende factoren die
bijdragen aan het probleem. Vervolgens worden er een behandeling en interventie gekozen. Deze
keuze is afhankelijk van het model van psychopathologie dat de therapeut hanteert.
Modellen van psychopathologie
1. Medisch model
Het medische model vertegenwoordigt het biologische perspectief in de psychopathologie.
Afwijkend gedrag wordt gezien als het resultaat van onderliggende fysiologische tekortkomingen of
ziekteprocessen. Psychologische problemen worden gezien als een weerspiegeling van een
psychische aandoening. Aangenomen wordt dat een nauwkeurige beschrijving van de
symptoomclusters uiteindelijk zal resulteren in de afbakening van de onderliggende biologische
oorzaken van de symptomen en de ontwikkeling van geschikte behandelmethoden.
Beoordeling
Vanuit het perspectief van het medische model zijn de beoordelingsprocedures bedoeld om te
bepalen in hoeverre het kind kenmerken vertoont die overeenkomen met een diagnose van een
bekende vorm van psychopathologie en om de aard van eventuele biologische factoren te bepalen
die verband houden met de problemen.
Behandeling
Ervan uitgaande dat de psychopathologie biologisch bepaald is, is het logisch dat de biologische
behandeling de voorkeur krijgt (zoals medicatie).
2. Het psychodynamische model
Het psychodynamische model vertegenwoordigt een mengeling ven het medische model en de
basisprincipes van de psychoanalytische theorie van Freud. De theorie is ontwikkelingsgericht en
gaat ervan uit dat het kind met succes moet onderhandelen over opeenvolgende
ontwikkelingsfasen die cruciaal zijn voor het uiteindelijke persoonlijke en sociaal-emotionele
welzijn. De psychoseksuele fasen bestaan uit orale, anale, fallische en genitale ontwikkelingsfasen,
waarbij aangenomen gewaarwordingen zijn gericht op verschillende lichaamsgebieden of erogene
zones en het kind in elk stadium specifieke taken moet uitvoeren. Freud onderscheidt daarnaast
drie persoonlijkeidsconstructies: Id, Ego en Superego.
Id: de biologische basisenergie en de bron van instinctieve spanningen.
Ego: rationele structuur die probeert te bemiddelen of een evenwicht te inden tussen eisen
van de Id en die van de maatschappij en tussen Id en Superego. Ego is biologisch van
aard, maar evolueert vanuit ervaringsgerichte interactie van het individu met de
omringende omgeving.
Superego: evolueert ook vanuit eigen ervaring. Het is de vertegenwoordiger van morele
kwesties of ‘geweten’ en weerspiegelt de internalisering van de morele code van het
individu.
Beoordeling
De nadruk in het psychodynamische model zou liggen op het bepalen van de aard van de
moeilijkheden door tests die bedoeld zijn om bewijs te leveren voor onbewuste conflicten en
persoonlijkheidsdynamiek die zouden kunnen bijdragen aan de problemen.
Behandeling
Therapie binnen het psychodynamische model richt zich op het helpen van bewustzijn van de
onbewuste factoren die verondersteld worden betrekking te hebben op de problemen. Het model
richt zich op de onderliggende processen. Aangenomen worden dat de waarneembare klachten
verdwijnen als de onderliggende conflicten en problemen zijn opgelost.
3. Het gedragsmodel
Gedragsperspectief legt in de eerste plaats de nadruk op de externe gedragsdeterminanten i.p.v.
onderliggende factoren. De focus ligt meestal op openlijk gedrag en psychopathologie wordt gezien
als gedragsuitspattingen, tekorten of gedrag dat zich voordoet in een ongepaste context. Het
gedrag wordt gezien als primair probleem, dit gedrag kan het waarneembare gedrag zijn maar ook
cognities en gevoelens.
