Samenvatting Receptuur medicatieschema. MBO 4 opleiding doktersassistent

Opiaten Volledig onder opiumwet
 buprenorfine
 cocaïne
 heroïne
 morfine
 methadon
 fentanyl pleister
 LSD
 XTC
 amfetamine
 methylfenidaat
Beperkt onder opiumwet
 barbituraten
 benzodiazepinen
 codeïne
 hennep
Antacida (maagzuur neutraliseren)  algeldraat en magnesiumhydroxide (combi)
 antagel
 calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat (combi)
Secretieremmende middelen  cimetidine
(maagzuurremmer)  ranitidine
 omeprazol
 pantoprazol
 lansoprazol
Mucosaprotectiva  sucralfaat
(maagbeschermer)
Bij maagzweer veroorzaakt door  claritromycine + amoxicilline + pantoprazol
helicobacter (pantopac)
Anti-emetica (onderdrukken Bevordert peristaltiek
braakneiging)  domperidon
 metoclopramide
Bij reis- en wagenziekte
 cyclizine
 meclozine
 cinnarizine
Bij ernstige braakneiging t.g.v. chemo
 granisteron
 ondansetron
Laxantia (laxeermiddelen) Volumevergrotend
 psylliumzaad
Emolliëntia (verhogen hoeveel water in faeces)
 natriumlaurylsulfoacetaat
Glijmiddel (verweken faeces)
 paraffinium liquidum
Osmotische werking (trekt water aan)
 lactulose
 legendal
 macrogol/elektrolyten
Contactlaxantie (prikkelen darmwand)
 bisacodyl
 sennapreparaat

, Anti-diarrhoica (diarreeremmers) Morfinomimetica (remmen motiliteit darmen)
 loperamide
Adsorbentia (binden irriterende stoffen)
 carbo activatus
 tannalbumine
Middel bij diarree, gaat verlies vocht en mineralen tegen
 ORS=orale rehydratie salt
Bij colitus ulcerosa en ziekte van  Prednisolon (corticosteroïd)
Crohn  Masalazine (corticosteroïd)
 Sulfasalazine (corticosteroïd)
Anti-haemorrhoidalia (middel bij  Zinkoxydezalf (tegen jeuk
aambeien)  Lidocaïne crème (tegen jeuk en pijn)
Hoestmiddelen Hoestprikkeldempend
 Codeïne
 Noscapine
 pentoxyverine
Expectorantia (vergemakkelijken ophoesten door waterig
slijm te produceren)
 ammoniumchloride
mucolytica (verminderd taaiheid slijm)
 broomhexine
 acetylcysteïne
Emolliëntia (verzachting slijmvliezen en keel)
 tijmstroop
 althaeapreparaat
Anithistaminca (om sederend effect)
 promethazine
Bronchus verwijdende stoffen Sympathicomimetica
 salbutamol
 formoterol
 terbutaline
Parasympathicolytica
 ipratropium
 tiotropium
Preventieve middelen bij Astma of  corticosteroïden
COPD  fluticason
 budesonide
 prednisolon
 fluticason + salmeterol (=combi)
 ipratropium + salbutamol (=combi)
 cromoglicinezuur (histamine remmer)
 ketotifen (histamine remmer)
Hooikoorts  cetirizine (antihistaminica)
 loratadine (antihistaminica)
Bij anemie  ferrosulfaat
 ferrofumaraat
Antithrombotica Direct werkende anticoagulantia:
(antistollingsmiddelen)  dalteparine (subcutaan)
 nadroparine (subcutaan)
 dabigatran (oraal)
 rivaroxaban (oraal)