100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting PGO Blok 3 levenscyclus

Rating
5.0
(1)
Sold
8
Pages
40
Uploaded on
11-03-2020
Written in
2018/2019

PGO toegepaste biologie leerjaar 1 levenscyclus blok 3. Per taak alle begrippen individueel uitgewerkt aan de hand van Campbell Biology.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Unknown
Uploaded on
March 11, 2020
Number of pages
40
Written in
2018/2019
Type
Summary

Subjects

Content preview

TAAK 1

Wat is mitose, wat is meiose en wat is het verschil tussen deze twee?
De nuclei van somatische (alle niet reproducerende cellen) van mensen bestaan uit 46 chromosomen;
23 paren waarvan steeds de ene helft van het paar van elke ouder (paar van 2 homologen). Elke
gedupliceerde chromosoom bestaat uit 2 chromatiden. Tijdens mitose, voor de deling, zijn er dus 92
chromatiden. Deze twee chromatiden zijn aan elkaar verbonden in de lengte d.m.v. sister chromatide
cohesion. Elke chromatide heeft een centromeer, hier zijn de chromatiden het sterkst aan elkaar
verbonden. Wanneer de 2 chromatiden gesplitst zijn en elk hun eigen kern hebben worden ze weer
chromosomen genoemd.

Cell division -> reproductie/vermenigvuldiging van cellen.

Celcyclus van somatische cel: bestaat uit de mitose (M) fase, welke
bestaat uit mitose en cytokinese, en de interfase:
- G1 fase: groei d.m.v. productie van proteïnes en organellen,
- S fase: duplicatie van de chromosomen en de
- G2 fase: nog meer groei zoals in G1. Het grootste gedeelte van
de tijd is de cel in interfase.

Mitose: de opsplitsing van genetisch materiaal in de nucleus, wordt
gevolgd door cytokinese: het verdelen van het cytoplasma.

- Profase: het gedupliceerde chromosoom wordt korter en zichtbaar, de chromatide zijn nu
zichtbaar. Het spoelfiguur (mitotic spindle) wordt gevormd uit de centrosomen en
microtubuli.
- Prometafase: nucleair envelop (kernmembraan) verdwijnt. De microtubuli kunnen nu bij het
nucleaire gedeelte. Bij het centromeer zit een speciaal eiwit (kinetochoren) hieraan binden de
microtubuli (sommige binden aan elkaar; non-kinetochore microtubuli).
- Metafase: de centrosomen ( aster) zijn nu bij tegenliggende polen, alle chromosomen liggen in
het midden op een ‘plaat’. Alle kinetochoren zijn verbonden aan de microtubuli.
- Anafase: de binding tussen de chromatiden verdwijnt waardoor ze uit elkaar schieten, elke
chromatide wordt nu weer een chromosoom en bevindt zich aan een van de twee kanten van
de cel. De non-kinetochore microtubuli worden langer waardoor de cel langer wordt.
- Telofase: twee dochter nuclei worden gevormd -> nieuw membraan opgebouwd uit restjes
van het oude membraan. De chromosomen worden weer lang en onzichtbaar.

,De snelheid van de celcyclus varieert per cel. De huid produceert met
regelmaat nieuwe cellen maar gespecialiseerde cellen zoals spier en
zenuwcellen delen niet meer als ze volwassen zijn. Voor de celdeling is een
cell cycle control system, deze activeert en coördineert sleutel
gebeurtenissen in de celcyclus. Dit wordt gereguleerd op bepaalde check
points met behulp van interne en externe signalen.

Een chromosoom heeft een paar honderd tot duizenden genen, elk welke
een specifieke sequentie van nucleotides. De locatie van een bepaald gen
wordt locus genoemd.

Een chromosoom wordt n genoemd. Een diploïde cel heeft 2n
chromosomen (= 46 want 23n)

Reproducerende cellen worden gameten genoemd. Dit zijn haploïde cellen
en hebben dus 1 chromosoom in plaats van een setje dus 1n (n=23).

Bij meiose vindt er 2 maal een celdeling plaats wat zorgt voor 4
dochtercellen. Tijdens meiose I splitsen de homologe paren van elkaar; de
paren (23) worden gesplitst. Tijdens mitose II worden de chromatiden van
elk chromosoom gesplitst.




- Profase I: hier vinden crossing overs plaats. Elk chromosoom paart met zijn gelijke, waarna de
chromatiden van de verschillende chromosomen worden open gesplitst en aan elkaar worden
gemaakt. Hierdoor krijg je gemengde chromatiden. Waar dit gebeurt krijg je een X vormige
kruising genaamd chiasmata.
- Metafase I: de homologe paren gaan nu op de midden plaat liggen. De chromatiden van een
homoloog worden samen verbonden aan microtubuli van een pool en de andere homoloog
aan microtubuli van de andere pool.

