3.1 Logisch correct: Geldig
informeel: “Een redenering is logisch geldig als in alle situaties waarin de premissen waar
zijn, ook de conclusie waar is.”
formeel: “Een redenering is correct wanneer we gedwongen zijn de conclusie voor waar
aan te nemen als we de premissen voor waar aannemen.”
3.2 Geldigheid en waarheidstabellen
Een redenering is geldig als voor de waarheidstabel van de formule in de redenering
geldt: “In alle rijen waar alle premissen tegelijkertijd de waarde 1 hebben, heeft ook de
conclusie waarde 1.”
Een redenering is ongeldig als voor de waarheidstabel van de formule in de redering
geldt: “Er bestaat een rij waarin alle premissen tegelijkertijd de waarde 1 hebben, maar de
conclusie de waarde 0.” —> Deze rij heeft een tegenvoorbeeld.
Jet Wardenier