📈
Thema 1 level 3
BEGRIPPEN
Elektronische betalingen: contante winkelverkopen die de klant met de
bankkaart, de kredietkaart of via QR code op de smartphone betaalt.
Inbreng in natura: de inbreng bij de oprichting van een onderneming die niet in
geld gebeurt. Een ondernemer kan bijvoorbeeld een machinepark of een
gebouw in de (nieuwe) onderneming brengen.
Interne geldbeweging: een geldoverschrijving van de ene bankrekening naar de
andere bankrekening van een bedrijf, of geld vanuit de kas op de bankrekening
storten of omgekeerd.
Inventaris: het volledige overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden
en verplichtingen van de onderneming tegen de werkelijke waarde op het einde
van het boekjaar
Kapitaalaflossing: terugbetaling het geleende bedrag
Kapitaalloze venootschappen: venootschappen waarvoor er bij de oprichting
geen minimum aan kapitaal vereist is. Daarom gebruikt men niet het begrip
‘kapitaal’ maar ‘inbreng’.
Kapitaal venootschappen: venootschappen waarvoor een minimum aan kapitaal
vereist is
REKENINGEN
Rekening 590 000 (elektronische inning) is een soort wachtrekening tot het op
de bankrekening staat
Rekening 580 000 (interne boekingen) is voor de interne boekingen.
Rekening 650 000 (rente, commmissies en kosten verbonden aan schulden) is
voor de intrest/aflossing.
Rekening 657 000 (betalingskorting aan klanten) is voor een inning.
Rekening 757 000 (betalingskorting van leveranciers) is voor een betaling.
Thema 1 level 3 1
Thema 1 level 3
BEGRIPPEN
Elektronische betalingen: contante winkelverkopen die de klant met de
bankkaart, de kredietkaart of via QR code op de smartphone betaalt.
Inbreng in natura: de inbreng bij de oprichting van een onderneming die niet in
geld gebeurt. Een ondernemer kan bijvoorbeeld een machinepark of een
gebouw in de (nieuwe) onderneming brengen.
Interne geldbeweging: een geldoverschrijving van de ene bankrekening naar de
andere bankrekening van een bedrijf, of geld vanuit de kas op de bankrekening
storten of omgekeerd.
Inventaris: het volledige overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden
en verplichtingen van de onderneming tegen de werkelijke waarde op het einde
van het boekjaar
Kapitaalaflossing: terugbetaling het geleende bedrag
Kapitaalloze venootschappen: venootschappen waarvoor er bij de oprichting
geen minimum aan kapitaal vereist is. Daarom gebruikt men niet het begrip
‘kapitaal’ maar ‘inbreng’.
Kapitaal venootschappen: venootschappen waarvoor een minimum aan kapitaal
vereist is
REKENINGEN
Rekening 590 000 (elektronische inning) is een soort wachtrekening tot het op
de bankrekening staat
Rekening 580 000 (interne boekingen) is voor de interne boekingen.
Rekening 650 000 (rente, commmissies en kosten verbonden aan schulden) is
voor de intrest/aflossing.
Rekening 657 000 (betalingskorting aan klanten) is voor een inning.
Rekening 757 000 (betalingskorting van leveranciers) is voor een betaling.
Thema 1 level 3 1