, - Anafase I: de binding bij het centromeer blijft intact waardoor de chromatiden als eenheid
naar de juiste pool worden getrokken.
- Telofase I en cytokinese: elke cel heeft nu een haploïde set (n=23) van gedupliceerde
chromosomen. Deze gedupliceerde chromosomen bestaan uit twee zus chromatiden,
waarvan 1 of 2 gedeeltes bevat van de niet-zus chromatide.
- Profase II: het spoelfiguur wordt gevormd uit het centrosoom
- Metafase II: de chromosomen bevinden zich op de metafase plaat. Vanwege de crossing over
zijn beide chromatiden niet identiek. De microtubuli worden gehecht aan de kinetochoren.
- Anafase II: de eiwitten die de chromatiden vast hielden bij de centromeren worden nu
verbroken en de chromatiden gaan elk naar een pool.
- Telofase II en cytokinese.



Bij de profase worden bij
meiose de homologen
paren geordend naast
elkaar en vindt crossing over
plaats

Bij de metafase worden alle
chromosomen op de
metaplaat gelegd maar bij
mitose is dat individueel en
bij meiose per paar

Bij de anafase worden de bij
mitose de chromatiden uit
elkaar gehaald en bij meiose
I de homologe paren.

Mitose is dan klaar, maar
meiose heeft nog een
tweede fase waarin de
chromatiden paren nog
worden gesplitst zoals bij
mitose.



Leg het verschil uit tussen mitose/meiose en celdeling

Celdeling is het proces waarbij een cel zich opsplitst in twee of meer nieuwe cellen. Dit kan door
middel van binaire celdeling (bij prokaryoten, ongeslachtelijk) of door mitose of meiose.

, Wat zijn de basiscycli en hoe verlopen ze?

De eerste levenscyclus is diplontisch (a) en vindt plaats bij mensen en dieren. Het begint wanneer een
sperma cel fuseert met een eicel, deze twee haploïde cellen worden samen een diploïde cel -> de
bevruchte eicel, ook wel een zygote. Door middel van vermeerdering (mitose) en specialisatie van
cellen wordt dit uiteindelijk volwassen meercellige. Speciale cellen genaamd germ cells, welke zich
bevinden in de geslachtsklieren (gonads), produceren door middel van meiose gameten (eicellen &
spermacellen) en de cirkel begint opnieuw.

In planten en sommige algen vindt een andere cyclus plaats, haplodiplontisch (b) -> dit wordt
alternation of generations genoemd. Het multicellulaire diploïde stadium (onderste helft) wordt de
sporofyt genoemd. Meiose in de sporofyt produceert haploïde cellen, ook wel sporen. Deze haploïde
sporen delen door middel van mitose waardoor er een multicellulaire haploïde stadium genaamd
gametofyt ontstaat. Deze gametofyt produceert door middel van mitose gameten. Deze fuseren met
elkaar tot een diploïde zygote welke uiteindelijk weer groeit tot een sporofyt.

De derde levens cyclus, de haplontische, is te vinden in schimmels en sommige protisten (c). de
gameten fuseren tot een diploïde zygote welke meteen overgaat naar meiose zonder verder te
groeien. bij de meiose worden geen gameten maar haploïde cellen ontwikkeld welke zich door middel
van mitose delen. Dit worden vervolgens eencellige of haploïde meercellige volwassenen. Door middel
van mitose produceren deze haploïde organismen nieuwe gameten. Hierdoor bestaat het diploïde
stadium alleen uit een eencellige zygote.




Diplontische levenscyclus -> mitotische celdeling vindt alleen plaats in diploïde cellen. Gameten zijn
de enige vorm van haploïde cellen en ontstaan door middel van meiose. Twee gameten vormen
vervolgens een zygote welke wel kan delen door middel van mitose, zo ontstaat er een
multicellulaire diploïde organisme.

Haplo-diplonische levenscyclus -> hier treedt mitose op in zowel diploïde als haploïde cellen.
Hierdoor ontstaan er twee levensfasen; eentje waarbij ze multicellulair en haploïd zijn (gametofyt) en
eentje waarin ze multicellulair en diploïd zijn (sporofyt).

Haplontische levenscyclus -> hier vindt mitose alleen plaats in haploïde cellen. Hierdoor ontstaan er
of meerdere haploïde eencelligen of multicellulaire haploïde organismen. Deze vorm produceert
door middel van mitose gameten, waarna er door bevruchting een diploïde cel ontstaat. Deze cel
ondergaat meiose.

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
5 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
lisavandenbiggelaar HAS Den Bosch
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
185
Member since
5 year
Number of followers
87
Documents
12
Last sold
2 months ago
Samenvattingen voor kennistoetsen van toegepaste biologie HAS (Den Bosch)

4.6

20 reviews

5
13
4
5
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions