Samenvatting Projectmanagement Hoofdstuk 1 t/m 11

Projectmanagement Roel Grit 7e druk Hoofdstuk 1 t/m 11


Hoofdstuk 1 Het project
1.1 Soorten werkzaamheden
Er zijn drie groepen werkzaamheden:
1. Improvisatie
2. Routinematige werkzaamheden;
3. Projectmatige werkzaamheden.




Ad hoc: Er zal ad hoc gereageerd worden. Dat wil zeggen: niet volgens een plan, maar van
geval tot geval beslissen.
Routine: Iets wordt herhaaldelijk uitgevoerd en is goed voorspelbaar. Dit werk verloopt via
gebaande paden. Voor deze werkzaamheden kunnen werkprocesdures of voorschriften
opgesteld worden, waardoor ze doelmatig (efficiënt) kunnen worden uitgevoerd.
Projectmatig: Deze werkzaamheden hebben een eenmalig en tijdelijk karakter en zijn
redelijk voorspelbaar. Er wordt dan ook planmatig, in fases en door middel van een ‘plan van
aanpak’ gewerkt.

1.2 Voorbeelden van projecten
Twee voorbeelden van een project zijn:
- De bouwwereld kent projecten als de bouw van een winkelcentrum, een brug, een
woonwijk, een verzorgingstehuis of een fabriek;
- Projecten op het gebied van sport en cultuur zijn bijvoorbeeld het maken van een
theaterproductie of film, het organiseren van een grote expositie of het organiseren
van een groot popconcert, een groot sportevenement of een beurs.

1.3 Wat is een project?
Projectmanagement: Een project is een tijdelijke samenwerking van een aantal mensen –
meestal uit verschillende vakgebieden - om binnen een vastgesteld tijd een vooraf
vastgesteld projectresultaat te bereiken met een vastgesteld budget.

De kenmerken van een project zijn:
1. Een project moet een duidelijk beginpunt hebben, de zogenoemde project start-up,
ook wel ‘kick-off’ genoemd;
2. Tijdelijk, dus einddattum moet afgesproken zijn;
3. Eenmalig duidelijk gedefinieerd projectresultaat;
4. (meestal) één opdrachtgever (ook wel ‘sponsor’ genoemd omdat er geld beschikbaar
wordt gesteld);
5. Heeft een budget;
6. Bestaat uit mensen uit verschillende disciplines/vakgebieden;
7. Heeft een eigen projectorganisatie;
8. Ontstaat niet vanzelf. Een project moet ‘gemaakt’, dat wil zeggen georganiseerd
worden (plan van aanpak).

,Projectmanagement Roel Grit 7e druk Hoofdstuk 1 t/m 11


Het is van belang dat de medewerkers van het project resultaatgericht werk leveren. Het
project is er immers voor om een projectresultaat op te leveren.

1.4 Van improvisatie via project naar routine
Improvisatie, projectmatig werken en routinematig werken kunnen op elkaar volgen.

1.5 Soorten projecten
Projecten kunnen naar hun inhoud worden ingedeeld in de volgende groepen:
- Technische projecten;
Zijn projecten die een verandering in de techniek als doelstelling hebben of een
nieuwe project moeten opleveren.
- Sociale projecten;
Ze hebben een minder duidelijk einddoel en zijn gericht op cultuur- en
organisatieveranderingen binnen een bedrijf.
- Commerciële projecten;
Ze hebben als uiteindelijk doel geld te verdienen.
- Gemengde projecten;
Dit is een tussenvorm van bijvoorbeeld technische en sociale projecten.
- Evenementen.
Zijn een bijzonder soort projecten: het projectresultaat komt beschikbaar op een vast
moment.

1.6 Aandachtspunten bij projectmatig werken
De punten waarin een projectleider zich moet houden, zijn als volgt:
- Eis voorbereidingstijd bij de opdrachtgever;
Zo kan er planmatig gewerkt worden (plan van aanpak) en wordt de besluitvorming niet
vertraagd.
- Overleg met betrokkenen;
Maak goede afspraken over de inzet om fouten te voorkomen.
- Werk top-down.
Stel het project op in fases, de grote indeling in fases is:
1. Voorbereiding (het denken);
2. Realisatie (het doen);
3. Nazorg (het onderhouden.

1.7 Faseren
Een traditionele fasering is:
- Initiatieffase; Het idee en een
haalbaarheidsonderzoek.
- Definitiefase; De eisen, wensen en
het plan van aanpak.
- Ontwerpfase; Het brainstormen,
prototype en het ontwerp.
- Realisatiefase; de implementatie,
conversie en projectresultaat.
- Nazorgfase.

Conversie: De overgang van een oude naar een nieuwe situatie.

1.8 Doel van fasering

, Projectmanagement Roel Grit 7e druk Hoofdstuk 1 t/m 11


Voordeel fasering: Dat in het project beslissingen worden ingebouwd. De opdrachtgever
kan aan het eind van elke fase de volgende beslissingen nemen:
1. Doorgaan op de ingeslagen weg;
2. Doorgaan, met aanpassingen van het projectdoel;
3. Stoppen met het project.

1.9 Voorbeeld van fasering
Dit voorbeeld gaat over een huis bouwen en is uitgebreid te lezen op bladzijde 27 en 28.

1.10 Wanneer een project?
Voordelen van projectmatig werken zijn:
- Het project staat ‘buiten de dagelijkse orde’;
- Een project heeft een opdrachtgever die bij onduidelijkheden een beslissing kan
nemen;
- Goed plan van aanpak geeft duidelijkheid voor alle betrokkenen;
- De verantwoordelijkheden van projectleider, opdrachtgever en projectleider liggen
duidelijk in het plan van aanpak vast;
- Het project verloopt in fasen en daarmee overzichtelijker;
- Productiviteit van elk lid kan toenemen door goede samenstelling;
- Risico van mislukken is kleiner door het speciale resultaat;
- Werken in projectteam is leerzaam.
Nadelen van projectmatig werken zijn:
- Het opzetten en inrichten van een project kost tijd;
- Medewerkers worden van een afdeling gehaald waardoor een ‘gat’ op de afdeling
achterblijft;
- Kan ingewikkeld zijn;
- Er is minder leereffect buiten de projectgroep.

1.11 Levenscyclus van een project
De levenscyclus van een project
bestaat uit:
1. Initiatief;
2. Definitie;
3. Ontwerp;
4. Voorbereiding;
5. Realisatie;
6. Exploitatie (het gebruiken);
7. Nazorg/onderhoud;
8. Stagnatie;
9. Verval;
10. Ondergang.
1.12 Projecten moeten SMART zijn
De afkorting SMART staat voor:
- Specifiek
- Meetbaar
- Aanwijsbaar/acceptabel;
- Realistisch;
- Tijdgebonden
Hoofdstuk 2 Mensen en projecten
2.1 Lijnorganisatie