Hoofdstuk 1: conceptual models and their relevance to assessment and intervention
Conceptualiseren afwijkend gedrag
Bij complexe casuïstiek moet er een beoordeling gemaakt worden over verschillende factoren die
bijdragen aan het probleem. Vervolgens worden er een behandeling en interventie gekozen. Deze
keuze is afhankelijk van het model van psychopathologie dat de therapeut hanteert.
Modellen van psychopathologie
1. Medisch model
Het medische model vertegenwoordigt het biologische perspectief in de psychopathologie.
Afwijkend gedrag wordt gezien als het resultaat van onderliggende fysiologische tekortkomingen of
ziekteprocessen. Psychologische problemen worden gezien als een weerspiegeling van een
psychische aandoening. Aangenomen wordt dat een nauwkeurige beschrijving van de
symptoomclusters uiteindelijk zal resulteren in de afbakening van de onderliggende biologische
oorzaken van de symptomen en de ontwikkeling van geschikte behandelmethoden.
Beoordeling
Vanuit het perspectief van het medische model zijn de beoordelingsprocedures bedoeld om te
bepalen in hoeverre het kind kenmerken vertoont die overeenkomen met een diagnose van een
bekende vorm van psychopathologie en om de aard van eventuele biologische factoren te bepalen
die verband houden met de problemen.
Behandeling
Ervan uitgaande dat de psychopathologie biologisch bepaald is, is het logisch dat de biologische
behandeling de voorkeur krijgt (zoals medicatie).
2. Het psychodynamische model
Het psychodynamische model vertegenwoordigt een mengeling ven het medische model en de
basisprincipes van de psychoanalytische theorie van Freud. De theorie is ontwikkelingsgericht en
gaat ervan uit dat het kind met succes moet onderhandelen over opeenvolgende
ontwikkelingsfasen die cruciaal zijn voor het uiteindelijke persoonlijke en sociaal-emotionele
welzijn. De psychoseksuele fasen bestaan uit orale, anale, fallische en genitale ontwikkelingsfasen,
waarbij aangenomen gewaarwordingen zijn gericht op verschillende lichaamsgebieden of erogene
zones en het kind in elk stadium specifieke taken moet uitvoeren. Freud onderscheidt daarnaast
drie persoonlijkeidsconstructies: Id, Ego en Superego.
Id: de biologische basisenergie en de bron van instinctieve spanningen.
Ego: rationele structuur die probeert te bemiddelen of een evenwicht te inden tussen eisen
van de Id en die van de maatschappij en tussen Id en Superego. Ego is biologisch van
aard, maar evolueert vanuit ervaringsgerichte interactie van het individu met de
omringende omgeving.
Superego: evolueert ook vanuit eigen ervaring. Het is de vertegenwoordiger van morele
kwesties of ‘geweten’ en weerspiegelt de internalisering van de morele code van het
individu.
Beoordeling
De nadruk in het psychodynamische model zou liggen op het bepalen van de aard van de
moeilijkheden door tests die bedoeld zijn om bewijs te leveren voor onbewuste conflicten en
persoonlijkheidsdynamiek die zouden kunnen bijdragen aan de problemen.
Behandeling
Therapie binnen het psychodynamische model richt zich op het helpen van bewustzijn van de
onbewuste factoren die verondersteld worden betrekking te hebben op de problemen. Het model
richt zich op de onderliggende processen. Aangenomen worden dat de waarneembare klachten
verdwijnen als de onderliggende conflicten en problemen zijn opgelost.
3. Het gedragsmodel
Gedragsperspectief legt in de eerste plaats de nadruk op de externe gedragsdeterminanten i.p.v.
onderliggende factoren. De focus ligt meestal op openlijk gedrag en psychopathologie wordt gezien
als gedragsuitspattingen, tekorten of gedrag dat zich voordoet in een ongepaste context. Het
gedrag wordt gezien als primair probleem, dit gedrag kan het waarneembare gedrag zijn maar ook
cognities en gevoelens.